Lancering van Eerst de Klas (1e klas)

Dames en heren,

We zetten vandaag onze handtekening onder een geweldige samenwerkingsovereenkomst tussen onderwijs, overheid en bedrijfsleven.
Uitblinkende, net afgestudeerde academici gaan de komende twee jaar eerst voor de klas staan, voordat ze hun carrière voortzetten in het bedrijfsleven.
Tegelijkertijd halen ze hun eerstegraads onderwijsbevoegdheid en nemen ze deel aan een leiderschapsprogramma.

In drie woorden samengevat: Eerst de klas!

Als alles meezit telt Nederland dus over pak weg een jaar of tien een aantal opvallend goede leiders in de top van het bedrijfsleven. En dat is hard nodig, heb ik me laten vertellen.

We hebben te maken met internationalisering en technologische ontwikkelingen die zich in een razend tempo opvolgen. Sociale innovatie is een vereiste om als bedrijf goed mee te blijven doen. En dat vraagt om goed leiderschap in met name de hogere managementposities van het bedrijfsleven.

Visie, inzicht in organisatieontwikkeling, goed om kunnen gaan met mensen en ze kunnen inspireren zijn de competenties die daarbij worden genoemd.

En waar kun je die kwaliteiten nou beter trainen dan in het onderwijs?

Laat ik u ter illustratie een testimonial voorlezen van Sangita Siva, die via het Engelse traject Teach First wiskunde doceerde in Londen en nu hoog aan is bij Deloitte.

(ik citeer):

'Na Teach First ging ik solliciteren bij Deloitte.

Toen me werd gevraagd wat mijn organisatievaardigheden waren, kon ik vertellen over het maken van lesplannen die geschikt moesten zijn voor kinderen met verschillende niveaus.
Toen me werd gevraagd wat ik aan communicatievaardigheden bezat, kon ik vertellen over het omgaan met diverse soorten mensen, van leerlingen tot staf en niet te vergeten ouders.
En toen me gevraagd werd of ik mensen kon motiveren, zei ik dat bijna álles wat je als leraar doet gaat over het beïnvloeden van gedrag.

Je leert omgaan met zaken die fout gaan en met voortdurend veranderende situaties. Ik denk dus dat ik daarom ook goed met klanten om kan gaan en gewend ben aan het nemen van verantwoordelijkheid.' (Einde citaat)

Om een effectief leider te worden in het bedrijfsleven is een paar jaar voor de klas dus een uitstekend voortraject. Goed leraarschap is goed leiderschap. En ik ben dus blij dat we als overheid, samen met het onderwijs het bedrijfsleven zo'n geweldige dienst kunnen bewijzen!

Ja dames en heren,

Dit beeld is natuurlijk wat té eenzijdig: het mes snijdt natuurlijk aan twee kanten. Dit project, 'Eerst de klas' is ook en vooral van grote waarde voor het onderwijs.

Onze kenniseconomie vraagt om excellent onderwijs. En we werken er in Nederland keihard aan om dat voor elkaar te krijgen.
En dat betekent dus niet alleen investeren in meer en betere leiders in het bedrijfsleven, maar het betekent ook investeren in meer goede leraren in het onderwijs.

Daarom hebben we met een miljard ingezet om de positie van leraren in school en voor de klas te verbeteren, zodat het vak aantrekkelijker wordt.
En daarom zetten we in op betere kwaliteit van de vóórbereiding op het leraarschap: betere kwaliteit van de bestaande opleidingen, investeren in projecten om meer academici het onderwijs binnen te krijgen. En voorwaarden scheppen voor meer variatie in het personeelsbestand.

'Eerst de klas' past in die ambities.

Om te beginnen halen we met Eerst de klas het neusje van de zalm onder de afgestudeerde academici binnen. In Engeland, waar het project enorm is aangeslagen, ziet zo'n 95 procent van de schoolleiders deze jonge leraren graag komen, hoe meer hoe beter. Ze zorgen voor nieuw elan, brengen nieuwe kennis en ervaring mee de school in. Ze maken makkelijk contact met de leerlingen en hebben veel energie en enthousiasme om zaken op te pakken.

Daarmee werkt Eerst de klas ook statusverhogend voor het onderwijs. Docenten zèlf weten maar al te goed hoe mooi, maar ook ingewikkeld en uitdagend hun taak is om leerlingen op te leiden voor een waardevolle toekomst. Maar de samenleving mag er wat mij betreft nog meer van doordrongen raken hoe ongelooflijk belangrijk die taak is. Eerst de klassers (mogelijk onze toekomstige leiders) zijn straks geweldige ambassadeurs van het leraarsvak.

Verder sluit Eerst de Klas aan bij de ambitie het beroep van leraar te moderniseren. Het leraarschap moet een beroep worden als alle andere. Je kiest op enig moment in je loopbaan voor het leraarschap. Of dat nu aan het begin is, zoals bij Eerst de Klas, of later in je carrière, zoals zij-instromers doen. Dit project laat jonge aspirant leraren zien dat lesgeven ook gewoon een fase in je loopbaan kan zijn. Niet een willekeurige, maar een betekenisvolle stap, waar je de rest van je leven plezier van hebt.

Mensen die af en toe wisselen van beroep en van omgeving zullen openstaan voor nieuwe uitdagingen en zich gemakkelijk voegen in nieuwe omstandigheden. Deze mensen nemen hun ervaringen steeds weer mee, en vertalen die naar de nieuwe werkomgeving. Dat draagt bij aan productiviteit en meer kwaliteit op de werkvloer. Deze mensen zijn evengoed onmisbaar voor het bedrijfsleven als voor de publieke sector, zoals het onderwijs.

Eerst de Klas sluit tot slot ook aan bij de behoefte aan modern personeelsbeleid op scholen. Het is belangrijk dat scholen een divers personeelsbestand hebben: jong, oud, man, vrouw, tweedegraads of universitair opgeleid, mét langdurige ervaring binnen het onderwijs of juist met ervaring in een andere maatschappelijke sector. Collega's zullen zo makkelijker van elkaar leren.

Bovendien is de school met zo'n gevarieerd personeelsbestand veel beter in staat in te spelen op de verschillende behoeften van hun verschillende leerlingen. Onderwijs is geen eenheidsworst, ook uitblinkers moeten volledig aan hun trekken kunnen komen. Meer variatie betekent dus ook meer kwaliteit voor al onze leerlingen. En daar gaat het uiteindelijk om.

Dames en heren,

We hebben met Eerst de klas grote ambities en hoge verwachtingen, maar we zijn het erover eens dat we klein moeten beginnen. Op z'n Hollands gezegd: niet over een nacht ijs. Teach First en Teach for America is ons voorland, maar voor een goede invoering houden we voorlopig het Estlandse model aan.

Dat model betekent: met een kleine groep van 15 pas afgestudeerden aan de slag gaan op scholen die kampen met een tekort aan onderwijspersoneel.
Naast een intensieve opleiding om les te geven, krijgen die studenten twee jaar trainingen om zich voor de klas te ontwikkelen, naast trainingen en mentorships van mensen uit het bedrijfsleven.
En als het zijn kracht bewijst, verder bouwen we het verder uit.

En dat brengt me tot een afronding.

Dit project 'Eerst de klas' gaat ons allemaal veel opleveren. Meer en betere leiders voor het bedrijfsleven. En meer en betere leraren om de kwaliteit van het onderwijs op een nog hoger plan te tillen. Ik ben blij dat we als overheid hierin nauw samen optrekken met het bedrijfsleven en het onderwijs (scholen én universiteiten). Een driedubbele helix, zoals iemand het onlangs tijdens een expertmeeting bij DSM noemde.

Naast alle benefit zal het van ons allemaal ook flink wat investeringen verwachten. Van de bedrijven, van de scholen, de VSNU (die ik ook hartelijk dank voor hun betrokkenheid) en van de overheid. Maar laten we dan denken aan de woorden van Derek Bok, voormalig directeur van de fameuze Harvard University:

'If you think education is expensive, try ignorance.'

Ik dank u allen en laten we er iets moois van maken!