Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Willemse-Van der Ploeg over besluitvorming rondom de toekenning van projectsubsidies

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

MC-K-U-2938481

10 juli 2009

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Willemse-Van der Ploeg (CDA) over besluitvorming rondom de toekenning van projectsubsidies (ingezonden 12 juni 2009).

Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

Vraag 1

Kunt u aangeven wanneer de besluitvorming over de toekenning van projectsubsidies op basis van de vierjarenplannen 2009 - 2011 is afgerond en de organisaties op de hoogte worden gesteld van de aan hen toegekende subsidies? Betekent dit dat er ten opzichte van eerder gewekte verwachtingen vertraging is opgetreden?

Op verzoek van de patiënten, gehandicapten- en ouderenorganisaties is de indieningstermijn voor de projectaanvragen verschoven van 1 januari 2009 naar 23 januari 2009. Conform het de Subsidieregeling PGO heeft de Programmaraad 26 weken de tijd om de aanvragen van advies te voorzien, waardoor uiterlijk 25 juli 2009 de besluitvorming moet zijn afgerond. Deze termijnen zijn in december 2008 bekend gemaakt. Aangezien de grote hoeveelheid aanvragen (510) heeft de Programmaraad voor haar advies de volledige tijd nodig. De organisaties die een aanvraag hebben ingediend ontvangen dus, binnen de daarvoor geldende termijn, uiterlijk 25 juli 2009 het besluit op hun projectaanvraag.

Vraag 2

Kan dat betekenen dat - nu het zomerreces nadert - organisaties pas ná de zomer van start kunnen gaan met de projecten voor 2009 en dat organisaties slechts één kwartaal hebben voor de uitvoering van de projecten, hetgeen zorgvuldige en volledige uitvoering bijna onmogelijk maakt?

Nee, organisaties krijgen de mogelijkheid flexibel te starten, waarbij ik er vanuit ga dat zij de activiteiten die zij gepland hadden voor 2009 ook in 2009 zullen uitvoeren. Door de mogelijkheid om flexibel te starten geef ik organisaties de tijd en ruimte om hun project goed op te starten. De organisaties hebben dan tot eind 2012 de tijd om hun project uit te voeren.

Vraag 3

Bestaat er bij toekenning van de projectsubsidies aan organisaties een relatie met de tot nu ontvangen subsidie?

Het krijgen van instellingssubsidie is geen criterium voor het krijgen van projectsubsidie, er is dus geen verband. Op dit moment is mij nog niet bekend welke projectaanvragen een subsidie krijgen toegekend.

Vraag 4

Kunt u de planning voor de projectsubsidies 2009 tot en met 2012 en voor de afbouwsubsidies 2009 tot en met 2011, gezien de mogelijk opgelopen vertraging, handhaven op de uitgezette lijn? Zo ja, wat betekent dat voor de continuïteit van de PGO-organisaties (Patiënten Gehandicapten en Ouderen) en de kwaliteit van hun werk?

Ja, ik handhaaf de planning. De planning voor de besluitvorming van de projectsubsidies is door het verschuiven van de indieningstermijn, op nadrukkelijk verzoek van het veld zelf, slechts drie weken verschoven (zie antwoord vraag 1). Op een periode van vier jaar mag dit geen consequenties hebben.
Ook de planning voor de afbouw van instellingssubsidie zal ik handhaven. De afbouw is geleidelijk, zodat de PGO-organisaties de tijd hebben om op de afbouw te reageren. Reeds in juli 2007 is voorgesteld dat voor de basissubsidie een maximumbedrag van euro 90.000 geldt, waarna in maart 2008 is aangekondigd dat organisaties die in 2008 boven het maximumbedrag subsidie ontvingen, vanaf 2009 zullen worden afgebouwd.

Vraag 5

Mochten de organisaties gezien het late tijdstip van de beschikking onverhoopt de toegekende gelden voor 2009 niet volledig in dat jaar kunnen besteden, welke mogelijkheden ziet u dan om de gelden toch voor de projecten en de organisaties te behouden?

De projectsubsidies worden door middel van voorschotten per kwartaal uitgekeerd tot maximaal 90% van de toegekende subsidie. Uiterlijk vier maanden na ontvangst van de volledige aanvraag voor vaststelling van de projectsubsidie worden de voorschotten verhoogd tot het bedrag van de subsidiedeclaratie, voor zover dat bedrag niet hoger is dan de verleende projectsubsidie. Als organisaties in 2009 het bevoorschotte deel onverhoopt niet volledig kunnen besteden, heeft dat dus geen consequenties.