Antwoorden op kamervragen van Leijten over het bericht dat comazuipen op jonge leeftijd leidt tot dementie

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

10 juli 2009

VGP-K-U-2932620

Antwoorden van minister Klink, mede namens de ministers voor Jeugd & Gezin en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over het bericht dat comazuipen op jonge leeftijd leidt tot dementie (2009Z08988).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat uit Brits onderzoek blijkt dat comazuipen op jonge leeftijd een desastreuzer effect heeft op het menselijk brein dan voorheen werd gedacht en in 25% van de gevallen leidt tot dementie? 1)

Antwoord 1

We weten al langer dan vandaag dat het drinken van alcohol op jonge leeftijd schadelijk is en dat hiervan de gevolgen op latere leeftijd eerder zichtbaar worden. De overheid voert campagne: ‘Voorkom alcoholschade bij uw opgroeiende kind’ om ouders bewust te maken dat alcoholgebruik door kinderen op jonge leeftijd schadelijk is.

Vraag 2

Bent u van mening dat dit onderzoek ook representatief is als het gaat om de Nederlandse jeugd? Zo nee, bent u bereid ook in Nederland een vergelijkbaar onderzoek te laten doen?

Antwoord 2

Het effect van excessief alcoholgebruik is in principe overal hetzelfde. Ook in Nederland leidt overmatig alcoholgebruik tot dementie en geheugenverlies. In die zin zijn deze resultaten te vertalen naar de Nederlandse samenleving.

Vraag 3

Bent u bereid een actieplan op te stellen om de 13% toename van jongeren die met spoed zijn opgenomen in het ziekenhuis met alcoholcoma’s te doen afnemen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Er bestaat reeds een actieplan en wel van het Partnership Vroegsignalering Alcohol. Eén van de onderdelen van dat actieplan is het ontwikkelen van protocollen rond vroegsignalering en kortdurende interventies voor de eerste en tweedelijns zorg. Dit voorjaar start een werkgroep die een protocol gaat ontwikkelen voor jongeren van 16 tot 24 jaar die een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van alcoholproblemen. Het doel van dit protocol is om het aantal jongeren dat ernstige alcoholproblemen ontwikkelt en bijvoorbeeld met een alcoholcoma in het ziekenhuis belandt, te doen afnemen. Daarnaast is een breed pakket aan maatregelen ingezet zoals aangekondigd in de Hoofdlijnenbrief alcohol van november 2007. Dit pakket aan maatregelen is erop gericht het alcoholmisbruik door jongeren te voorkomen en aan te pakken.

Vraag 4

Bent u van mening dat de expertise van (opname en nabehandeling van kind en ouders) van de alcoholpoli’s in elk ziekenhuis beschikbaar moet zijn? Zo ja, hoe en hoe snel gaat u dat doen? Zo nee, bent u van mening dat comazuipen een regionaal probleem is?

Antwoord 4

Jongeren met een alcoholvergiftiging worden thans in alle Nederlandse ziekenhuizen behandeld. Momenteel wordt uitgezocht hoeveel ziekenhuizen een nazorgtraject voor jongeren met een alcoholvergiftiging moeten kunnen aanbieden. Thans loopt er een proef waarin die speciale nazorg in 4 ziekenhuizen wordt aangeboden. Binnen één jaar kennen we daarvan de uitkomsten.

Vraag 5

Hoe gaat u bevorderen dat de gegevens die de alcoholpoli’s verwerven over het gebruik van alcohol te gebruiken voor (lokaal) beleid?

Antwoord 5

De onderzoeksgegevens die de alcoholpoli’s opleveren geven inzicht in trends in misbruik van alcoholhoudende dranken en zijn derhalve waardevolle input bij het formuleren van nieuw alcoholbeleid.

Vraag 6

Deelt u de mening dat, als blijkt dat een kind dat met een alcoholvergiftiging is opgenomen in het ziekenhuis en de drank zelf heeft gekocht, de verkoper dan onder verscherpte controle moet komen te staan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Nee, die mening delen wij niet. Hulpverleners hebben ons meermalen verteld dat zij de arts-patiënt relatie belangrijk vinden en niet aan jongeren die met een alcoholvergiftiging worden opgenomen willen vragen aan te geven bij wie zij de betreffende drank gekocht hebben. Dat wordt mogelijk door de betreffende jongeren gezien als verplicht klikken en zou hen ervan kunnen weerhouden zich te melden bij een alcoholpoli.

Vraag 7

Deelt u de mening dat de verkoop van de zoete mixdrankjes in de supermarkten gestopt moet worden? Zo ja, hoe gaat u dit aanpakken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

In de Hoofdlijnenbrief alcoholbeleid van 20 november 2007 is opgenomen dat het kabinet drempels wil opwerpen tegen zoete (mix)drankjes. De beleidsoptie om de verkoop van zoete mixdrankjes uit de supermarkt te weren is in opdracht van de Minister voor Jeugd en Gezin geanalyseerd door Ernst & Young. Het rapport is u eerder toegezonden. De uitkomst van het rapport was dat de opstellers ervan uitgaan dat de beperking van de verkoop van zoete (mix)drankjes tot de slijterij op dit moment de evenredigheidstoets die artikel 28 van het EG-verdrag vereist, niet zal doorstaan. De tweede beleidsoptie uit de Hoofdlijnenbrief alcoholbeleid is het inzetten van het prijsinstrument, bijvoorbeeld via fiscale maatregelen. Het kabinet beziet de mogelijkheden daartoe.

Vraag 8

Bent u bereid de “3 strikes you’re out” maatregel die straks in de nieuwe Horecawet wordt opgenomen, eerder in werking te laten treden?

Antwoord 8

De “3 strikes out” maatregel maakt deel uit van een bredere herziening van de Drank- en Horecawet, waarin een integraal pakket aan maatregelen wordt gepresenteerd.
De maatregel kan pas in werking treden als de wetswijziging van kracht wordt. Het wetsvoorstel bij de Raad van State en zal naar verwachting medio 2009 aan uw Kamer worden aangeboden.

Vraag 9

Bent u bereid jongeren en ouders beter voor te lichten over alcoholgebruik op jonge leeftijd? Zo ja, welke rol ziet u hierin weggelegd voor de scholen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 9

Momenteel voert de overheid al campagne om alcoholschade bij iedereen, met name ouders, onder de aandacht te brengen, zie de campagne ‘Voorkom alcoholschade bij uw opgroeiende kind’. Ook voert de overheid een jongerencampagne. Dit jaar richt deze campagne zich vooral op de ROC’s. Daarnaast wordt via het programma ‘Gezonde school en genotmiddelen’ voorlichting gegeven in de groepen 7 en 8 van de basisschool en in de groepen 1 en 2 van de middelbare school.

Vraag 10

Bent u van mening dat ook de horeca en verkopers van alcohol voorgelicht moeten worden over de risico’s van alcoholgebruik onder jongeren?

Antwoord 10

Wij zijn van mening dat verstrekkers van alcoholhoudende dranken geïnformeerd moeten zijn over de risico’s van alcoholgebruik.

Vraag 11

Bent u bereid dit verplicht op te nemen in de opleiding voor sociale hygiëne?

Antwoord 11

In de exameneisen sociale hygiëne die sinds 1 november 2005 van kracht zijn is onder meer opgenomen dat de kandidaat een omschrijving kan geven van:
- de ontwikkeling van alcoholgebruik, (illegaal) drugsgebruik en gokken in Nederland;
- de werking en effecten van alcohol, illegale drugs en gokken op de mens (lichaam, hersenen, zenuwstelsel en gedrag), met name waar sprake is van gecombineerd gebruik en in combinatie met sommige geneesmiddelen;
- het misbruik/afhankelijkheid van alcohol, (illegale) drugs en gokken.
De risico’s van alcoholgebruik vormen derhalve al onderdeel van de exameneisen sociale hygiëne.

Vraag 12

Bent u van mening dat de uitgave door de overheid van euro 1,5 miljoen voor preventie- campagnes tegen alcoholmisbruik onder jongeren niet kan opboksen tegen de investering van een kwart miljard euro aan reclamemiddelen vanuit de alcoholindustrie? Zo nee, kunt u dit toelichten? Zo ja, wat gaat u aan deze scheve verhouding doen?

Antwoord 12

Wij zijn van mening dat het Kabinet wel degelijk fors inzet om alcoholmisbruik onder jongeren tegen te gaan. Hierbij wordt uitgegaan van een integrale aanpak op meerdere fronten.
Het genoemde bedrag van euro 1,5 miljoen wordt ingezet voor opvoedingsondersteuning voor ouders. Maar daarnaast financiert de Rijksoverheid een voorlichtingscampagne gericht op jongeren, de alcoholinfolijn en een website met objectieve informatie over alcohol (www.alcoholinfo.nl). Bovendien is alcohol een onderdeel van bredere gezonde leefstijlprojecten zoals de “gezonde school en genotmiddelen” en digitale opvoedondersteuning voor ouders. Daarnaast hebben alcoholverstrekkers regels opgesteld voor verantwoorde reclame en verkoop van alcoholhoudende dranken. Sinds het voorjaar van 2006 worden alle televisiespotjes voorzien van een slogan: ‘alcohol onder de 16, natuurlijk niet’.
Een ander onderdeel van de integrale aanpak is handhaving van de gestelde regels. Op dit terrein heeft het Kabinet extra budget gegeven aan de Voedsel en Waren Autoriteit om de controles op het naleven van de leeftijdsgrenzen te intensiveren.
Ook heeft het Kabinet wettelijke initiatieven genomen. Zo is het niet langer mogelijk om voor 21.00 uur ’s avonds alcoholreclame uit te zenden. Daarnaast zullen bij de komende herziening van de Drank- en Horecawet een aantal wettelijke maatregelen geïntroduceerd worden om het alcoholmisbruik onder jongeren tegen te gaan, zoals de strafbaarstelling van het aanwezig hebben van alcohol in de openbare ruime voor jongeren onder de 16 jaar en wordt het toezicht op leeftijdsgrenzen verscherpt.
Het Kabinet is van mening dat zij met bovenstaande maatregelen haar verantwoordelijkheid neemt om jongeren te beschermen tegen alcoholmisbruik.

Vraag 13

Bent u bereid deze vragen vóór het debat naar aanleiding van het verslag van het algemeen overleg “Hokken en Keten” te beantwoorden?

Antwoord 13

In verband met de noodzakelijke afstemming van de antwoorden op uw vragen is het helaas niet mogelijk gebleken om deze vóór het VAO Hokken en keten van 27 mei 2009 te beantwoorden.

Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van de leden Joldersma en Sterk (beiden CDA), ingezonden 14 mei 2009 (vraagnummer 2009Z08984)