Kabinet regelt slagvaardige besluitvorming bij crises en rampen

voorzittershamer

Er komt een ministeriële commissie die ten tijde van crises en rampen kan zorgen voor adequate en slagvaardige besluitvorming op nationaal niveau. Dat schrijft minister Ter Horst in een brief aan de Tweede Kamer over het advies van de Raad voor het openbaar bestuur (ROB) ‘Beter besturen bij rampen’.

De ROB stelt voor de minister-president wettelijke doorzettingsmacht te geven bij crises die de verantwoordelijkheid van de diverse departementen overstijgen. Het kabinet vindt het niet nodig dit wettelijk te regelen, maar ziet wel de noodzaak van meer slagkracht en eenduidigheid bij crisisbesluitvorming op nationaal niveau. Op lokaal en regionaal niveau is de besluitvorming goed geregeld, zowel wat betreft de verhouding tussen de bestuurslagen als wat betreft de operationele aansturing. Om dat ook op nationaal niveau te regelen krijgt het ministerieel beleidsteam (MBT), zoals we dat nu kennen, een meer formele grondslag zodat daar ook besluitvorming kan plaatsvinden.

Het MBT krijgt de status van een ministeriële commissie. De samenstelling van de commissie is afhankelijk van de aard van de crisis. De commissie kan zonodig bij meerderheid van stemmen besluiten nemen; als de stemmen staken is de stem van de voorzitter doorslaggevend. De commissie wordt voorgezeten door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, tenzij de minister-president beslist dat hij voorzit. Bij een terroristische dreiging of aanslag is dat de minister van Justitie of de minister-president. Een en ander wordt nader uitgewerkt in het Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming.

Verder neemt het kabinet het ROB-advies over om de operationele sturing op nationaal niveau een duidelijke plaats te geven in de crisisorganisatie. Tijdens de oefening Waterproef is met een landelijke operationele staf geëxperimenteerd. Komend jaar zal het kabinet deze staf een formele plaats geven in het systeem van crisisbeheersing bij het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum te Driebergen en kwalitatief verder versterken. Rollen, taken en verantwoordelijkheden zullen interdepartementaal verder worden uitgewerkt en afgestemd met de decentrale bestuurders en betrokken operationele diensten.