Plasterk verlengt restitutieregeling roofkunst

Families die recht menen te hebben op door de nazi's geroofde kunst die in de Rijkscollectie is terechtgekomen, kunnen voorlopig nog gebruik maken van de ruimhartige restitutieregeling.

Minister Plasterk heeft besloten deze regeling in ieder geval open te houden tot na de afronding van een grootschalig onderzoek naar de verwervingen van musea voor en na de Tweede Wereldoorlog. Hij schrijft dat in een brief die vandaag naar de Tweede Kamer is gegaan.

De ruimhartige restitutieregeling liep in april 2007 af. Een van de redenen om de regeling te verlengen is dat er nog altijd verzoeken tot teruggave worden ingediend. In de afgelopen twee jaar waren dat er twintig. Het zou onrechtvaardig zijn om deze latere claims anders te behandelen dan de verzoeken van voor april 2007, terwijl er inhoudelijk geen wezenlijke verschillen zijn.

Daarnaast speelt het onderzoek dat de Nederlandse Museumvereniging doet naar museale verwervingen in de periode 1933-1940 en 1948 en verder een belangrijke rol in de verlenging van de regeling. De komende vier jaar gaan de musea na of zich in hun collecties kunstwerken bevinden die ooit door de nazi's zijn gestolen en na de oorlog weer in Nederland terecht zijn gekomen. Naar verwachting wordt het onderzoek eind 2012 afgerond.

Uit een onderzoek dat eind jaren negentig werd uitgevoerd is gebleken dat de afhandeling van de roofkunst uit de Tweede Wereldoorlog 'formalistisch, bureaucratisch en kil' is geweest. Om dit recht te zetten werd in 2001 een ruimhartige restitutieregeling in het leven geroepen.