Antwoorden op kamervragen van Agema over (NPCF)

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

MC-K-U-2938710

22 juli 2009

Antwoorden van minister Klink op de vragen van het Kamerlid Agema (PVV) over het bericht dat de Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie (NPCF) bijna een kwart miljoen euro subsidie heeft ontvangen voor het betalen van een interim-directeur terwijl de oude directeur voor VWS is gaan werken (2009Z11375).

Vraag 1

Zijn de berichten “Rel: 2,3 ton subsidie patiëntenclub” 1) en “2,3 Ton voor NPCF-bestuurder ad interim” waar? 2)

Antwoord 1

Ja, de toenmalige Stichting Fonds PGO heeft over de periode april 2008-maart 2009 deze aanvullende subsidie aan de NPCF verstrekt voor de kosten van een interim-directeur.

Vraag 2

Wist u dit?

Antwoord 2

De desbetreffende aanvullende subsidies zijn verstrekt door het bestuur van de toenmalige Stichting Fonds PGO. Het bestuur heeft daarover contact gehad met VWS.

Vraag 3

Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat de NPCF 230.00 euro extra krijgt voor een interim-bestuurder bovenop de reguliere subsidie, terwijl er geld tekort is in de zorg en exorbitante beloningen in de zorg sowieso bestreden moeten worden?

Antwoord 3

De NPCF heeft in 2008 aanvullende subsidie gevraagd aan de toenmalige Stichting Fonds PGO na het vertrek van de voorgaande directeur. De gevraagde bedragen waren bedoeld voor de bekostiging van een interim-directeur in de periode april 2008 tot en met maart 2009. Behalve de kosten van de interim-directeur omvatten de genoemde bedragen ook de kosten voor BTW, een tarief van ongeveer 20% voor het bureau dat de interim-manager uithuurt, de kosten voor pensioen- en arbeids¬ongeschiktheids¬verzekeringen en dergelijke. Overigens zijn er voor de vergoedingen voor interim-managers vooralsnog geen gereguleerde maxima.
De NPCF gaf de voorkeur aan tijdelijke inhuur van een interim-functionaris, omdat men met het oog op de toekomst een gedegen tussenfase wilde inlassen, alvorens de vacante directeursfunctie opnieuw definitief in te vullen. De NPCF heeft in de eerste subsidieaanvraag aangegeven dat ze haar federatie-structuur en de managementprofielen tegen het licht wilde houden en zo nodig omvormen. In het voorjaar van 2008, ontwikkelde de NPCF, daarnaast tezamen met de CG-Raad, het CSO, het Landelijk Platform GGz en het Platform VG, een plan voor één ‘brancheorganisatie’ voor de pgo-sector. Dit proces was voor de NPCF een tweede aanleiding voor de tijdelijke inhuur van een interim-directeur.
De toenmalige Stichting Fonds PGO heeft besloten de aanvullende subsidies toe te kennen, omdat de NPCF zich anders in de geschetste onzekere situatie langdurig had moeten vastleggen door een nieuwe manager in dienstverband aan te trekken. De Stichting Fonds PGO heeft willen bijdragen aan het functioneren van de NPCF in het bijzonder en het pgo-veld in den brede, mede in het licht ook van het streven naar één brancheorganisatie, door de NPCF aanvullend te subsidiëren voor de kosten van tijdelijke invulling van de directeursvacature met een interim-manager. Overigens heeft de NPCF op 1 juni 2009 weer een directeur in dienstverband aangesteld, gesalarieerd volgens de gangbare directieschalen van de CAO Welzijn.
De toentertijd geldende subsidie¬regeling bood het Fonds PGO de ruimte om tot zijn besluit te komen. De Stichting Fonds PGO beschikte in het jaar 2008 binnen haar subsidiemiddelen over een budget voor projectsubsidies. De onderhavige subsidies zijn verstrekt op basis van de (inmiddels niet meer geldende) Algemene Subsidiebepalingen Stichting Fonds PGO. Inmiddels is per 1 januari 2009 de nieuwe Subsidieregeling PGO ingevoerd. Deze regeling omvat instellings- en projectsubsidies, waarbij toekenning van de laatste plaatsvindt op basis van het advies van een onafhankelijke Programmaraad.
Op grond van het advies van de Commissie-Dijkstal ‘Normeren en Waarderen’ wordt op dit moment wetgeving voorbereid. Op basis daarvan zal ook de normering van de inkomens van de topfunctionarissen in het VWS-veld gestalte krijgen. Bij de voorbereiding van de bedoelde wetgeving zijn de vergoedingen voor onder meer interim-managers een punt van aandacht.

Vraag 4

Deelt u de mening dat de schijn van vriendjespolitiek hier aanwezig is, aangezien de extra subsidie bij VWS vandaan komt, waar de oud-directeur is gaan werken? Hoe gaat u dit herstellen?

Antwoord 4

Er is geen enkel verband tussen de beide aangelegenheden. Ook ben ik overigens van oordeel dat de besluitvorming door de Stichting Fonds PGO aan de eisen van zorgvuldigheid voldoet.

1) AD, 12 juni 2009
2) Zorgvisie, 12 juni 2009

Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Leijten (SP), ingezonden 15 juni 2009 (vraagnummer 2009Z11261)