Koenders: internationale steun Afghanistan moet beter

Minister Koenders vindt dat de internationale steun aan Afghanistan verbeterd moet worden. Nederland geeft volgens de organisatie ACBAR het goede voorbeeld als het gaat om het geven van hulp aan Afghanistan, maar internationaal laten veel landen het afweten.

In een reactie op de kritische conclusies van het rapport van ACBAR (Agency Coordinating Body for Afghan Relief) dat eerder deze week uit kwam zegt minister Bert Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) “Die kritiek geldt niet voor Nederland. Wij presteren volgens het rapport juist relatief goed omdat we grotendeels ongebonden werken via de Afghaanse structuur, de Afghaanse regering en lokale hulporganisaties. Er is een capaciteitsgebrek in Afghanistan en soms betekent dat dat er net te weinig mensen of plannen zijn, zodat we het geld niet verantwoord kunnen uitgeven. Nederland loopt op schema, maar dat geldt niet voor heel veel andere landen, die vaak ook buiten de lokale Afghaanse structuur werken”.

Deze week verscheen het kritische rapport ‘Falling Short: Aid effectiveness in Afghanistan’ van ACBAR, waarin wordt gesteld dat een groot deel van de toegezegde hulp Afghanistan niet bereikt, hoge onkostenvergoedingen worden betaald, weinig donorcoördinatie plaatsvindt en veel uitgaven buiten de Afghaanse overheid om plaatsvinden. Koenders: “Veel landen beloven heel veel voor de publieke opinie en betalen dan vervolgens niet of krijgen het niet door hun parlement”.

Nederland bepleit internationaal voor goede afstemming van internationale wederopbouwactiviteiten en inzet van donorgelden via de Afghaanse overheid. Koenders: “We moeten niet vergeten dat juist de Afghaanse overheid, daarin ondersteund door de VN, een belangrijke rol heeft te spelen bij donorcoö rdinatie. En marge van de Wereldbankvergadering (12- 14 april) heb ik het initiatief genomen tot een coördinatie-overleg met de belangrijkste donoren in Zuid-Afghanistan, zoals Duitsland, Noorwegen, en de VS”.