Persconferentie na ministerraad van 4 september 2009

Minister-president Balkenende gaat het begin van de persconferentie na de ministerraad in op de onderzoeken naar de gebeurtenissen op Koninginnedag.

Vandaag hebben we in de ministerraad stilgestaan bij Koninginnedag. Een Koninginnedag die dit jaar zo geweldig mooi begon en die zo dieptriest eindigde. We hebben allemaal nog steeds de beelden voor ons. En we denken aan de nabestaanden, en de familieleden, gewonden. Mensen die nog elke dag ervaren wat het is om zo'n tragedie te hebben moeten meegemaakt. Er is na die Koninginnedag veel onderzoek verricht.

Drie organisaties hebben alles nadrukkelijk en nauwgezet bekeken, geanalyseerd en dat leidt tot de bevinden die vandaag naar voren zijn gekomen. Op deze plaats hecht ik eraan om nog eens te zeggen hoe zeer wij Nederlanders hechten aan het open en feestelijke karakter van Koninginnedag. Het is een groot goed dat we elk jaar zo'n feestdag kunnen hebben. En daar moeten we vooral ook mee door kunnen gaan.

Natuurlijk hebben we oog te hebben voor de beveiligingsaspecten. De beveiliging van de Koninklijke Familie. Dat het een mooi feest kan zijn, maar ook dat het een veilig feest kan zijn. Het is goed ook om vandaag, nu de analyses bekend zijn, nog eens duidelijk aan te geven dat wij hechten aan dat ongedwongen karakter van Koninginnedag. Een feest voor iedereen, en dat willen we graag zo houden. Voor de Nederlandse bevolking, en voor de leden van de Koninklijke familie. Een belangrijke dag, maar wel stilstaan bij wat er zich heeft afgespeeld. Later op deze middag zullen de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken een persconferentie geven en zullen dan nader ingaan op de aanbevelingen en de bevindingen van de onderzoeken. Maar dit wil ik graag zeggen naar aanleiding van onze gedachtewisseling in de ministerraad over dit onderwerp.

Ja, dit was wat gezegd is over de onderzoeken. Natuurlijk waren vandaag meer onderwerpen aan de orde. Laat ik eerst beginnen met minister Gerda Verburg. U allen heeft meegemaakt gisteravond dat ze onwel werd. Ik vond het buitengewoon naar voor haar. Tijdens een debat overkomt je zoiets. Ze is dan ook direct weggegaan uit de vergaderzaal. Ze is naar de ministerskamer geweest en daarna is ze naar het ziekenhuis gegaan.

Ik heb zowel gisteravond als vandaag verschillende keren contact met haar gehad. Ze heeft inmiddels het ziekenhuis verlaten. Ze zegt dat ze zich goed voelt. Er is een uitgebreid onderzoek geweest. Er zijn geen ernstige dingen aan het licht gekomen. Ze zou nog even naar het ministerie gaan om daar enkele handen te schudden, maar voor het overige gaat ze het nu wel even rustig aan doen in dit weekend, na alles wat zich heeft afgespeeld gisteren. Ik ben blij dat er geen erge dingen zijn gebeurd. Gerda Verburg is iemand die - ik zei het gisteren al - zeer sportief is. En als dan ineens zoiets gebeurt dan is dat gewoon erg triest. Ik ben blij dat het onderzoek heeft plaatsgevonden en ik hoop dat ze zo snel mogelijk weer aan de slag kan. Dit wat betreft de minister van Landbouw. U kunt zich natuurlijk voorstellen dat ook de leden van het kabinet zeer met haar meeleven.

Een tweede punt wat betreft een punt van meer personele aard betreft een benoeming. Vandaag hadden we een benoeming van een lid van de Raad van State en dat is mevrouw Yvonne Timmerman-Buck, de huidige voorzitter van de Eerste Kamer. Deze benoeming gaat in per 1 november en vanaf deze plaats wil ik haar van harte gelukwensen met deze benoeming.

En dan een derde punt. We zitten natuurlijk nu in de voorbereiding voor Prinsjesdag. En Prinsjesdag zal natuurlijk in het teken staan van de huidige financieel-economische ontwikkeling. Daar loop ik niet op voorruit, maar gisteren heb ik in Tilburg bij de opening van het academisch jaar een toespraak gehouden. Daar ben ik ingegaan op de economische ontwikkeling. Ik heb daar aangegeven dat de crisis die we meemaken wat betreft schaal, intensiteit en omvang ongekend is en dat vergt natuurlijk een visie op de langere termijn. We merken op het ogenblik dat het noodzakelijk is - en dat blijkt ook uit organisaties als OESO of de ECB - dat je voorlopig de economie hebt te stimuleren. Nu snijden dat zou de economie te veel schade toebrengen, maar tegelijkertijd heb je oog te hebben voor de financiële aspecten, want we hebben ook te maken met oplopende financieringstekorten, een staatsschuld die hoger wordt, en dat betekent dat zoiets als de exit-strategie van grote betekenis is. Dat merk ik ook in Europees verband. Steeds meer oog zal er ook zijn voor de vraag hoe je de overheidsfinanciën weer op orde krijgt. Dat zal ongetwijfeld de komende tijd aan de orde zijn als we debatten hebben. En we hebben vandaag een aantal zaken besproken die te maken hebben met de voorbereiding voor Prinsjesdag.

Ik heb zo-even iets gezegd over mevrouw Verburg. Juist ook vanwege haar afwezigheid en ook op haar verzoek hebben we gezegd: het thema Westerschelde zullen we dan komende vrijdag aan de orde stellen, want ze wil graag bij de behandeling van dit onderwerp aanwezig zijn, zodat wij op het ogenblik wel kort hebben teruggeblikt op het Kamerdebat, maar we hopen er volgende week mee verder te gaan in aanwezigheid van de minister van LNV. Dit wat betreft een aantal zaken die vandaag aan de orde waren.