Situatie zuivelmarkt onder de loep

De Landbouw- en Visserijraad van maandag 7 september stond vooral in het teken van de situatie op de zuivelmarkt.

Zuivelmarkt

De raad van landbouwministers debatteerde over het rapport over de situatie op de zuivelmarkt dat de Europese Commissie op 22 juli had uitgebracht. De Commissie concludeert in dat rapport dat de ingeslagen koers wordt vastgehouden, ondanks de slechte situatie op de zuivelmarkt. De Commissie benadrukt dat de (middel) lange termijnverwachting voor de zuivelmarkt nog altijd positief is. Tegelijkertijd stelt de Commissie een aantal maatregelen voor om de melkveehouders te ondersteunen, zoals het verlengen van de interventieperiodes voor boter en magere melkpoeder. Dit betekent dat boter en melkpoeder tijdelijk uit de markt wordt gehaald in afwachting van betere prijzen.

Alle lidstaten van de Europese Unie reageerden aan de hand van drie vragen op het rapport over de situatie op de zuivelmarkt. Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) zei in haar reactie dat zij zich helemaal kan vinden in de analyse van de zuivelmarkt die de Commissie maakt. "De situatie op de zuivelmarkt is op dit moment zorgelijk, en dat doet pijn. We moeten ons echter niet laten verleiden tot paniekmaatregelen, maar ons richten op de toekomst. En de perspectieven voor de toekomst blijven onverminderd goed. De eerste tekenen van marktherstel zijn al te zien", aldus Verburg.

Een aantal lidstaten waaronder Duitsland en Frankrijk wilde verdergaande maatregelen zoals het bevriezen van de quotumverruiming. Dat zou betekenen dat de melkquota niet elk jaar met minimaal 1% zouden worden verruimd, zoals afgesproken in het health check-akkoord van november 2008 (evaluatie van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid).

Europees Commissaris Fischer Boel van Landbouw en Plattelandsontwikkeling sloot de discussie af met te zeggen dat de Europese Unie geen maatregelen kan nemen die haaks staan op het health check-akkoord, zoals het bevriezen van de quotumverruiming.

Minister Verburg is blij dat de Commissaris vast houdt aan de afspraken die zijn gemaakt in het health check-akkoord. Verburg: "Melkveehouders moeten weten waar ze aan toe zijn en hebben niets aan een onvoorspelbare overheid. Het melkquoteringssysteem houdt in 2015 op te bestaan en een verruiming van de melkquota met 1% per jaar moet zorgen voor een 'zachte landing' van het melkquoteringssysteem. Nederlandse boeren melken meer dan ze quotum hebben en moesten daardoor in het afgelopen jaar zo'n 43 miljoen euro aan boete betalen (superheffing). De wereldwijde vraag naar zuivelproducten neemt toe. Nederlandse melkveehouders zijn goede en concurrerende boeren die prima kunnen functioneren op de wereldmarkt. En dan werkt een melkquoteringssysteem knellend." De Commissaris benadrukte verder dat lidstaten mogelijkheden hebben om in eigen land melkveehouders te ondersteunen met behulp van bijvoorbeeld een uittredingsregeling. Minister Verburg kiest ervoor om vanaf 16 oktober aanstaande de bedrijfstoeslagen vervroegd uit te keren aan bedrijven waarbij alle controles hebben plaatsgevonden.

Vervoer van levende dieren

Op verzoek van Nederland heeft het voorzitterschap het transport van levende dieren op de agenda gezet. Minister Verburg vroeg aandacht voor het welzijn van dieren tijdens transport. Zij vindt dat handhavingsinstrumenten versterkt kunnen en moeten worden. "Een voorbeeld van een goed handhavingsinstrument is het gebruik van navigatiesystemen in combinatie met een EU-database. Navigatiegegevens kunnen dan gebruikt worden als bewijsmateriaal voor inspectieautoriteiten om overtredingen aan te pakken", aldus Verburg.

De Europese Commissie werkt aan een herziening van de Europese Transportverordening. Verburg hoopt dat de Commissie spoedig met een voorstel komt en dat handhavingsinstrumenten als navigatiesystemen en een database daarin opgenomen worden.

Een aantal lidstaten zoals Denemarken, Verenigd Koninkrijk, Bulgarije, Oostenrijk, Litouwen en Duitsland en ook Europees Commissaris Vassiliou voor Gezondheid en Consumenten deelde de zorgen van minister Verburg.

Dierlijke bijproducten

Verder hebben de Europese ministers van Landbouw ingestemd met een nieuwe basisverordening voor dierlijke bijproducten. De verordening bevat maatregelen om risico's voor dier- en volksgezondheid te vermijden en te beheersen. De regels gaan over het gebruik of het verwijderen van dierlijke producten die niet bestemd of niet geschikt zijn voor menselijke consumptie.

De verordening is meer risicogebaseerd en is daarmee een vereenvoudiging van de huidige regels. De nieuwe verordening onderkent bijvoorbeeld dat er in de cosmetica- en farmaceutische industrie slechts zeer geringe risico's zijn voor dier- en volksgezondheid. Voor deze producten is een zogenaamd 'eindpunt' bepaald, waarna de voorschriften voor het gebruik van dierlijke bijproducten niet meer van toepassing zijn. Een eindpunt kan ook voor andere producten buiten de voedselketen worden vastgesteld, zoals voor voer voor huisdieren.

De wijziging moet leiden tot vereenvoudiging en verduidelijking van de regelgeving en vermindering van administratieve lasten, zonder de fundamenten aan te tasten die de afgelopen jaren hun waarde hebben bewezen. Eén van de fundamenten is de mogelijkheid om stromen van bijproducten producten te kunnen traceren. Daarom is ervoor gekozen om onder de nieuwe regelgeving ook transporteurs te registreren als zij dierlijke bijproducten vervoeren.