Antwoorden op kamervragen van Karabulut en Van Gerven over taal- en cultuurproblemen in zorginstellingen

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ-K-U-2944299

9 september 2009

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Karabulut en Van Gerven (beiden SP) over over taal- en cultuurproblemen in zorginstellingen (2009Z13506).

Hoogachtend,

Mede namens de Minister van Wonen, Wijken en Integratie
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht “Na zes weken taalles de OK in”? 1)

Antwoord 1

Ik heb het bericht met belangstelling gelezen.

Vraag 2

Hoe staat het met de taaltoets voor zorgpersoneel? Deelt u de mening dat gezien het belang voor de zorg niet alleen de zorginstellingen zelf maar ook u een verantwoordelijkheid hierin heeft? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Aan de toegang tot c.q. uitoefening van een beroep in Nederland kan een taaleis worden verbonden. Bij de uitoefening van een beroep kan het gaan om gereglementeerde beroepen en niet-gereglementeerde beroepen. Gereglementeerde beroepen zijn die beroepen waarvoor van overheidswege eisen worden gesteld aan de kwalificaties van de beroepsbeoefenaar. Met betrekking tot het zorgpersoneel wijs ik op de beroepen die geregeld zijn in het kader van de wet BIG. Om de mobiliteit van beroepsbeoefenaren in de gereglementeerde beroepen binnen de Unie mogelijk te maken, biedt richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties een systeem voor de wederzijdse erkenning van deze kwalificaties. Op 15 mei 2008 heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een overzicht van alle gereglementeerde beroepen in Nederland waarop deze richtlijn van toepassing is, aan uw Kamer doen toekomen (Kamerstukken II, 2007–2008, 31 059, nr. 10). Veel beroepen in de medische sector vallen onder deze richtlijn.

Artikel 53 van richtlijn 2005/36/EG bepaalt: «De begunstigden van de erkenning van beroepskwalificaties moeten beschikken over de talenkennis die voor de uitoefening van hun beroep in de ontvangende lidstaat vereist is». Volgens jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie (C-429/97) is het toetsen van taalkennis gerechtvaardigd mits daarbij het proportionaliteitsbeginsel in acht wordt genomen. Taalvereisten moeten dus proportioneel zijn in relatie tot de situatie waarin de betrokkene komt te werken en moeten van geval tot geval worden beoordeeld. Het is primair de verantwoordelijkheid van de werkgever/zorginstelling waar de betrokkene komt te werken, om te beoordelen of deze voldoende taalkennis heeft om zijn beroep goed en op verantwoorde wijze te kunnen uitvoeren. Deze kan ook op individueel niveau het beste overzien in welke situatie de betrokkene komt te werken. Uit het artikel, waarop u uw vragen baseert, blijkt dat de betrokken zorginstellingen deze verantwoordelijkheid zelf ook nemen. Dat vind ik een goede zaak.

Voor de niet-gereglementeerde beroepen geldt dat de toegang tot en uitoefening van het beroep niet door de overheid wordt gecontroleerd. Het is aan de markt, i.c. de werkgever, om te bepalen of een bepaalde beroepsbeoefenaar over voldoende functiegerelateerde kennis en vaardigheden beschikt. De (rijks)overheid speelt daar als nationale wetgever geen rol in.

Vraag 3

Deelt u de mening van de heer E. M. van de Nederlandse Vereniging Leidinggevende Operatieafdeling dat taal- en cultuurproblemen tussen arts en assistent een negatief effect hebben op het verloop van een operatie? Zo ja, wat gaat u doen om de taal- en cultuurproblemen in zorginstellingen op te lossen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Communicatie in de zorg is erg belangrijk voor het goed verlopen van zorgprocessen. Taal- of cultuurproblemen kunnen een goede communicatie in de weg staan. Zoals blijkt uit mijn antwoord op vraag 2 ligt de verantwoordelijkheid voor goede communicatie ligt primair bij de zorgverlener en de instelling. Het is de verantwoordelijkheid van zorginstellingen om te zorgen dat zorgprocessen goed verlopen en dat er kwalitatief hoogwaardige zorg wordt geleverd. Hieronder valt ook de verantwoordelijkheid voor goede communicatie.

Overigens is goede communicatie niet alleen voor buitenlands personeel een belangrijk aandachtspunt.

Vraag 4

Wat is uw reactie op het in het artikel gestelde dat het HagaZiekenhuis, en de vier andere medische centra in het land, de taal- en cultuurproblemen voor lief nemen?

Antwoord 4

Ik heb het artikel gelezen en hieruit leid ik af dat instellingen de taal- en cultuur problemen niet voor lief nemen. Door middel van experimenten, talencursussen en training op de werkvloer worden buitenlanders voorbereid op hun werkzaamheden binnen een Nederlandse zorginstelling.

1) AD, 2 juli 2009: “Na zes weken taalles de OK in”
http://www.ad.nl/binnenland/3336836/Na_zes_weken_taalles_de_OK_in.html