Toespraak staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij de ondertekening van de convenanten jeugdwerkloosheid op 9 september 2009 in Den Bosch

Dames en heren,


Ik heet u allen van harte welkom. Ik wil graag beginnen met Den Bosch te bedanken voor het werk dat in korte tijd is verzet om deze bijeenkomst mogelijk te maken. Een compliment aan Den Bosch is ook op zijn plaats omdat u als eerste uw convenant inleverde om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. Dat is de reden dat we vandaag hier zijn.

Ik sta hier met gemengde gevoelens. Waarschijnlijk geldt dat ook voor u. Aan de ene kant ben ik trots dat we zo snel zo veel gemeenten hebben kunnen mobiliseren om wat te doen aan de oplopende jeugdwerkloosheid. Trots ben ik op u, vertegenwoordigers van de 24 gemeenten met wie we hier vandaag afspraken over maken. Aan de andere kant hadden we hier natuurlijk beter niet kunnen zijn, ondanks het feit dat het goed toeven is in Den Bosch. En dat geldt ook voor dit gebouw, de School van de Toekomst van het Koning Willem I College. Over de toekomst gaat het vandaag. De toekomst van al die jongens en meisjes die van school zijn gekomen en die graag aan de slag willen.

Het was beter geweest als zij gewoon op eigen kracht - zonder hulp van de overheid - een baan hadden gevonden. Zoals dat vorig jaar nog gebeurde. Als ze toen al niet vóór het eindexamen van school waren geplukt door werkgevers die hun vacatures niet vervuld konden krijgen. Het klinkt nu misschien wat merkwaardig, maar toen hadden we nog volop economische groei, lage werkloosheid en veel vacatures.

Na 15 september 2008, toen de financiële wereld in elkaar stortte, zijn de tijden in hoog tempo veranderd. Zeker voor een van de meest kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt: jongeren.

De jeugdwerkloosheid is duidelijk aan het oplopen, blijkt uit de CBS-cijfers. Dat uit zich nog niet in een grote toeloop op het UWV-werkbedrijf of de gemeentelijke sociale diensten. Maar de verwachting is dat dit de komende periode in toenemende mate gaat gebeuren. De ervaring leert namelijk dat de jeugdwerkloosheid in tijden van laagconjunctuur harder stijgt dan de algemene werkloosheid. Gemiddeld is de jeugdwerkloosheid ongeveer twee keer zo hoog.

Het kabinet heeft maatregelen genomen om de pijn van de crisis die ons in alle hoeken en gaten raakt te verzachten. We kunnen de crisis niet oplossen. Wel kunnen we de ergste gevolgen opvangen. Voor de bestrijding van de jeugdwerkloosheid heeft het kabinet tot en met 2011 250 miljoen euro uitgetrokken. Geld om perspectief te bieden aan alle jongeren die door de crisis buiten de boot dreigen te vallen. Daarnaast is er eenzelfde bedrag om jongeren langer te laten leren en daarmee meer perspectief te geven.

We kunnen dat perspectief niet vanuit Den Haag alleen bieden. Daarvoor hebben we hulp nodig uit de regio. Uw hulp. In de regio kunnen knelpunten op de arbeidsmarkt het beste worden opgelost. Of het nu gaat om oplopende werkloosheid of om moeilijk te vervullen vacatures. Daarom hebben de dertig grote Werkpleinen een centrale rol gekregen bij de aanpak van de jeugdwerkloosheid.

En ondanks de treurige aanleiding doet het mij ontzettend goed dat we hier vandaag met 24 van de dertig gemeenten afspraken kunnen maken over de bestrijding van de jeugdwerkloosheid. En wees niet ongerust als u collega’s mist: de andere zes regio’s volgen heel binnenkort.

Alkmaar, Almere, Amersfoort, Amsterdam, Apeldoorn, Breda, Dordrecht, Eindhoven, Goes, Gouda, Groningen, Haarlem, Heerlen, ’s-Hertogenbosch, Hilversum, Leiden, Nijmegen, Rotterdam, Tiel, Tilburg, Utrecht, Venlo, Zaanstad en Zwolle. Dat zijn de steden en de regio’s waarom het vandaag gaat. U bent de voorhoede, de koplopers. U heeft de afgelopen weken werkelijk keihard gewerkt, bergen werk verzet. Dat geldt overigens ook voor de andere zes gemeenten: Arnhem, Den Haag, Doetinchem, Emmen, Enschede en Leeuwarden.

Vandaag heb ik niets dan hulde. Hulde voor uw snelle handelen. Het kan ertoe bijdragen dat niet opnieuw een verloren generatie ontstaat zoals bij de economische crisis aan het begin van de jaren tachtig. Veel schoolverlaters die werkloos werden in die recessieperiode hebben jaren nodig gehad om zich alsnog een positie op de arbeidsmarkt te verwerven. Sommigen ondervinden zelfs tot op de dag van vandaag nog de gevolgen. Dat schrikbeeld mag zich niet herhalen. U heeft de schouders eronder gezet om dat ook niet te laten gebeuren. Met ambitieuze en vernieuwende plannen. Zoals het plan van Groningen om jongeren die met meerdere problemen tegelijk kampen te helpen bij het opbouwen van een sociaal netwerk. Dat maakt het makkelijker om hulp én werk te vinden. Of het voorbeeld van Nijmegen waar een braakliggend terrein wordt gebruikt om werkloze jongeren op te leiden tot kweker of ondernemer. Of – ik ga maar willekeurig en kris kras door het land – Rotterdam, waar werkloze jongeren een menukaart met keuzegerechten voorgeschoteld krijgen. Die gerechten zijn dan concrete banen en stages. Zomaar wat interessante voorbeelden. Zonder andere gemeenten tekort te willen doen.

U gaat nu aan de slag met de uitvoering van de afspraken. Dat is niet vrijblijvend. Er rust een grote verantwoording op uw schouders. En ik wil u oproepen om ondertussen ook goed te blijven kijken naar wat de jongeren tot 27 jaar in uw gemeente doen. De jongeren die al een tijdje van school zijn maar in deze moeilijke tijd wellicht ook tussen wal en schip vallen. Melden zij zich aan voor werk? Gaan ze terug naar school? We moeten nu niet hebben dat jongeren werkloos op de bank blijven zitten. Wachten tot de crisis over waait. Want dan ontstaat er zo’n groot gat op hun cv dat zij nog maar moeilijk aan de slag komen als de vraag naar werknemers weer stijgt.

Over uw hoofden heen wil ik ook alle jongeren en hun ouders oproepen om in actie te komen. Jongeren: wacht niet af, ga solliciteren, ga naar het werkplein, ga terug naar school. Ouders: voorkom dat uw kind kiest voor een carrière op de bank, de bank thuis wel te verstaan.

Dames en heren, zoals gezegd heeft het kabinet dit voorjaar 250 miljoen euro uitgetrokken voor de aanpak van de jeugdwerkloosheid. Een flink deel van dat geld wordt besteed aan de plannen die we vandaag met u en binnenkort met de andere zes gemeenten afspreken. Daarnaast zijn de regels van het Europees Sociaal Fonds zo aangepast dat het geld daaruit vanaf nu ook kan worden gebruikt voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid.

Concreet betekent dit voor de komende jaren tot en met 2011 nog eens 75 miljoen euro uit het Europees Sociaal Fonds om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. De dertig gemeenten die een voortrekkersrol hebben in de strijd tegen de jeugdwerkloosheid kunnen er gebruik van maken. Zij kunnen er de regionale actieplannen mee financieren. Ook bedrijfstakken kunnen er via hun Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen een beroep op doen. Nog 75 miljoen euro in de strijd tegen de jeugdwerkloosheid! Aanvragen kunnen al vanaf 1 oktober aanstaande bij het ministerie van SZW worden ingediend. De enige voorwaarde is dat het moet gaan om activiteiten ter voorkoming van jeugdwerkloosheid, dan wel om scholing, opleiding en arbeidsinpassing van jongeren, én dat die activiteiten aansluiten bij het regionale actieplan.

Er zijn dus volop middelen beschikbaar om te voorkomen dat de schoolverlaters van dit jaar werkloos langs de kant blijven staan. Maak er ook gebruik van. We mogen niet berusten in een sterk oplopende jeugdwerkloosheid. In de eerste plaats niet voor die jongens en meisjes zelf. En we kunnen het ons als samenleving al evenmin veroorloven. Want als de economie aantrekt hebben we goed opgeleide en ervaren jongeren nodig om te voldoen aan de vraag die de arbeidsmarkt dan zal stellen.

Dames en heren ik laat u niet langer wachten. We gaan doen waarvoor we naar Den Bosch zijn gekomen, namelijk het ondertekenen van de convenanten.

Ik dank u wel.