Genitale verminking, maagdenvlies hersteloperaties, abortus

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

PG/JFB 2.950.849

11 september 2009


Geachte voorzitter,

Zoals toegezegd in het Algemeen Overleg over de Evaluatie van de Jeugdgezondheidszorg van 3 april 2008 informeer ik u over de stand van zaken binnen de jeugdgezondheidszorg met betrekking tot de signalering van genitale verminking, maagdenvlieshersteloperaties en abortussen. U heeft mij tevens gevraagd na te gaan of deze onderwerpen een apart signaleringpunt voor de jeugdgezondheidszorg moeten worden.

In mijn notitie van 15 juni j.l. “Onze jeugd van tegenwoordig” ga ik op de leefwereld en leefstijl van jongeren in. Een aantal onderwerpen - waaronder meisjes en seksualisering - krijgen speciale aandacht in de notitie. In de notitie vraag ik alle betrokkenen zoals professionals die met jeugd en gezin werken en gemeenten om aandacht voor de specifieke problematiek van meisjes. Ook geeft de notitie het belang van seksuele gezondheid aan. De staatssecretaris van VWS is primair verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van seksuele gezondheid.
Op de rol van de jeugdgezondheidszorg bij genitale verminking, maagdenvlieshersteloperaties en abortussen ga ik onderstaand in.

Vrouwelijke genitale verminking

Vrouwelijke genitale verminking schendt de rechten van het kind en is een zeer ernstige en ingrijpende vorm van kindermishandeling. Het heeft vaak zeer schadelijke gevolgen voor de lichamelijke, psychische en seksuele gezondheid en het welzijn van jonge meisjes en vrouwen. Genitale verminking of meisjesbesnijdenis is daarom reeds een signaleringspunt voor de jeugdgezondheidszorg. Jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen hebben vanaf het eerste contactmoment aandacht voor meisjesbesnijdenis. Zij bespreken dit met ouders en familie van meisjes uit landen waar meisjesbesnijdenis wordt gepraktiseerd. Meisjesbesnijdenis komt tijdens de contactmomenten aan de orde totdat er zekerheid bestaat dat het risico voor het meisje om besneden te worden niet, of niet meer aan de orde is. Basis voor deze gesprekken vormt het gespreksprotocol meisjesbesnijdenis dat de AJN heeft opgesteld. Het gespreksprotocol structureert de gesprekken, geeft aandachtspunten en reikt argumenten aan om ouders te overtuigen van de onwenselijkheid en strafbaarheid van meisjesbesnijdenis. Daarnaast heb ik samen met mijn collega’s de staatssecretaris van VWS en de minister van Justitie op 20 november 2008 uw Kamer geïnformeerd over het voornemen om een Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in te voeren. Vrouwelijke genitale verminking maakt daar onderdeel van uit.
Deze Wet zal verschillende sectoren waaronder de jeugdgezondheidszorg verplichten om een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling op te stellen en volgens die meldcode te werken. In de meldcode worden stappen aangegeven die professionals moeten zetten bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling.

Abortus

De jeugdgezondheidszorg sluit aan bij het beleid van de staatssecretaris van VWS gericht op het bevorderen van gezond seksueel gedrag. Kernwaarden van dit beleid zijn autonomie, weerbaarheid, besef van wederkerigheid en respect en goede hulpverlening. De jeugdgezondheidszorg draagt hieraan bij door tijdens de contactmomenten informatie en advies te geven over de puberteit, seksuele rijping en relaties. Met deze inzet draagt de jeugdgezondheidszorg ook bij aan het voorkomen van ongewenste zwangerschap. Gezond seksueel gedrag staat aan de basis van het voorkomen van ongewenste zwangerschap en hiermee aan het voorkomen van abortus. Ik vind het van het grootste belang dat jongeren zelf verantwoordelijkheid nemen en voldoende zijn toegerust om ongewenste zwangerschap te voorkomen. Mocht er sprake zijn van een ongewenste zwangerschap dan is onderdeel van goede hulpverlening een gesprek met de zwangere vrouw waarin abortus en de alternatieven daarvoor worden besproken.

Maagdenvlieshersteloperaties

Als laatste wil ik ingaan op maagdenvlieshersteloperaties. De minister van VWS heeft eerder naar aanleiding van kamervragen van mw. Arib (7 maart 2008) over de discussie omtrent het maagdenvlies, aangegeven dat dit thema vanuit verschillende beleidsvelden aandacht krijgt. Het gaat dan om integratiebeleid, emancipatiebeleid en beleid gericht op seksuele en relationele vorming. De minister en staatssecretaris van VWS zullen in het najaar een concrete uitwerking hieraan geven in hun beleidsbrief over seksuele gezondheid en weerbaarheid. De brief zal aandacht geven aan de rol van de jeugdgezondheidszorg bij het bevorderen van gezond seksueel gedrag en ook ingaan op maagdenvlieshersteloperaties.

Hoogachtend,

de Minister voor Jeugd en Gezin,

mr. A. Rouvoet