Overheidsschuld stijgt door crisis

De crisis is van grote invloed geweest op de ontwikkeling van de EMU-schuld sinds de presentatie van de vorige Miljoenennota. De financiële crisis en de ingrepen in de financiële sector hebben de schuld fors verhoogd.

Deze ingrepen waren noodzakelijk om de rust op de financiële markten te herstellen, en de stabiliteit van het financiële stelsel te waarborgen. Door de interventies is niet alleen de schuld toegenomen, maar heeft de overheid ook meer bezit verkregen. Dit bezit heeft op dit moment een waarde van ca. € 46 miljard en telt niet mee in de berekening van de EMU-schuld, maar staat wel op de staatsbalans.

De EMU-schuld bedroeg eind 2008 euro347 miljard en zal naar verwachting eind 2009 € 343 miljard bedragen. Dit is gelijk aan 60% van het bruto binnenlands product (BBP). Eind 2010 wordt een EMU-schuld van € 381 miljard verwacht (66% van het BBP).

De staatsschuld is het grootste deel (circa 85%) van de EMU-schuld. De staatsschuld bedroeg eind 2008 € 301 miljard en bedraagt € 294 miljard eind 2009, oplopend naar € 328 miljard eind 2010. De EMU-schuld is het totaal van alle uitstaande leningen die ten laste komen van de collectieve sector: het Rijk, de sociale fondsen en de lokale overheden (minus hun onderlinge schuldverhouding).

In figuur 1 staan de wijzigingen van de EMU-schuld ten opzichte van de projectie in de Miljoenennota 2009. De oorzaken van de verschillen zijn apart aangegeven. De schuld is hierbij gepresenteerd als percentage van het BBP.

Eind 2008 is de schuld groter geworden door de ingrepen in de financiële sector, vooral door de aankoop van Fortis en ABN-AMRO en door de overbruggingskredieten aan Fortis. In 2009 en 2010 is het effect van de interventies in de financiële sector kleiner, omdat Fortis een groot deel van de overbruggingskredieten heeft afgelost. Na overschotten in voorgaande jaren is in 2009 en 2010 sprake van oplopende begrotingstekorten (vooral door automatische stabilisatie) waardoor de overheidsschuld verder stijgt ten opzichte van de projectie in de vorige Miljoenennota.

Door de hogere schuld zijn de rentelasten voor de staat gestegen. In 2010 bedragen de rentekosten naar verwachting 11,1 miljard euro. Hier staan rentebaten tegenover van in totaal € 0,6 miljard: € 0,2 miljard vanwege leningen aan Fortis en € 0,4 miljard dankzij het schatkistbankieren van publieke instellingen. Schatkistbankieren houdt in dat publieke instellingen hun middelen aanhouden in de schatkist en kunnen lenen via de Staat. Het aantal deelnemers aan het schatkistbankieren neemt de komende jaren naar verwachting verder toe.