Antwoorden op kamervragen van Bouwmeester en Spekman over het toepassen van elektroshocktherapie onder dwang

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ-K-U-2956210

28 september 2009
Betreft Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Bouwmeester en Spekman (PvdA) over het toepassen van elektroshocktherapie onder dwang (2009Z16074).

Hoogachtend,

de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Bouwmeester en Spekman over het toepassen van elektroshocktherapie onder dwang (2009Z16074)

Vraag 1

Kent u de TV-uitzending waarin melding wordt gemaakt van toepassing van elektroshocktherapie (ECT) onder dwang, terwijl deze toepassing blijvende schade kan aanrichten?

Antwoord 1

Ja, ik ben bekend met deze uitzending. ECT is een van de behandelingen die, met inachtneming van zorgvuldigheidseisen en zorgvuldigheidsvoorwaarden, is geaccepteerd binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in Nederland.

Vraag 2

Hoe vaak wordt ECT toegepast en hoe vaak onder dwang?

Antwoord 2

In Nederland worden – met instemming van de patiënt – per jaar circa 13.000 ECT-sessies gegeven bij ongeveer 650 patiënten . Dit gebeurt bij 24 psychiatrische afdelingen van een algemeen ziekenhuis en in 11 psychiatrische ziekenhuizen. Uit de Bopzis-registratie van de IGZ blijkt hoe vaak GGZ-instellingen ECT onder dwang melden. Over de periode 1999-2008 is dit jaarlijks gemiddeld 13 keer het geval geweest. Over de afgelopen tien jaar gaat het in totaal om 135 gemelde ECT-behandelingen onder dwang.

Vraag 3

Bent u bekend met de blijvende schadelijke gevolgen die deze toepassing kan aanrichten, en deelt u de mening dat ECT om die reden niet onder dwang toegepast mag worden? Zo ja, wat gaat u doen om dit te voorkomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

ECT is een medische behandeling die net als iedere interventie risico’s kent. ECT dient volgens de geldende richtlijn “Elektroconvulsietherapie” van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) te worden toegepast. In deze richtlijn zijn ook strikte eisen en criteria voor ECT onder dwang opgenomen.
In alle gevallen dient de psychiater een weloverwogen besluit aangaande ECT te nemen met afweging van de risico’s.

Onder bepaalde uitzonderlijke voorwaarden kan ECT in levensbedreigende situaties onder dwang worden toegepast. Van dwangbehandeling in de zin van de Wet BOPZ is sprake, als een behandelingsplan wordt uitgevoerd zonder overeenstemming over het plan of ondanks verzet ertegen. Er moet dan voldaan zijn aan de criteria van artikel 38, lid 5 van de Wet BOPZ. Dit komt erop neer dat er alleen mag worden behandeld, indien het nalaten van ECT de patiënt verder in levensgevaar zou brengen.

Vanuit de beroepsgroep wordt de komende periode nader onderzoek uitgevoerd naar de ECT-behandelingen in Nederland. Hierin wordt de werking van de behandeling maar ook de bijwerkingen meegenomen. In het kader van de kwaliteitborging gaat de NVvP een accreditatiesysteem voor ECT ontwikkelen.

Om deze redenen zie ik dan ook geen aanleiding om ECT onder dwang aan banden te leggen.