Antwoorden op kamervragen van Leijten over de misstanden bij Cordaan

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ-K-U-2951870

2 oktober 2009

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de misstanden bij Cordaan (2009Z14813).

Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker

Vraag 1

Wat is uw reactie op de artikelen “Cordaan onder vuur: zorg is “beneden peil””, “Vervuild, half dood, maar ‘het valt wel mee’” en “Eerst het geld, pas dan de patiënt”?

Antwoord 1

Signalen dat de kwaliteit van zorg bij een zorginstelling mogelijk tekort schiet neem ik altijd zeer serieus. Ik probeer een gedegen beeld te krijgen van de feitelijke situatie en beroep me daarbij op professionals die toezicht houden op zorginstellingen.

Vraag 2

Hoe oordeelt u over het schrappen van begeleiders op de groepen voor mensen die begeleiding nodig hebben?

Antwoord 2

Daar vel ik geen oordeel over. Het is aan instellingen om samen met cliënten invulling te geven aan het zorgplan op basis van de indicatie. De instelling is verantwoordelijk voor het op adequate wijze vertalen van de zorgvraag in een passend pakket aan zorg. Daarvoor zal voldoende personeel moeten worden aangetrokken.

Vraag 3

Bent u van mening dat door de bezuinigingen in de AWBZ de bezetting van een groep die begeleiding nodig heeft moet worden verminderd? Zo ja, kunt u dat toelichten waarom dat gewenst is? Zo neen, wat gaat u hieraan doen?

Antwoord 3

Er is geen sprake van een bezuiniging, maar van een ombuiging. Dit betekent dat de groei wordt afgeremd, maar niet dat alle beschikbare plaatsen niet kunnen worden opgevuld. Er blijven immers mensen die gebruik maken en kunnen blijven maken van begeleiding: mensen met een matige of zware beperking. De instelling is er zelf verantwoordelijk voor hoe zij de effecten van deze veranderingen organiseert, bijvoorbeeld door meer plaatsen open te stellen voor cliënten met matige beperkingen. Dit laat uiteraard onverlet dat de instelling kwalitatief verantwoorde zorg moet (blijven) verlenen.

Vraag 4

Wat is uw oordeel over het feit dat er nog maar naar één plek vervoer geregeld kan worden?

Antwoord 4

Cordaan Welzijn, Werk en Dagbesteding heeft aan zijn cliënten en aan de ouders en verwanten van de cliënten een brief gestuurd waarin staat dat in vervolg per dag vervoer naar en van één werkplek wordt geleverd. Waar voorheen vervoer naar een tweede (werk)plek mogelijk was, is dat nu zonder eigen betaling door de cliënt niet meer mogelijk. De instelling heeft de beleidsvrijheid om zijn zorg op dit punt naar eigen inzicht in te vullen, ik treed daar niet in. Ik verwacht wel dat instellingen daarbij een zorgvuldige afweging maken tussen diverse belangen, zoals de wensen van de diverse cliënten, de financiële mogelijkheden en de mogelijkheden van het personeel.

Vraag 5

Bent u van mening dat het vervoer van mensen van en naar dagbesteding wordt beperkt door de bezuinigingen in de AWBZ? Zo ja, kunt u toelichten waarom dat gewenst is? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?

Antwoord 5

Mensen met een indicatie voor begeleiding gedurende een dagdeel kunnen alleen op medische gronden ook vervoer op kosten van de AWBZ krijgen. Dit vervoer dient dan in het indicatiebesluit te zijn meegenomen. In alle andere gevallen moet de cliënt zelfstandig naar de dagbesteding komen. De pakketmaatregel begeleiding heeft in de regeling voor vervoer van en naar de instelling waar de begeleiding gedurende een dagdeel, voor zover die ten laste komt van de AWBZ, geen wijziging gebracht. Er is dus geen relatie tussen de mogelijkheden van vervoer en de pakketmaatregel in de AWBZ.

Vraag 6

Betekent deze maatregel dat bewoners of cliënten die op een dag bijvoorbeeld ook nog een bezoek aan de huisarts of ziekenhuis moeten brengen, geen dagbesteding hebben? Zo ja, wat is uw oordeel daarover?

Antwoord 6

Neen, het bezoeken van de huisarts of van een medisch-specialist staat los van de indicatie voor begeleiding. Er is dus geen relatie met de maatregel ten aanzien van de begeleiding in de AWBZ. Indien een bezoek aan de huisarts of een medisch-specialist noodzakelijk is, ligt het voor de hand dat de cliënt en de instelling die de begeleiding in dagdelen biedt hierover met elkaar overleggen.

Vraag 7

Bent u van mening dat zaken als zwemmen, sporten en uitstapjes onder een indicatie moeten vallen? Zo ja, waarom is dit niet een inherent onderdeel van het leven van mensen met een beperking of van ouderen? Zo neen, wat is uw oordeel over de argumentatie van Cordaan dat dit onder een indicatie moet vallen?

Antwoord 7

Nee, de hier genoemde activiteiten zijn geen onderdeel begeleiding zoals die deel uitmaakt van de AWBZ an sich. Tegelijkertijd is het zo dat zeker in een intramurale setting er wel voor gezorgd kan worden dat genoemde activiteiten aangeboden worden.

Vraag 8

Erkent u dat bewegen (sporten, zwemmen) goed is voor alle mensen om te voorkomen dat mensen bijvoorbeeld suikerziekte, overgewicht en/of artrose kunnen krijgen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat is uw oordeel over de uitgestelde kosten van aandoeningen als gevolg van deze bezuiniging?

Antwoord 8

Ja, maar dat behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van de cliënten die extramurale begeleiding voor rekening van de AWBZ krijgen.
Ik probeer op allerlei wijzen positief te stimuleren dat sport en bewegen ook voor gehandicapten georganiseerd wordt. Daartoe is onder meer met subsidie van VWS door Gehandicaptensport Nederland een programma gestart om bewegen en sport te bevorderen bij alle woonzorginstellingen in Nederland.

Vraag 9

Heeft Cordaan met de OR en de cliëntenraad overlegd over de bezuinigingen en de gevolgen daarvan? Zo ja, wat was het oordeel van deze organen? Zo nee, wat is uw oordeel hierover?

Antwoord 9

Ja. Cordaan heeft gemeld te hebben gesproken met de medezeggenschaps¬organen van cliënten en medewerkers. De vertegenwoordigers van cliënten en personeel betreuren de ingrepen in de AWBZ, maar erkennen de noodzaak voor Cordaan om te moeten bijsturen, volgens hen.

Vraag 10

Erkent u dat de suggestie ontstaat dat bij Cordaan het geld voorop staat, en niet de belangen van de patiënt (dan wel bewoner of cliënt)? Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo nee, kunt u dat toelichten?

Antwoord 10

Ik heb net als u gelezen wat er in de krant staat, maar dat vind ik onvoldoende basis om te oordelen. Zolang er geen signalen zijn dat de kwaliteit van de zorg of de continuïteit van de zorg in gevaar zijn, is er voor mij geen reden tot zorg/rol weggelegd. Het zorgkantoor en de Inspectie voor de Gezondheidszorg houden in het geval van Cordaan, overigens door Cordaan op de beschreven situatie gewezen, de vinger aan de pols.
Wel wijs ik de Raad van Bestuur van Cordaan, net als bij collega-instellingen, op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid voor een passende salariëring van bestuurders. Het is primair aan Cordaan om in samenwerking met cliënten en personeel om, vooruitlopend op wettelijke regelingen, hiermee bewust om te gaan.

Vraag 11

Bent u bereid de indicaties van de patiënten (dan wel bewoners of cliënten) van Cordaan te onderzoeken, en te kijken of er werkelijk sprake is van een verschuiving in de zwaarte van de indicaties? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke termijn kunt u de Kamer inlichten?

Antwoord 11

Nee, daartoe ben ik niet bereid. Het CIZ beoordeelt de zorgvragen van verzekerden/cliënten. Tegen de besluiten van het CIZ staat de mogelijkheid van bezwaar en beroep open. Het staat cliënten vrij daarvan gebruik te maken als zij menen dat het besluit het CIZ niet overeenstemt met hun zorgbehoefte.

Vraag 12

Bent u bereid de situatie bij Cordaan te betrekken bij het onderzoek naar de duurzaamheid van de dagbesteding in relatie tot de bezuinigingen in de AWBZ?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer is dat onderzoek klaar?

Antwoord 12

Alle signalen over dagbesteding neem ik mee in de quick scan dagbesteding. De situatie bij Cordaan is complexer dan alleen de duurzaamheid van de dagbesteding. Ik ben daarom van mening dat Cordaan niet onderdeel moet zijn van de quick scan dagbesteding.

Vraag 13

Bent u bereid het interne onderzoek over de misstand bij “Anja Jansen” op te vragen en naar de Kamer te sturen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer?

Antwoord 13

Nee, daar ben ik niet toe bereid. Het gaat om een intern onderzoek dat privacygevoelige informatie zou kunnen bevatten, op basis waarvan Cordaan beoordeelt of er sprake is geweest van onoirbare zaken en eventueel naar aanleiding daarvan maatregelen treft.

1 Het Parool, 15 augustus 2009
2 Brief aan alle cliënten van Cordaan AGO (in pictogrammen)
3 Kamerstuk 30 597, nr. 94