Antwoorden op kamervragen van Dibi over de ingrijpende veranderingen die de minister schetst voor de jeugdzorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DJ&G-K-U-2961249

Antwoorden van minister Rouvoet op kamervragen van het Kamerlid Dibi over de ingrijpende veranderingen die de minister schetst voor de jeugdzorg.

Vraag 1
Bent u bekend met het bericht “Rouvoet schetst ingrijpende verandering jeugdzorg”*, waaruit blijkt dat u te kennen heeft gegeven dat de jeugdzorg volgend jaar ingrijpend op de schop gaat?

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Deelt u de mening dat u duidt op een stelselwijziging, wanneer u constateert dat sommige problemen binnen de huidige kaders niet zijn op te lossen, en dat er een omslag bij gespecialiseerde vormen van jeugdzorg nodig is? Zo ja, welke conclusie trekt u hieruit? Zo nee, kunt u uitleggen waarom niet?

Antwoord 2
In mijn toespraak aan de Vrije Universiteit van 30 september jl. heb ik mijn visie geschetst op hoe de zorg voor kinderen beter kan in onze samenleving. Daarbij heb ik met zoveel woorden aangegeven dat ik het niet primair heb over een stelselwijziging in de betekenis van een wijziging in de bestuurlijke verantwoordelijkheden. Wel is het vanuit deze visie onvermijdelijk dat er wijzigingen in de organisatie van de zorg nodig zijn om deze te verbeteren. Daarbij mag wat mij betreft alles ter discussie worden gesteld. Centraal in deze discussie moet de vraag staan ‘welke zorg hebben jongeren en gezinnen met problemen nodig en hoe organiseren wij dat aanbod?’. Bestuurlijke en financiële consequenties moeten een afgeleide van deze vraag zijn. Ik wil nu echter nog geen conclusies trekken ten aanzien van het stelsel van de jeugdzorg. Hier wil ik de inzichten uit de evaluatie van de Wet op de jeugdzorg bij betrekken die eind deze maand wordt verwacht.

Vraag 3
Vindt u het ook merkwaardig dat u op 30 september jl. constateert dat de problemen in de jeugdzorg binnen de huidige kaders niet zijn op te lossen, terwijl u een dag daarvoor in een overleg met de Kamer nog aangaf dat het te vroeg is om hier conclusies over te trekken? Zo nee, hoe verklaart u deze draai? Zo ja, welke consequenties verbindt u aan uw nieuwe inzicht?

Antwoord 3
Zie antwoord op vraag 2.

Vraag 4
Kunt u aangeven waarom u op de evaluatie van de Wet op de jeugdzorg wilt wachten, terwijl u zelf al vergaande conclusies trekt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4
Zie antwoord op vraag 2.

Vraag 5
Kunt u uw nieuwe inzichten inzake de jeugdzorg vóór 2010 naar de Kamer zenden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5
Zoals ik eerder heb aangegeven, kunt u mijn standpunt over de toekomst van de zorg voor jeugd begin 2010 tegemoet zien.

* Trouw, 30 september 2009
** http://www.jeugdengezin.nl/toespraken/2009/aanzien-jeugdzorg-zal-ingrijpend-veranderen.asp