Rechtstreekse uitbetaling vergoeding politieke ambtsdragers

De vergoeding van leden van de Eerste en Tweede Kamer, ministers en staatssecretarissen, leden van het Europees Parlement, Commissarissen van de Koningin, leden van Provinciale en Gedeputeerde Staten, gemeenteraadsleden en wethouders, en leden van besturen van waterschappen moet rechtstreeks aan deze politieke ambtsdragers zelf worden uitbetaald. Daarmee vindt betaling van vergoedingen aan politieke partijen niet langer plaats. De ministerraad heeft op voorstel van minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van twee wetsvoorstellen waarin deze wijze van betaling wordt geregeld.

Naar aanleiding van het advies van de Raad van State is in de wetsvoorstellen nader uiteengezet dat het doel van de nieuwe regeling is de onafhankelijkheid van politieke ambtsdragers te waarborgen. Het Nederlandse kiesstelsel is gebaseerd op een personenstelsel. Indien een kandidaat bij de verkiezingen een zetel krijgt toegewezen, beschikt hij over een eigen mandaat en een eigen verantwoordelijkheid. Die onafhankelijkheid moet ook tot uitdrukking komen in de betalingswijze. Wanneer betaling door de overheid plaatsvindt aan een politieke partij en niet aan de ambtsdrager zelf, wordt de ambtsdrager financieel afhankelijk van zijn politieke partij. Het vrije mandaat komt hiermee in het geding.

De nieuwe regeling heeft niet tot doel afdrachten aan een politieke partij als zodanig tegen te gaan. Een bijdrage van een politieke ambtsdrager aan de partij is een aangelegenheid tussen de partij en de individuele ambtsdrager.