Kamervragen over verkooppraktijken van DSB

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Betreft FM09-2124 Vragen van de leden Vos en Spekman over verkooppraktijken van DSB

Geachte voorzitter,


Hierbij vindt u de antwoorden op kamervragen gesteld door de leden Vos en Spekman (beiden PvdA) aan de minister van Financiën over verkooppraktijken van DSB.


Hoogachtend,
de minister van Financiën,

Wouter Bos


Vragen van de leden Vos en Spekman (beiden PvdA) aan de minister van Financiën over verkooppraktijken van DSB. (Ingezonden 30 september 2009)

1
Bent u bekend met de inhoud van de uitzending van het actualiteitenprogramma NOVA over de verkooppraktijken van DSB? 1)

Ja.

2
Is het waar dat het verkopen van bijproducten zoals koopsompolissen lange tijd onderdeel was van het verkoopbeleid van DSB?

Voormalig DSB Bank bestuurders hebben in de afgelopen periode erkend dat er fouten zijn gemaakt, ook als het gaat om het verstrekken van koopsompolissen. Alle berichten, ook uit de media, wijzen er op dat de verkoop van bijproducten lange tijd onderdeel was van het verkoopbeleid van de DSB Bank. De AFM zal op afzienbare termijn haar lopende onderzoek naar de koopsompolissen afgerond hebben.

3
Is het waar dat er wekelijks een T-shirt werd uitgereikt aan de beste verkoper van koopsompolissen met daarop het woord ‘koopsomkanjer’?

Dit is mij niet bekend.

4
Is de bewering waar dat 80% van de opbrengsten van koopsompolissen direct ten goede kwamen van DSB?

Op 16 juni heb ik de kamer geïnformeerd over de stand van zaken voor de aanpassing van de provisieregeling (FM/2009/1213 U). De AFM heeft destijds ook de eerste resultaten van het project koopsomverzekeringen bekend gemaakt. Dit onderzoek is gestart naar aanleiding van de op 1 juli 2008 geïntroduceerde zorgplicht voor deze producten. Ook de resultaten van onderzoek naar kredietverlening hebben dit onderzoek gevoed.

De AFM heeft voor dit onderzoek gesprekken gevoerd met zes verzekeraars/samenstellers van niet-complexe koopsomverzekeringen. De AFM heeft bij deze partijen onder andere informatie over de hoogte van de provisie opgevraagd die wordt uitbetaald aan de adviseur/bemiddelaars in deze producten. De AFM heeft met deze partijen ook gesproken over mogelijke oplossingen voor de excessen in de provisies van deze producten en welke rol de individuele partijen hierbij zelf kunnen spelen.

Uit de eerste resultaten blijkt dat alle verzekeraars die kredietbeschermers bij consumptief krediet aanbieden (drie van de zes partijen) provisies uitbetalen aan de adviseur/bemiddelaar die in 2008 varieerden van 25% tot 86% van de koopsom. Het gros van de aan de adviseurs/bemiddelaars betaalde provisies ligt rond de 80% van de koopsom.

Bij woonlastenverzekeringen (bij hypothecair krediet) is het beeld genuanceerder. De AFM heeft een aantal van de aanbieders van woonlastenverzekeringen betrokken bij het onderzoek. Van deze partijen kan gezegd worden dat er een groot verschil zit tussen de hoogste en laagste provisie. De provisies bij deze producten liepen in het onderzoek van de AFM op tot 71 procent van de koopsom. De gemiddelde provisie van de partijen die betrokken zijn bij het onderzoek bedroeg 42 procent van de koopsom. De AFM mag geen onderzoeksgegevens van individuele instellingen verstrekken aangezien dit vertrouwelijke toezichtsinformatie betreft.

5
Was er sprake van koppelverkoop van hypotheken met verzekeringen bij DSB?

Bij het verstrekken van de lening moet de hypotheekverstrekker beoordelen of de hoogte van de lening verantwoord is voor de consument. Naast de algemene informatieverplichtingen en de adviesregels, dient de levensverzekeraar de cliënt bij een levensverzekering specifiek te informeren of de premie eenmalig dan wel periodiek is verschuldigd, alsmede over de kosten en de fiscale behandeling van de premie en uitkering die verbonden zijn aan een dergelijke verzekering.

Van koppelverkoop is sprake wanneer een consument bij het aangaan van een krediet verplicht wordt een andere overeenkomst aan te gaan, zonder dat hem daarbij duidelijk wordt gemaakt dat hij zelf kan bepalen met welke aanbieder dit gebeurt. In zijn algemeenheid kan gezegd worden dat bij het verstrekken van krediet verzekeringen worden verkocht. Indien de premies in één keer worden gefinancierd is er sprake van een koopsom die zo nodig meegefinancierd kan worden.

De NMa is belast met het mededingsrechtelijk aspect bij verkooppraktijken. De NMa kan optreden wanneer de desbetreffende onderneming een machtspositie heeft en daarvan misbruik maakt.

6
Is het waar dat klanten in een carrousel van nieuwe leningen en koopsompolissen terecht kwamen als de rente op vorige leningen was verhoogd?

In zijn algemeenheid verwacht ik dat hier de komende tijd meer duidelijkheid over komt.

7
Is de bewering waar dat 1,6 miljard euro van de winst van DSB uit provisies op koopsompolissen werd behaald.

Ik beschik niet over deze informatie.

8
Indien het verkoopbeleid van DSB gericht was op het verkopen van zo veel mogelijk bijproducten, van wanneer tot wanneer heeft dit beleid dan geduurd?

Zie antwoord vraag 6.

9
Is het waar dat werknemers van DSB een geheimhoudingsplicht moeten ondertekenen? Geldt de klokkenluidersregeling ook voor werknemers die informatie willen verstrekken aan AFM?

Het is goed mogelijk dat werknemers van DSB een geheimhoudingsplicht moesten ondertekenen, dit is in de bancaire sector gebruikelijk. De klokkenluidersregeling waar u op doelt, geldt alleen voor mensen die bij de rijksoverheid werken. Wel zal het kabinet een advies- en verwijspunt klokkenluiden oprichten. Daarnaast hebben veel bedrijven/sectoren een vrijwillige klokkenluidersregeling.

10
Heeft u een overzicht van de maatschappelijke kosten die de verkooppraktijk van DSB de Nederlandse samenleving en dus de Nederlandse belastingbetaler met zich mee hebben gebracht?

Het faillissement is uiteindelijk mede het gevolg van de verkooppraktijken van de DSB Bank. Het is evident dat het uiteindelijke faillissement van de DSB Bank tot maatschappelijke kosten gaat leiden, maar het is nu nog te vroeg om een inschatting van deze kosten te maken. De hoogte van de kosten is moeilijk in te schatten aangezien nog niet bekend is welke regeling er met welke gedupeerden wordt getroffen en hoeveel de boedel uiteindelijk opbrengt. Kosten waaraan gedacht kan worden zijn teruglopende opbrengsten uit vennootschapsbelasting en stijgende kosten aan sociale voorzieningen.

11
Deelt u de mening dat gedupeerde consumenten van een agressief verkoopbeleid met als gevolg een niet passende combinatie van leningen en bijproducten gecompenseerd dienen te worden door de instelling die de schade heeft veroorzaakt, net zoals gedupeerden van beleggingsverzekeringen worden gecompenseerd?

Dit is primair de verantwoordelijkheid van de curatoren welke n.a.v. het faillissement zijn aangesteld. Ik vertrouw er op dat de curatoren hun werk op een zorgvuldige manier oppakken waarbij een correcte afweging wordt gemaakt van de belangen van de verschillende betrokkenen. Op 17 november brengen de curatoren het eerste openbaar verslag uit over het faillissement van de DSB Bank, daarin zullen de curatoren ook ingaan op de positie van claimanten en de weg die curatoren ter zake willen bewandelen.

1) NOVA, 28 september 2009