Antwoorden op kamervragen van Koffeman over prof. dr. Osterhaus

De Voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA DEN HAAG

PG-K-U-2967887 18 november 2009
Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Koffeman (PvdD) over prof. dr. Osterhaus.

Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Koffeman (PvdD) over prof. dr. Osterhaus.

Vraag 1

Kent u het bericht ‘aandelen Osterhaus in vaccin’?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kent u het bericht ‘experts zaaien paniek op tv en nu is er teveel griepvaccin’

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Is het juist dat in de ochtend van 18 juni 2009 nog ongewis was of en hoeveel griepvaccins er zouden worden aangeschaft in afwachting van advies van de Gezondheidsraad en dat u later op diezelfde dag bekendmaakte 34 miljoen vaccins te hebben aangeschaft? Zo nee, waarin is deze berichtgeving onjuist? Zo ja, waarom heeft u het advies van de Gezondheidsraad niet afgewacht c.q. opgevolgd?

Antwoord 3

Nee, zie mijn antwoord op dezelfde vraag van lid Arib van de Tweede Kamer van
5 oktober 2009 .

Vraag 4

Is het juist dat het advies van Dr. Osterhaus zwaar gewogen heeft bij de aanschaf van 34 miljoen vaccins? Zo nee, waar blijkt dat uit? Zo ja, op welke deskundigen heeft u zich nog meer gebaseerd bij uw beslissing om tot aanschaf over te gaan?

Antwoord 4

Nee, zie mijn brief aan de Tweede Kamer van 30 september 2009 .

Vraag 5

Is het juist dat Dr. Osterhaus aandelen bezit in het bedrijf Viroclinics dat betrokken was bij de ontwikkeling van het H1N1 vaccin? Zo nee, heeft Dr. Osterhaus dan direct of indirect belang in het bedrijf en op welke wijze? Zo ja, acht u het zuiver dat Dr. Osterhaus het bezit van deze aandelen eerder ontkende en belanghebbend is bij de omvangrijke overheidsaankopen, zoals de genoemde 34 miljoen vaccins.

Antwoord 5

In mijn brief aan de Tweede Kamer van 29 oktober 2009 heb ik de relatie van prof. dr. Osterhaus met het bedrijf ViroClinics uitgelegd.

Vraag 6

Vindt u het relevant dat Dr. Osterhaus stelt dat hij niet veel verdient aan de aandelen Viroclinics? Kunt u een nadere kwantificering geven aan de invloed op het resultaat van Viroclinics van de overheidsaanschaf van 34 miljoen vaccins?

Antwoord 6

Nee, zie mijn brief aan de Tweede Kamer van 29 oktober 2009.

Vraag 7

Bent u van mening dat de ‘viral marketing’ rond een pandemie geheel vrij zou moeten zijn van commerciële invloeden of de schijn daarvan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Ik laat mij op een zo onafhankelijk mogelijke manier adviseren. Hoe ik tot mijn besluit ben gekomen over aanschaf van vaccin tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) heb ik uitgebreid aan de Tweede Kamer gemeld in mijn brief van 30 september 2009.

Vraag 8

Hoe beoordeelt u de uitspraak van Dr. Osterhaus dat ‘alle mensen die belangrijk zijn per definitie samenwerken met de industrie’ en dat de ontwikkeling van antivirale middelen ‘niet anders zou kunnen dan via publiek private samenwerking’?

Antwoord 8

In mijn brief aan de Tweede Kamer van 30 september 2009 heb ik gemeld dat grootschalig vaccinonderzoek alleen mogelijk is in samenwerking met het bedrijfsleven.

Vraag 9

Ziet u in de berichtgeving over mogelijke belangenverstrengeling aanleiding om een duidelijker scheiding aan te brengen tussen overheidsadviseur en belanghebbenden bij ontwikkeling en productie van vaccins? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

Antwoord 9

Nee, zie mijn brief aan de Tweede Kamer van 30 september 2009.