Antwoorden op kamervragen over de uitvoering van de Wet op de huurtoeslag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Uw brief (Kenmerk): 2050615150

Ons kenmerk: DGB 2006-3447

Hierbij doe ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de antwoorden toekomen op de vragen van de leden Gerkens en Depla over de uitvoering van de Wet op de huurtoeslag.

De staatssecretaris van Financiën,

mr. drs. J.G. Wijn

2050615150

Vragen van de leden Gerkens (SP) en Depla (PvdA) over de uitvoering van de Wet op de huurtoeslag (Ingezonden 15 juni 2006)

Vraag 1
Klopt het dat de Belastingdienst, indien op verzoek van de huurder de huurtoeslag rechtstreeks wordt overgemaakt naar de verhuurder, door afronding soms één euro minder overmaakt dan het bedrag dat op de beschikking staat?1 Zo ja, in hoeveel procent van de gevallen komt dit voor?

Vraag 2
Is u bekend dat verhuurders – veelal automatisch – door deze gang van zaken een aanmanings- en incassoprocedure starten tegen de huurder, die van niets weet?

Antwoord op vraag 1 en 2
Het jaarbedrag van de beschikking huurtoeslag wordt, zoals in de Awir is geregeld, afgerond op hele euro’s. De maandelijkse voorschotten worden eveneens in hele euro’s uitbetaald. Om te bewerkstelligen dat alle voorschotten tezamen uitkomen op het jaarbedrag van de beschikking kan het voorschotbedrag één of meer maanden maximaal één euro verschillen van de overige voorschotbedragen in dat jaar.

Het probleem waar de vraag op doelt, kan zich voordoen bij huurders die gebruik maken van het zogeheten geclusterd betalen (rechtstreekse betaling aan de verhuurder). Met name in situaties waarin de huurder als betalingswijze heeft gekozen voor periodieke afschrijving van de huur zelf. Om te beoordelen of het juiste huurbedrag is ontvangen telt de verhuurder het bedrag van de ontvangen huur en huurtoeslag op en vergelijkt het resultaat –veelal langs geautomatiseerde weg- met de verschuldigde huur. Bij een afwijkend voorschotbedrag kan door deze werkwijze een huurachterstand worden geconstateerd, met alle gevolgen vandien. Dit is niet zozeer een zaak tussen Belastingdienst en verhuurder, maar primair een aangelegenheid tussen verhuurder en huurder. Wel is het zo dat de Belastingdienst maandelijks per verhuurder een overzicht verstrekt waarop per huurder de uitbetaalde toeslag is vermeld. Op basis hiervan kan de verhuurder constateren welk bedrag hij alsnog aan de huurder in rekening moet brengen.

Enkele verhuurders hebben de Belastingdienst/Toeslagen attent gemaakt op de mogelijke gevolgen van de werkwijze bij de voorschotbetalingen. Aangezien het vraagstuk zich vooral afspeelt in de relatie verhuurder en huurder is er geen zicht op de exacte omvang ervan.

Vraag 3
Zou u het betalingsregime van huurtoeslag aan verhuurders door de Belastingdienst zodanig willen wijzigen dat huurders niet langer onnodig in financiële problemen gebracht worden?

Antwoord vraag 3
Zoals hiervoor is uiteengezet vindt het probleem zijn oorzaak in de betalings wijze die tussen huurder en verhuurder is afgesproken. Een oplossing zal dan ook vooral door deze partijen onderling moeten worden gezocht. Ondanks dat ben ik wel bereid en voornemens om het vraagstuk onder de aandacht van de verhuurders te brengen.
Overigens laat het zich moeilijk voorstellen, dat door afwijking van een enkele euro aan huurtoeslag, huurders in onoverkomelijke financiële problemen worden gebracht.

1 E-mailbericht met concrete casus onderhands bijgevoegd.