Antwoorden op kamervragen over Platform Landelijke Landbouwnormen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Uw brief (Kenmerk): 19 mei 2008 2070820370

Ons kenmerk: DGB 2008- 02820 U

Onderwerp: Kamervragen lid Remkes

Geachte voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door het lid Remkes (VVD) over Platform Landelijke Landbouwnormen van de Belastingdienst.

Hoogachtend,

De staatssecretaris van Financiën

Mr. drs. J.C. de Jager

Vraag 1. Wat is de bestuursrechtelijke status van het Platform Landelijke Landbouwnormen van de Belastingdienst?

Antwoord: Het Platform Landelijke Landbouwnormen (hierna: het platform) heeft geen zelfstandige bestuursrechterlijke status. Het is een vorm van landelijke uitvoeringscoördinatie tussen de regio’s van de Belastingdienst. Zie ook de beantwoording van de vragen 5, 6 en 7.

Vraag 2: Wanneer en door wie is dit platform ingesteld?

Antwoord: Het platform is in 1992 ingesteld door de toenmalige Directie Ondernemingen Zuid van de Belastingdienst.

Vraag 3: Waar is de regeling inzake instelling en organisatie van het platform gepubliceerd?

Antwoord: Zie de antwoorden op vraag 1 en 2. Er is geen publicatie van de instelling en organisatie van het platform.

Vraag 4: Wie maken er deel van uit, en hoe zijn de benoeming en het ontslag van de leden van het platform en hun besluitvorming geregeld?

Antwoord: Het platform bestaat uit een voorzitter, een secretaris en zes tot zeven afgevaardigden van de Belastingdienst uit de acht werkgroepen, te weten: Dieren; Tuinbouw; Bloembollenkramen; Boomopstanden; Landbouwmachines; Productierechten en Voortzettingswaarde Gronden (waardering box III).

Een werkgroep bestaat uit 2 à 3 belastingdienstmedewerkers (waaronder de voorzitter) en 2 à 3 medewerkers van het landbouwbedrijfsleven. De voorzitter van iedere werkgroep is de vaste afgevaardigde in het Platform. Het landbouwbedrijfsleven wordt vertegenwoordigd door:

  • Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB)
  • Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland
  • Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-administratieconsulenten (SRA)
  • Vereniging van Accountants- en Belastingadviesbureaus (VLB)
  • Vereniging van Tuinbouw-Accountants / Administratie Kantoren “Het Westland / De Kring” (TAAK)

De landelijke landbouwnormen worden jaarlijks in de zogenoemde slotvergadering van het platform vastgesteld. Daarbij zijn naast vertegenwoordigers van de Belastingdienst ook afgevaardigden van het landbouwadvieswezen aanwezig.

Vraag 5. Wat zijn de bevoegdheden van het platform?
Vraag 6. Wat is de juridische status van de Landbouwnormen die door dit platform worden vastgesteld?
Op welke wijze en op welke termijn worden deze normen bekendgemaakt? Zijn het beleidsregels in de zin van de Awb?
Vraag 7. Waarom werden deze normen tot en met het jaar 2005 door u vastgesteld en gebeurt het sindsdien door het Platform Landelijke Landbouwnormen? Hoe verhoudt zich dit tot het uitgangspunt van u dat u alleen landelijk beleid voor de Belastingdienst mag vaststellen?

Antwoord.

Allereerst zal ik in zijn algemeenheid iets opmerken over beleid. In het recente verleden bevatten beleidsbesluiten veelal casuïstische problematiek, helpdeskvragen en soms ook waarderingskwesties. In de loop van 2005 is hierin verandering gekomen. Rechtsvragen over hetzelfde onderwerp worden zoveel mogelijk samengebracht in één beleidsbesluit. Daarmee is het aantal beleidsbesluiten drastisch teruggebracht. Verder worden antwoorden op rechtsvragen in meer algemene zin opgenomen in een beleidsbesluit, terwijl waarderingskwesties - zoals in casu het geval is - niet langer in een beleids besluit worden opgenomen. Tot en met 2005 werden de landbouwnormen formeel door mij vastgesteld en aangekondigd door middel van een beleidsbesluit. De landbouwnormen zijn veelal het eindproduct van op basis van marktprijzen en marktontwikkelingen gebaseerde berekeningen en behoren thuis in de uitvoeringscoördinatie van de Belastingdienst. Het gaat dus met name om waarderingsaangelegenheden en niet zozeer om beleidsmatige standpunten. Bekendmaking via een beleidsbesluit is in een dergelijke situatie geen geëigend medium. Dat neemt niet weg dat de Belastingdienst (in beginsel) gehouden is de landelijke landbouwnormen toe te passen. Deze landbouwnormen zijn beleidsregels in de zin van de Awb.
Tot en met 2004 vond publicatie plaats in een afzonderlijk door de Belastingdienst uit te geven brochure onder de naam ‘Landelijke landbouwnormen (jaar)”. Deze werd toegezonden aan alle landbouwadvieskantoren alsmede aan alle eenheden van de belastingdienst. Met ingang van 2005 wordt uit doelmatigheidsoogpunt en kostenbesparing geen brochure meer gemaakt. Vanaf 2006 wordt de tekst van de normen uitsluitend gepubliceerd op de internetpagina van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl). Dit vindt jaarlijks plaats in de maand december van het desbetreffende jaar.
De bevoegdheid van het platform bestaat met name uit het vaststellen van normen voor de meest gangbare kostenposten, voor de afschrijving van bepaalde bedrijfsmiddelen en de waardering van voorraden in de akkerbouw, veehouderij en tuinbouw.
Bij het vaststellen van de normen en normbedragen wordt gebruik gemaakt van objectieve marktgegevens en marktontwikkelingen over het desbetreffende jaar. De normen beogen eenheid in de uitvoering te bewerkstelligen, gelijkheid van behandeling te bereiken, rechtszekerheid te verschaffen en geschillen tussen belastingplichtigen en de Belastingdienst te voorkomen. Voor de agrarische doelgroep vergemakkelijken de normen voorts het invullen van de aangifte inkomsten- of vennootschapsbelasting over het desbetreffende jaar.
Met de vertegenwoordigers van het landbouwbedrijfsleven is de afspraak gemaakt dat de vastgestelde normen en normbedragen gelden voor zowel de Belastingdienst als voor belastingplichtige ondernemers in de agrarische sector voor de berekening van de jaarwinst.

Tot slot hecht ik er aan te benadrukken dat de Platform Landelijke Landbouwnormen naar volle tevredenheid van de Belastingdienst en het landbouwadvieswezen functioneert.