Antwoorden op kamervragen over toezicht bij goede doelen instellingen

Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

Datum

Uw brief (Kenmerk)

Ons kenmerk

17 oktober 2007

3 september 2007 (2060724340)

DGB 2007-04736

Onderwerp

Vragen van het lid Van Dijck over het toezicht bij goede doelen instellingen en de fiscale aftrekbaarheid van giften

Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van het lid Van Dijck over het toezicht bij goede doelen instellingen en de fiscale aftrekbaarheid van giften.

Hoogachtend,

De staatssecretaris van Financiën,

mr. drs. J.C. de Jager

Vragen van het lid Van Dijck, kenmerk 2060724340

1

Hebt u kennisgenomen van het bericht in de Volkskrant dat het toezicht bij goede doelen instellingen ontbreekt? 1)

Antwoord

Ja.

2

Deelt u de mening van de onderzoekers van Bureau Intraval 2) dat het toezicht van de overheid omtrent de financiële geldstromen bij (religieuze) instellingen ontoereikend en ondoorzichtig is en naarstig dient te worden aangescherpt?

Antwoord

De uitkomsten van de preventieve doorlichting worden binnenkort voorgelegd aan de goede doelensector. Na overleg met vertegenwoordigers van die sector zal de Minister van Justitie zich beraden over de wijze waarop de gesignaleerde risico’s tegemoet moet worden getreden. Vervolgens zal de Minister van Justitie uw Kamer daarover informeren.

3

Bent u het met mij eens dat religieuze instellingen extra kwetsbaar zijn voor crimineel misbruik van fondsen, doordat donaties veelal buiten het beeld van de belastingdienst blijven?

Antwoord

Religieuze instellingen kunnen net als andere instellingen kwalificeren als algemeen nut beogende instelling in de zin van de fiscale regelgeving. Bij de controle en het toezicht op de fiscale faciliteiten hanteert de Belastingdienst bij alle algemeen nut beogende instellingen dezelfde regels. Religieuze instellingen zijn in zoverre dus niet kwetsbaarder voor misbruik dan andere algemeen nut beogende instellingen.

Voor zover het gaat om donaties die buiten het zicht van de Belastingdienst blijven, verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 2.

4

Bent u verder bekend met de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 11 oktober 2006 3) over het toestaan van de fiscale aftrek van een gift in contanten aan een moskee in Amsterdam, enkel op basis van een geschreven en bekladde kwitantie?

Antwoord

Ja. In die uitspraak oordeelde de rechtbank dat de contante giften in dat geval voldoende met schriftelijke bescheiden waren gestaafd.

5

Vindt u het toelaatbaar dat giften in contanten aan religieuze instellingen in aanmerking komen voor fiscale aftrek?

Antwoord

Giften in contanten aan religieuze instellingen komen in aanmerking voor fiscale aftrek als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. De instelling aan wie de giften zijn gedaan moet aan te merken zijn als kerkelijke, levensbeschouwelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke of het algemeen nut beogende instelling. Daarnaast moet sprake zijn van een betaling uit vrijgevigheid en er mag geen tegenprestatie tegenover de gift staan. Tot slot moet de gift met schriftelijke bescheiden kunnen worden gestaafd (artikel 6.39 van de Wet inkomstenbelasting 2001). Degene die de gift in aftrek wil brengen, moet desgevraagd met schriftelijke stukken aantonen dat hij de gift daadwerkelijk heeft gedaan. Dat kan bijvoorbeeld door middel van bankafschriften of kwitanties. Of de gift voldoende met schriftelijke bescheiden is gestaafd, is een feitelijke beoordeling.

6

Bent u bekend met de uitspraak in hoger beroep van 10 mei 2007 door het Hof van Amsterdam in eerder genoemde zaak? Zo ja, waarom is deze uitspraak niet gepubliceerd? Hoe luidde deze uitspraak?

Antwoord

De uitspraak van Hof Amsterdam in hoger beroep in eerder genoemde zaak is mij eveneens bekend. Deze uitspraak van 1 mei 2007, nr. 06/00473 (LJN: BB 2905) is op 5 september 2007 gepubliceerd. In deze uitspraak oordeelde het hof dat de uitspraak van de rechtbank vernietigd diende te worden en het bij de rechtbank ingestelde beroep alsnog ongegrond verklaard diende te worden. Naar het oordeel van het hof wekte de betrouwbaarheid van de in dat geval overgelegde kwitanties een zodanige twijfel, dat zij niet aangemerkt kunnen worden als schriftelijke bescheiden die de door belanghebbende gestelde giften staven.

7

Kunt u aangeven hoeveel giften er jaarlijks aan moskeen plaatsvinden en hoe worden deze verantwoord?

Antwoord

Neen. Giften aan algemeen nut beogende instellingen worden niet per categorie geadministreerd door de Belastingdienst.

8

Bent u bereid ervoor zorgen dat religieuze instellingen scherper worden gecontroleerd en dat giften in contanten niet als aftrekbaar mogen worden aangemerkt; dit om mogelijke fraude te voorkomen?

Antwoord

Neen. Religieuze instellingen worden niet anders gecontroleerd dan andere algemeen nut beogende instellingen. Ik zie voorts geen aanleiding tot wijziging van de regels ten aanzien van de aftrekbaarheid van giften in contanten voor de inkomstenbelasting. Ik beschouw de voorwaarde dat giften in contanten in aanmerking worden genomen "voor zover zij met schriftelijke bescheiden kunnen worden gestaafd", als toereikend.

1) de Volkskrant, 29 augustus 2007, ‘Toezicht bij goede doelen ontbreekt’

2) Rapport ‘Goed Bedoeld, preventieve doorlichting goede doelen sector’ van Bureau Interval, maart 2007

3) LJN: AZ0603/3521