Brief wetsvoorstel Versterking fiscale rechtshandhaving

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën
2500 EA Den Haag

Uw brief (Kenmerk) 06-Fin-B-43

Ons kenmerk: DB 2006-00689u

Geachte voorzitter,

De vaste commissie voor Financiën heeft mij verzocht het verband uit te leggen tussen het wetsvoorstel Versterking fiscale rechtshandhaving en de bepaling die regelt dat de huurder die op verzoek van de overheid een uitgeprocedeerde minderjarige alleenstaande vreemdeling tijdelijk opvangt in afwachting van uitzetting, niet om die reden zijn huurtoeslag verliest.

Een deel van de maatregelen uit het wetsvoorstel Versterking fiscale rechtshandhaving betreft de aanpassing van wetgeving naar aanleiding van het onderzoek naar contra legemhandelingen door de Belastingdienst. Van een aantal contra legemhandelingen, waaronder ook beleidsbesluiten met een contra legemkarakter, is vastgesteld dat zij doelmatig of wenselijk zijn. Derhalve is in het onderhavige wetsvoorstel voorgesteld deze maatregelen in wetgeving vast t e leggen.

In de onderhavige bepaling wordt voorgesteld om in afwijking van de hoofdregel van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) een uitgeprocedeerde alleenstaande minderjarige vreemdeling voor de toepassing van de Awir niet aan te merken als een niet rechtmatig verblijf houdende vreemdeling. In het Besluit van 6 juli 2006, nr. BCPP2006/0785M is na een toezegging aan uw Kamer1 vooruitlopend op wetgev ing goedgekeurd dat de Belastingdienst/Toeslagen voorbij kan gaan aan de verblijfsregistratie van de vreemdeling. Overigens gebeurde dit in de praktijk al op basis van de genoemde toezegging.

Hiermee handelt de Belastingdienst/Toeslagen in strijd met de wet. Door middel van de voorgestelde wetswijziging wordt dit contra legembeleid wettelijk verankerd. Hoewel het hier strikt genomen niet gaat om een fiscale regeling, maar wel om een regeling die door de Belastingdienst wordt uitgevoerd, past deze wijziging goed in het wetsvoorstel Versterking fiscale rechtshandhaving.

Hoogachtend,

De minister van Financiën,

G. Zalm

1: Zie de brief van de Staatssecretaris van Financiën van 22 november 2005 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 337, nr. 13)