Fiscale nieuwsflits 15 maart 2007

IB: Recht op inkomstenbelastingdeel arbeidskorting buitenlands

De staatssecretaris deelt mee dat hij zijn cassatieberoepschrift heeft ingetrokken omdat hij er geen succes van verwacht. De zaak had betrekking op het al dan niet toekennen van het inkomstenbelastindeel van de arbeidskorting aan een buitenlands belastingplichtige.

B woonde in 2002 in het Verenigd Koninkrijk (VK) en hij was daar onderworpen aan het socialezekerheidsstelsel. In dat jaar was B in dienstbetrekking bij een in Nederland gevestigde stichting en genoot uit hoofde van die hier te lande uitgeoefende dienstbetrekking een belastbaar loon van € 12 700, waarop loonbelasting is ingehouden en waarbij rekening is gehouden met een arbeidskorting van € 61. In geschil is of B recht heeft op het inkomstenbelastingdeel van de arbeidskorting.

Het hof stelt allereerst vast dat indien B binnenlands belastingplichtige zou zijn geweest, dan wel geopteerd zou hebben voor behandeling als binnenlands belastingplichtige, het inkomstenbelastingdeel van de arbeidskorting € 61 zou hebben bedragen. B stelt, ter zitting voor het eerst, dat het niet toekennen van het inkomstenbelastingdeel van de arbeidskorting aan een buitenlands belastingplichtige in strijd is met het in het EG-verdrag (art. 39) geregelde vrije verkeer van werknemers binnen de EG. B verkeert namelijk in een economisch nadeliger positie dan een binnenlands belastingplichtige.

Het hof concludeert dat, afgezien van het verschil in woonstaat, gelijke gevallen hier ongelijk worden behandeld. Het niet toekennen van het inkomstenbelastingdeel van de arbeidskorting vormt een belemmering van die te beschermen vrijheid. De inspecteur maakt niet aannemelijk dat voor het onderscheid een rechtvaardigingsgrond aanwezig is.

De staatssecretaris gaat niet in cassatie en geeft een toelichting, zie onderstaande doorklik.

Intrekking cassatieberoep staatssecretaris van 6 maart 2007, 43.845, 2002, IB 2001 2.7 en 8.11 en EG-verdrag 39