Fiscale nieuwsflits 9 november 2006

LH: Afdrachtvermindering zeevaart

De minister keurt goed dat werkgevers voor zeevarenden die aan loonbelasting zijn onderworpen of premieplichtig zijn voor de volksverzekeringen en in een land wonen dat behoort tot de EU/EER een afdrachtvermindering van 40% mogen toepassen.

In de praktijk zijn vragen gerezen over het verschil in behandeling voor de afdrachtvermindering zeevaart, tussen zeevarenden die in Nederland wonen en zeevarenden die niet in Nederland wonen maar in een land dat behoort tot de EU of de EER. In verband hiermee is in het Belastingplan 2007 de regeling afdrachtvermindering zeevaart opnieuw vormgegeven. De afdrachtvermindering is in overeenstemming gebracht met het gemeenschapsrecht en verder gestroomlijnd. Voor de in Nederland of in een ander land dat behoort tot de EU of EER wonende zeevarende die onderworpen is aan de loonbelasting of premieplichtig is voor de volksverzekeringen zal een zelfde percentage afdrachtvermindering gaan gelden van 40%.

De minister keurt goed dat, voorafgaand aan de wetswijziging per 1 januari 2007, werkgevers voor zeevarenden die aan loonbelasting zijn onderworpen of premieplichtig zijn voor de volksverzekeringen en in een land wonen dat behoort tot de EU/EER een afdrachtvermindering van 40% mogen toepassen in plaats van 10%.

Dit besluit is gepubliceerd in de Staatscourant, nr. 218 en werkt terug tot en met de dagtekening van dit besluit. Het vervalt met ingang van 1 januari 2007.

Besluit van 3 november 2006, CPP2006/1046M, WVAL 17

LH: Afdrachtvermindering onderwijs

De minister keurt goed dat in 2006 gebruik kan worden gemaakt van de toekomstige uitbreiding afdrachtvermindering onderwijs.

In het kader van maatregelen ter bevordering van werkgelegenheid en economische groei is een tweetal maatregelen voorgesteld op het gebied van de afdrachtvermindering onderwijs. Deze zijn opgenomen in het Belastingplan 2007. Het gaat om de verhoging van het bedrag van het onderdeel startkwalificatie en de introductie van een nieuw onderdeel voor stages binnen de beroepsopleidende leerweg op MBO 1- of 2-niveau. Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2007 is voorgesteld deze onderdelen al met terugwerkende kracht in werking te laten treden.

De minister keurt goed dat werkgevers in het jaar 2006 al gebruik kunnen maken van deze uitbreiding van de afdrachtvermindering onderwijs. Het besluit is gepubliceerd in de Staatscourant, nr. 218 en werkt terug tot en met 1 januari 2006. Het besluit vervalt met ingang van 1 januari 2007.

Besluit van 3 november 2006, CPP2006/2390M, LB 1964 14

OB: Vrijstelling; verstrekken van onderwijs en nauw daarmee samenhangende leveringen en diensten

De minister heeft een herziene versie van een eerder besluit gepubliceerd. Enkele onderdelen zijn gewijzigd. De intrekking van de keuzemogelijkheid voor BTW-heffing bij bepaalde beroepsopleidingen wordt uitgesteld.

De vrijstelling van art. 11, lid 1, onderdeel o OB geldt voor het verstrekken van bepaalde vormen van onderwijs. De nauw met het vrijgestelde onderwijs samenhangende leveringen en diensten zijn ook vrijgesteld. In het besluit komen de reikwijdte van de onderwijsvrijstelling en de op dit terrein ingenomen beleidsmatige standpunten aan de orde.

Dit besluit vormt de herziene versie van het besluit van 23 augustus 2006, nr. CPP2005/3019M. Dat betrof een samenvoeging van alle besluiten die over dit onderwerp zijn verschenen. De onderdelen 4.1 (reikwijdte vrijstelling), 4.3 (vervallen keuzemogelijkheid voor BTW-heffing; overgangsregeling), en 6 (ingetrokken regelingen) zijn gewijzigd. Bij deze wijziging wordt de intrekking van de keuzemogelijkheid voor BTW-heffing bij bepaalde beroepsopleidingen uitgesteld tot 1 april 2007. Dit uitstel is verleend om nogmaals tegemoet te komen aan de praktische problemen binnen de onderwijsbranche wegens het vervallen van de keuzemogelijkheid.

Het besluit werkt terug tot 6 november 2006 en is geplaatst in Staatscourant nr. 218.

Besluit van 6 november 2006, CPP2006/2506M, OB 1968 11