Inkoop ouderdomspensioen

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 AE DEN HAAG

Ons kenmerk: DB 2008-296

Geachte voorzitter,

Tijdens het ordedebat van 13 mei jl. heeft de heer Ulenbelt gevraagd om een schriftelijke reactie van de staatssecretaris van Financiën en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op een bericht in de Volkskrant van 13 mei jl. De aanleiding voor dit krantenbericht was mijn schriftelijke reactie op een brief van de Stichting van de Arbeid van 10 januari jl. inzake de inkoop van ouderdomspensioen. Inmiddels heb ik inzake dit onderwerp een nieuwe brief van de Stichting van de Arbeid ontvangen. In antwoord op het verzoek van de heer Ulenbelt doe ik u hierbij een afschrift toekomen van mijn reactie op deze brief.

In aanvulling op hetgeen in de bijgevoegde brief is verwoord, wil ik nog graag twee misverstanden wegnemen die (mede) ten gevolge van het bovengenoemde krantenbericht kunnen bestaan:

  • de discussie met de Stichting van de Arbeid gaat niet over een recente beleidswijziging, maar over een reeds sinds 1 januari 2006 geldende en destijds ook op de gebruikelijke wijze in het Staatsblad gepubliceerde bepaling uit het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965;
  • de discussie gaat niet over de vraag of inkoop van pensioen over eerdere dienstjaren is toegestaan, maar over de vraag of bij de bepaling van de inkoopruimte rekening moet worden gehouden met reeds opgebouwd pensioen.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De staatssecretaris van Financiën,

(mr. drs. J.C. de Jager)