Kamervragen over zelfsturing bij de Belastingdienst

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE

Uw brief (Kenmerk) 2070805580

Ons kenmerk: DGB 2007-06077

Geachte voorzitter,

Bijgaand doe ik u, mede namens de minister van Economische Zaken voor wat betreft vraag 3, de antwoorden toekomen op de vragen van de leden Gesthuizen en Irrgang (beiden SP) over zelfsturing bij de Belastingdienst.

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Financiën,

mr. drs. J.C. de Jager

1.

Wat is uw reactie op het commentaar in het artikel “Zelfsturing stort Belastingdienst in chaos”, gebaseerd op uitlatingen van ambtenaren van de Belastingdienst, dat in de rapporten van het adviesbureau Gartner staat vermeld dat bij de fiscus te dure aanbestedingen mede de oorzaak waren van te hoge kosten? Deelt u de mening van uw ambtenaren? Zo ja, hoeveel duurder was de Belastingdienst uit? Zo neen, hebben deze ambtenaren geen of onvoldoende zicht op de gang van zaken in hun departement?

Antwoord

Belastingdienst/Centrum voor Informatie- en Communicatietechnologie (B/CICT) heeft in 2003 het initiatief genomen om Gartner jaarlijks een representatieve benchmark te laten uitvoeren naar de eigen bedrijfsvoering. Dat gebeurt aan de hand van een aantal vragen:

  • in welke gebieden zijn er mogelijkheden voor verbetering?
  • wat is het verschil in ict-uitgaven tussen B/CICT en vergelijkbare organisaties?
  • hoe efficiënt zijn ict-diensten van B/CICT?
  • hoe kunnen de ict-uitgaven verantwoord worden naar de “business” en wat is de effectiviteit van de ict-dienstverlening op de bedrijfsvoering van de Belastingdienst?

Resultaat van de benchmark is een vergelijking van de verschillende onderdelen van B/CICT met automatiseringsonderdelen van bedrijven en overheden. Op basis van de vergelijking worden vervolgens mogelijke besparingen in beeld gebracht.

Zoals Gartner concludeert, heeft B/CICT op basis van de benchmarks de afgelopen jaren al besparingen doorgevoerd. Er blijven, zoals Gartner eveneens concludeert, voor de komende jaren verbeteringen mogelijk. Een van de aanbevelingen is om aandacht te blijven besteden aan de aantallen externen, de contracten en de licenties en de overhead.

Overigens moet bij dit alles worden bedacht dat B/CICT onderdeel uitmaakt van een overheidsorganisatie, waardoor beslissingen niet louter op bedrijfseconomische overwegingen zijn gestoeld.

2.

Hoe verhouden zich de constateringen van betrokken ambtenaren tot de opmerkingen in de brief van de staatssecretaris van Financiën van 3 september jl., waarin hij meldt dat het contract met IBM “een bedrijfseconomisch aantrekkelijke contractvorm” had? Vallen de meerkosten nog altijd onder de “ substantiële financiële tegenprestatie” die u, zoals uit deze brief van 3 september jl. blijkt, bereid bent om meer te betalen voor de zekerheid van een jarenlange relatie met IBM?

Antwoord

Naar mijn oordeel bestaat er geen spanning tussen de resultaten van die benchmarks en mijn uitlatingen over de IBM-contracten.

3.

Deelt u de mening dat indien vanwege jarenlange afhankelijkheid van een enkele leverancier geen aanbesteding van opdrachten meer mogelijk is, zoals blijkt uit de brieven van 3 september jl. en 23 november jl. en het persbericht van het ministerie van Financiën van 24 november jl., dat er sprake is van een indruisen tegen de bedoeling van de Aanbestedingswet?

Antwoord

In mijn brief van 3 september jl. ben ik uitgebreid ingegaan op de afhankelijkheid van de Belastingdienst met leveranciers in relatie tot de Europese aanbestedingsregels. Zoals aan het slot van deze brief is aangegeven, werkt de Belastingdienst aan een fundamentele wijziging in de procesinrichting. Deze wijziging zal een majeure invloed hebben op de klant/leveranciersrelaties van de Belastingdienst. Omdat zoveel als wenselijk sprake is van generieke componenten kan van geval tot geval worden bekeken welke voorziening van welke leverancier het beste kan worden aangeschaft. Hierdoor ontstaat een grote keuzevrijheid voor de Belastingdienst en is voor een verwevenheid tussen de organisatie en een leverancier veel minder aanleiding.

Bovendien wordt de inkoopfunctie versterkt: de inkooporganisatie van de huidige drie aanbestedende dienstonderdelen worden bestuurlijk samengevoegd tot één inkooporganisatie.

4.

Waarom is van de rapporten van Gartner geen melding gemaakt in de brieven van 3 september en van 23 november jl., waarmee u de Kamer informeerde rond aanbestedingen bij de Belastingdienst?

Antwoord

De benchmarks van Gartner zijn primair bedoeld voor het management van B/CICT. Als er sprake is van knelpunten die breder gaan dan B/CICT, dan wordt het rapport behandeld door het managementteam van de Belastingdienst. Dat beoordeelt ook of er sprake is van politieke kwesties die onder de aandacht van de staatssecretaris moeten worden gebracht. Deze informeert zonodig de Kamer en gebruikt daarvoor de gebruikelijke documenten, zoals het beheersverslag en het bedrijfsplan.

5.

Bent u bereid om de in het artikel genoemde rapporten alsnog aan de Kamer te doen toekomen?

Antwoord

De rapportages van Gartner maken deel uit van een intern proces om het functioneren van een organisatieonderdeel van de Belastingdienst te beoordelen en te kijken naar concrete verbeterpunten. Indien u desondanks waarde hecht aan toezending van deze rapporten, dan zal ik deze op uw verzoek ter vertrouwelijke kennisname toesturen.