Lage btw alleen voor dieren in landbouw en voor voedselproductie

Het verlaagde btw-tarief (6 procent) voor de levering van bepaalde levende dieren gaat alleen gelden voor dieren die worden gebruikt in de landbouw of voor de voedselproductie. Dit heeft de ministerraad beslist op voorstel van minister Zalm.

De Nederlandse btw-wetgeving voor levende dieren is op dit moment ruimer. Het gaat daarbij om rundvee, schapen, geiten, varkens en paarden. Voor deze dieren is tot nog toe het verlaagde btw-tarief voorzien, ongeacht de bestemming van de dieren.

Volgens de Zesde btw-richtlijn van de Europese Unie moet het normale btw-tarief gelden voor de levering van levende dieren die niet voor de landbouw of de voedselproductie worden gebruikt. Te denken valt aan ren-, rij-, spring-, dressuur- en manegepaarden. Het wetsvoorstel bepaalt dat het 19%-tarief gaat gelden voor de levering van deze categorie dieren.

De Europese Commissie heeft Nederland aangesproken op de strijdigheid met de Zesde btw-richtlijn. In reactie hierop heeft de Nederlandse regering aangegeven dat de wetgeving naar verwachting per 1 januari 2007 zal worden aangepast.

Aanvankelijk was deze aanpassing voorzien in het Belastingplan 2007. De Tweede Kamer heeft deze aanpassing bij amendement uit het Belastingplan 2007 gehaald. Het wetsvoorstel dat nu door de ministerraad is goedgekeurd, regelt alsnog de toepassing van het 19%-tarief op de levering van ren-, rij-, spring-, dressuur- en manegepaarden en van rundvee, geiten, schapen en varkens voor hobbydoeleinden.