Loonheffingen. Correctieverplichting

Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

Besluit van 14 mei 2007, nr. CPP2007/480M, Stcrt. nr. 97

De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit bevat een goedkeuring voor de loonheffingen om in bepaalde gevallen correctieberichten op werknemersniveau achterwege te laten. In die gevallen is doorwerking naar de polisadministratie niet nodig.

1. Inleiding

Vanaf 1 januari 2006 heft de Belastingdienst naast de loonheffing ook de premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. De heffing vindt plaats door middel van afdracht van de ingehouden loonheffingen waarvoor de werkgever één gecombineerde aangifte indient. Deze aangifte, met onder meer loongegevens van werknemers, is een belangrijke leverancier voor de zogenoemde polisadministratie. De polisadministratie is een bron van gegevens over arbeids- en uitkeringsverhoudingen voor verschillende partijen, zoals de Sociale verzekeringsbank, het UWV en de Belastingdienst. Dit betekent dat de polisadministratie zoveel mogelijk de juiste en actuele gegevens moet bevatten per werknemer per tijdvak. Om dit te bewerkstelligen is het nodig dat de werkgever onjuistheden of onvolledigheden in de loonaangifte corrigeert. Dit moet de werkgever doen via zogenoemde correctieberichten voor correcties in de loonsfeer vanaf 1 januari 2006 (zie artikel 28a, eerste en tweede lid, van de Wet LB). In bepaalde gevallen zijn correcties op individueel werknemersniveau niet eenvoudig te maken. Het alsnog individualiseren kan dan gepaard gaan met onevenredige hoge administratieve lasten voor de werkgever, die niet in verhouding staan tot het belang van de correctie voor de werknemer. In de praktijk blijkt daarom behoefte te bestaan aan beleid in welke gevallen correct ieberichten op werknemersniveau achterwege kunnen blijven. Dit heeft voor een verzekerde geen invloed op het recht op inzage in de polisadministratie en de correctie van eventuele onjuistheden. Evenmin beïnvloedt dit de wettelijke plicht van de verzekerde om eventuele onjuistheden aan UWV te melden (zie artikel 33c van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen).

In onderdeel 2 van dit besluit geef ik aan wanneer de Belastingdienst correctieverplichtingen op werknemersniveau oplegt en onder welke omstandigheden dat niet nodig is. In verband hiermee bevat onderdeel 2 een goedkeuring onder voorwaarden voor bepaalde situaties waarin werkgevers niet op werknemersniveau hoeven te corrigeren. Hierbij staat voorop dat correctie op werknemersniveau wel nodig is als anders onevenredige nadelen zouden optreden voor de betrokken werknemers. Onderdeel 3 van dit besluit bevat een goedkeuring voor bepaalde naheffingen over jaren vóór 2006.

1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen

bijdrage Zvw

inkomensafhankelijke bijdrage ingevolge de Zorgverzekeringswet

.............

....................................................................

loonheffing

loonbelasting/premie volksverzekeringen

loonheffingen

loonheffing, premies werknemersverzeke-ringen en de bijdrage Zvw

werkgever

inhoudingsplichtige voor de loonheffingen

Wet LB

Wet op de loonbelasting 1964

Wfsv

Wet financiering sociale verzekeringen

Zvw

Zorgverzekeringswet

2. Wanneer correctieverplichting op persoonsniveau

De Belastingdienst heft naast loonheffing ook de premies werknemersverzeke-ringen (zie artikel 57 van de Wfsv) en de bijdrage Zvw (zie artikel 48 van de Zvw). Dit geldt voor loon dat de werknemer geniet met ingang van 1 januari 2006.

Hoofdregel is dat de Belastingdienst bij constatering van een onjuiste of onvolledige aangifte loonheffingen de werkgever een correctieverplichting oplegt (zie artikel 28a, tweede lid, van de Wet LB). Dit leidt ertoe dat de werkgever alsnog de juiste en volledige gegevens op werknemersniveau verstrekt, door de geconstateerde fouten per werknemer per tijdvak te corrigeren. Deze correctie van nominatieve gegevens werkt door naar de polisadministratie.

Het kan echter voorkomen dat loon, mede gelet op het aantal werknemers, moeilijk te individualiseren is. Dit kan zich onder meer voordoen als de Belastingdienst steekproefsgewijs de loonadministratie van de werkgever controleert en fouten constateert. In dat geval kan een correctieverplichting op werknemersniveau leiden tot zware administratieve lasten voor de werkgever. Die administratieve lasten kunnen onevenredig zijn ten opzichte van de eventuele belangen van werknemers bij een juiste verwerking in de polisadministratie. Dit is niet wenselijk.

Voor de heffing van loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen kent de wet in die gevallen de mogelijkheid van naheffing via eindheffing. Dit is een heffing van de werkgever. Hierbij past geen doorwerking naar de loongegevens op werknemersniveau. Die doorwerking is echter volgens de hoofdregel (zie hi ervoor) wel aan de orde als werknemers daarbij in uitkeringsituaties belang kun nen hebben. Dit neemt niet weg dat ook voor de premieheffing werknemersverzekeringen en de bijdrage Zvw de noodzaak bestaat in de hiervoor geschetste gevallen te heffen zonder dat sprake is van doorwerking naar de gegevens op werknemersniveau. Gelet op een redelijke wetstoepassing heb ik daarom besloten voor de praktijk nadere regels te geven in welke gevallen correctieberichten op werknemersniveau achterwege kunnen blijven. Die regels zijn opgenomen in de volgende goedkeuring.

Goedkeuring
Ik keur in de volgende gevallen onder voorwaarden goed dat een werkgever correctie op werknemersniveau achterwege laat:
- De inspecteur heft over 2006 of latere jaren loonheffing na via eindheffing.
- Het betreft loonbestanddelen (of tariefsverschillen) die niet of moeilijk individualiseerbaar zijn en zich daarom in het geval van naheffing van loonheffing zouden lenen voor naheffing via eindheffing.

Er zijn twee voorwaarden verbonden aan deze goedkeuring:

1. De werkgever dient aan de inspecteur aannemelijk te maken dat er geen onevenredig nadelige effecten optreden voor de eventuele uitkeringsrechten werknemersverzekeringen van de betrokken werknemers. Dit licht ik hierna toe aan de hand van enkele voorbeelden.

2. De werkgever betaalt het bedrag aan premies werknemersverzekeringen en bijdrage Zvw, dat hij verschuldigd zou zijn als voor die loonbestanddelen correctie op werknemersniveau zou plaatsvinden. De belastingdienst legt hiervoor een naheffingsaanslag op.

Voorbeelden
Onderstaande voorbeelden zijn bedoeld als handvatten voor de praktijk. Toepassing van de goedkeuring is mogelijk voor zover het gaat om:
- loonbestanddelen van werknemers met een loon dat op jaarbasis meer bedraagt dan het maximum premieloon voor de werknemersverzekeringen en het maximum van de grondslag voor de bijdrage Zvw;
- relatief geringe loonvoordelen of relatief geringe tariefsverschillen in meerdere loontijdvakken;
- loonbetalingen aan anonieme werknemers waarbij niet bekend is wie het betreft en wat die persoon aan loon heeft genoten.

Ter verduidelijking merk ik hierbij op dat correctieberichten op individueel niveau niet aan de orde zijn voor eindheffingsbestanddelen als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen b tot en met h, van de Wet LB. Deze bestanddelen vormen geen loon voor de werknemersverzekeringen.

3. Overgangsregeling

Voor bepaalde naheffingen levert voornoemde problematiek in de uitvoering al geruime tijd onduidelijkheid op. Het gaat hierbij om naheffingen loonheffing via eindheffing die in 2006 of 2007 zijn opgelegd over jaren vóór 2006, waarbij de werkgever na 31 december 2005 heeft besloten om deze nageheven loonheffing niet op de werknemer te verhalen. Voor naheffing via eindheffing is dat voordeel van niet verhalen uiterlijk belast ten tijde van de naheffing (zie artikel 31, derde lid, van de Wet LB). Dat voordeel kan ook leiden tot naheffing van premies werknemersverzekeringen en bijdrage Zvw. De Belastingdienst heeft tot nu toe dat voordeel niet betrokken in een naheffing van premies werknemersverzekeringen en de bijdrage Zvw. Deze handelwijze kan gelet op de lang bestaande onduidelijkheid om praktische redenen voor het gehele jaar 2007 worden voortgezet. Daarom keur ik met toepassing van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen het volgende goed.

Goedkeuring
Ik keur goed dat het voordeel dat ontstaat door het niet verhalen van de nageheven loonheffing over de jaren vóór 2006 geen gevolgen heeft voor de heffing van de premies werknemersverzekeringen en de bijdrage Zvw in 2006 en 2007. Deze goedkeuring heeft alleen betrekking op gevallen waarin de loonheffing via eindheffing werd nageheven.

Ten overvloede merk ik op dat voor situaties waarin de werkgever na 31 december 2007 het besluit neemt om eerder nageheven loonheffing niet op de werknemer te verhalen deze overgangsregeling niet meer mogelijk is. Voor die gevallen kan de goedkeuring in onderdeel 2 van dit besluit van toepassing zijn.

4. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2006.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 mei 2007.

De staatssecretaris van Financiën,
namens deze:
de directeur-generaal Belastingdienst,
mr. J. Thunnissen.