Reactie op onderzoek van MKB Nederland/EIM

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE

Uw brief (Kenmerk) 21 juni 2007/ 07‑Fin‑B‑30

Ons kenmerk: DGB 2007-03588 U

Geachte voorzitter,

De vaste commissie voor Financiën heeft mij gevraagd om een reactie op het onderzoek van MKB Nederland en EIM naar de administratieve-lastenverlichting die is gerealiseerd met de wetten Walvis/SUB en Paarse Krokodil. Voor zover het Walvis/SUB betreft is het een actualisering van het onderzoek dat MKB Nederland en EIM in 2006 hebben gepresenteerd. Met deze brief voldoe ik mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan dit verzoek.

De wetten Walvis/SUB en Paarse krokodil zijn beide ingevoerd om de structurele administratieve lasten voor het bedrijfsleven te verminderen. Daarom zijn bij de voorbereidingen voor beide wetten de effecten voor de administratieve lasten geraamd. Conform de door het kabinet gehanteerde ramingsmethode is daarbij uitgegaan van het structurele administratieve-lastenbeeld, dat wil zeggen de situatie waarin bedrijven zoveel ervaring met de nieuwe maatregelen hebben opgedaan dat deze in hun administratieve processen zijn geland en ingebed. De geraamde administratieve-lastenverlichting is – eveneens conform de daarover bestaande afspraken – ingeboekt op het moment van inwerkingtreding van de wetsvoorstellen. MKB Nederland en EIM proberen met hun onderzoek de stand van de administ ratieve-lastenverlichting begin 2007 in beeld te brengen.

Ik vraag hiervoor aandacht, omdat beide benaderingen wezenlijk verschillend zijn. Daarbij moet in het bijzonder het volgende worden bedacht.

Toen mijn ambtsvoorganger in 2006 reageerde op het eerdere rapport van MKB Nederland en EIM over Walvis/SUB was de hoop en verwachting dat de meeste aanloopprobemen in de loop van 2006 opgelost zouden zijn. In 2007 zouden de zaken dan zo verlopen zoals eerder was bedacht, wellicht met hier en daar nog een kleine(re) strubbeling. Nu weten we dat dit scenario zich niet heeft ontrold. Ik noem de volgende aspecten:

• zoals u bekend, hebben de minister van SZW en ikzelf uw Kamer recentelijk geïnformeerd over de geconstateerde problemen met de loonaangifteketen en de bruikbaarheid van de loongegevens die daarin worden verwerkt. We gaan werkgevers vragen om voor onder meer toeslagen cruciale informatie in het derde kwartaal van dit jaar opnieuw bij de Belastingdienst aan te leveren;
• onlangs zijn de laatste inhoudingsplichtigen geïnformeerd over de definitieve gedifferentieerde WGA-premie voor 2006. Om te voorkomen dat zij massaal individuele correctieberichten moeten inleveren, wordt hen de mogelijkheid geboden de correctie ineens collectief bij de Belastingdienst aan te leveren;
• UWV vraagt de voor uitkeringsverstrekking noodzakelijke gegevens nog apart uit bij werkgevers.

Tegen deze achtergrond is het duidelijk dat geraamde structurele administratieve-lasteneffecten nog niet zijn bereikt.

Dit betekent ook iets voor het rapport van EIM en MKB Nederland. Daarin wordt geprobeerd een beeld te geven van de stand (in 2007) van de administratieve-lasteneffecten van de wetten in vergelijking met de eerder geraamde structurele effecten. De conclusie kan dan niet anders zijn dan dat de beoogde effecten niet zijn bereikt. Dit staat wat mij betreft los van de cijfermatige onderbouwing die ten grondslag ligt aan de conclusies van MKB Nederland en EIM. Aangezien wij verder geen betrokkenheid bij het onderzoek hebben gehad, is het lastig daarover uitspraken te doen.

Het voornemen was om in de loop van dit jaar onderzoek te doen naar de gevolgen voor de administratieve lasten van het loondomein, in het bijzonder Walvis/SUB. Aangezien zich in de afgelopen maanden aftekende dat er een nieuwe integrale, rijksbrede nulmeting uitgevoerd zal worden, is besloten daarvoor niet een separaat onderzoek te starten. In het kader van de nulmeting zal immers ook worden gekeken naar de stand van de administratieve lasten in het loondomein.

Vier jaar geleden is volstaan met een actualisering van de reeds bestaande nulmeting. Inmiddels zijn zoveel ingrijpende veranderingen in het loondomein doorgevoerd dat het voor de hand ligt nu een integrale nieuwe meting te laten uitvoeren. Ik beraad mij nog op de wijze waarop met de nieuwe meting aan de huidige situatie recht kan worden gedaan. Idealiter geeft de meting niet alleen inzicht in het administratieve-lastenbeeld naar de huidige stand, maar zou ook gekeken moeten worden naar mogelijkheden om recht te doen aan de verwachtingen zoals die eerder rond de administratieve-lasteneffecten van bijvoorbeeld Walvis/SUB en Paarse krokodil bestonden en de effecten die werkelijk zijn bereikt of op termijn mogelijk te bereiken zijn.

Ik realiseer mij daarbij dat elke (extra) euro aan administratieve lasten in de nieuwe nulmeting in beginsel onderwerp is van de inspanningen die dit kabinet zich wil getroosten om de administratieve lasten nog eens met een fors bedrag terug te brengen. In de brief over het beleidsprogramma vermindering regeldruk van gelijke datum heb ik u al laten weten dat de merkbaarheid van de gedane voorstellen voor het bedrijfsleven deze kabinetsperiode alle aandacht zal krijgen.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,

mr. drs. J.C. de Jager