Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil

Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

Besluit van 19 februari 2007, nr. CPP2006/1969M, Stcrt. nr. 40

De minister van Financiën heeft het volgende besloten.

In dit besluit is het beleid bij verwerping van een nalatenschap, een ongelukkige redactie van een testament, een vergeten testament en de informele wil, geactualiseerd en samengevoegd. Hierbij heeft een beleidsaanpassing plaatsgevonden voor een ongelukkige redactie van een testament (onderdeel 5) en het vergeten testament (onderdeel 6).

1. Inleiding

Voor de heffing van successierecht wordt aangesloten bij het erfrecht (artikel 1, eerste lid, onderdeel 1° en tweede lid, van de SW). Bij een testament kan worden afgeweken van het wettelijk erfrecht. Het erfrecht zelf kent een bepaling over de uitleg van testamenten (artikel 4:46 van het BW). De uitleg van de begrippen uit het erfrecht die van belang zijn voor het successierecht zal doorgaans via civielrechtelijke rechtspraak plaatsvinden. Hierbij is van belang dat door een verwerping van een nalatenschap er niet minder successierecht wordt geheven (artikel 30 van de SW). In de praktijk kan discussie ontstaan over de toepassing van artikel 30 van de SW als de erflater zijn wil onjuist heeft weergegeven in zijn testament. Ook kan de erflater de civielrechtelijke verdeling van zijn nalatenschap klaarblijkelijk niet hebben bedoeld. Hierna behandel ik mijn beleid.

Voor de tekst van het gehele besluit vindt u onder "meer informatie" in het PDF bestand.