Werken aan Winst

De belastingen op winst gaan met ingang van 1 januari 2007 omlaag. Dat is van groot belang voor een gezonde economie. Tariefsverlaging is een essentieel onderdeel van het wetsvoorstel Werken aan Winst dat binnenkort in de Tweede Kamer wordt behandeld.

Nederland zal zich met zijn tariefstelling internationaal - binnen de Europese Unie maar ook daarbuiten - gunstig gaan onderscheiden. Lagere winstbelasting zorgt er niet alleen voor dat het Nederlandse bedrijfsleven zich beter kan ontwikkelen. Ook zal een gunstige tariefstelling buitenlandse bedrijven aantrekken.

Grote en kleine ondernemingen profiteren in gelijke mate
In de vennootschapsbelasting, die in het algemeen door de wat grotere bedrijven wordt betaald, gaat het tarief extra omlaag van de oorspronkelijk geplande 29,1 procent naar 25,5 procent. Voor kleinere winsten gaan aparte tarieven gelden. Voor alle winsten tot 25.000 € wordt het tarief 20 procent (24,5 procent), terwijl winsten van 25.000 € tot 60.000 € tegen 23,5 procent zullen worden belast.

Ondernemers die inkomstenbelasting betalen, krijgen eveneens een lastenverlichting. Met ingang van 1 januari 2007 zal 10 procent van hun winstinkomen niet belast worden. Dit is de MKB-winstvrijstelling.

Verder bevat het wetsvoorstel maatregelen die gunstig uitwerken voor innovatieve bedrijven. Voor inkomsten uit innovaties wordt een belastingtarief van 10 procent voorgesteld ("octrooibox"). Voor financieringswinsten binnen een concern zal een apart tarief van 5% gelden ("rentebox").

Fiscale spelregels sluiten meer aan bij bedrijfseconomische realiteit
De tariefsverlagingen betekenen derving van belastinginkomsten. Deze derving wordt voor een deel gecompenseerd door andere regels voor de bepaling van de belastbare winst. Bij het vaststellen van de nieuwe grondslagen is er goed op gelet dat vooral winstgevende en innoverende ondernemingen baat hebben bij de verlaging van de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting voor zelfstandige ondernemers.

Zo zullen compensabele verliezen tot 9 jaar vooruitgeschoven kunnen worden terwijl dat nu nog onbeperkt mogelijk is. De achterwaartse verliescompensatie wordt beperkt tot 1 jaar, terwijl dat nu nog 3 jaar is. Ondernemingen die onder de inkomstenbelasting vallen kunnen nog steeds gebruik maken van een achterwaartse verliescompensatie van 3 jaar.
De fiscale afschrijving op vastgoed zal worden versoberd. Voorgesteld wordt dat ondernemingen hun bedrijfspand tot 50 procent van de waarde in het economisch verkeer (WOZ-waarde) kunnen afschrijven. Op beleggingsvastgoed mag nog maar tot 100 procent van de waarde in het economisch verkeer worden afgeschreven.