Oorlogsverhalen hoorbaar in de toekomst

In Nederland geven ongeveer 200 overlevenden van de Tweede Wereldoorlog gastlessen op scholen. Dat is een groot succes. Leerlingen vinden de lessen bijzonder en willen meer horen! Maar wat als er straks geen getuigen van de oorlog meer zijn? Staatssecretaris Bussemaker noemde tijdens haar toespraak tijdens de Gastsprekersdag in Madurodam een aantal mogelijkheden om hun verhalen voor de toekomst te bewaren.

Dames en heren,

Misschien wist u het nog niet, maar u bent heel bijzonder!

Dat vinden in ieder geval de honderdduizenden scholieren waaraan u de afgelopen jaren uw verhalen hebt kunnen vertellen. Ik heb een paar verslagen van leerlingen over uw gastlessen mogen lezen en die zijn allemaal zeer lovend over u. Onder meer het verslag van Lotte en Rosanne uit Haarlem. Zij schrijven: “U had de volledige aandacht van de klas en dat is best wel bijzonder.” En Willemijn en Koen voegden er aan toe: “We hadden er nog wel een uur naar kunnen luisteren!”

Dit zijn opmerkingen van vier scholieren van één school, maar in alle verslagen die ik heb ingezien, staat hetzelfde. Dat de gastlessen veel langer mogen duren. Dat wat u vertelt indrukwekkend is. Dat het veel meer indruk maakt dan een geschiedenisboek en dat de kinderen het dapper vinden dat u zo over uw oorlogservaringen vertelt.

Daarom vinden de scholieren u heel bijzonder.
En zij zijn niet de enige.
Ik vind u ook heel bijzonder.

Ik bewonder uw moed om over uw ervaringen in de Tweede Wereldoorlog, of een andere oorlog, te vertellen. Ik waardeer dat enorm. Want door uw verhalen wordt de oorlogsgeschiedenis haast voelbaar. Daardoor is het niet langer iets onwezenlijks dat - in de belevenis van een kind – heel lang geleden is gebeurd.

Ik heb zelf van zeer nabij meegemaakt hoe moeilijk het is om over de oorlog te praten en hoeveel indruk het maakt als dat uiteindelijk wel gebeurt. Mijn eigen vader zat tijdens de oorlog in een Japans gevangenkamp. De eerste decennia na de oorlog sprak hij daar nauwelijks over. Maar geleidelijk aan liet hij toch steeds meer los. Uiteindelijk heeft dat ertoe geleid dat we samen, zo’n 25 jaar geleden, naar Indonesië zijn gegaan en daar de plaatsen hebben bezocht waar hij tijdens de oorlog woonde en gevangen werd gehouden.

U begrijpt dat dat de bijzonderste reis uit mijn leven is geworden. Mijn vader vertelde mij op de plekken waar zijn oorlogsgeschiedenis zich afspeelde, zíjn verhaal. We gingen naar de plaats waar hij uren in de brandende zon stil moest staan voor ‘straf’, we bezochten een ziekenhuisje dat in de oorlog een gevangenis was en liepen in de straat waar zijn ouderlijk huis had gestaan.
Geen boek, geen film, heeft meer indruk op mij gemaakt dan zijn persoonlijke verhaal op die plaatsen.

Haast vergelijkbare ervaringen doe ik op als ik door voormalige concentratiekampen wordt rondgeleid door mensen die zelf in deze kampen hebben gezeten. Zoals tijdens mijn bezoek aan Ravensbrück, waar gastsprekers hun verhaal vertelden. Ik was daarvan diep onder de indruk. Zo ook een groepje Pabo studenten dat in het kader van hun studie eveneens aanwezig was.

U doet hetzelfde als mijn vader. Weliswaar voor meer mensen en niet altijd op de plaatsen waar uw geschiedenis zich heeft afgespeeld, maar uw verhaal is net zo indrukwekkend.
Dat blijkt duidelijk uit de reacties die ik al noemde en de honderdduizenden die ik niet noemde. U weet de leerlingen, stapje voor stapje mee te nemen in uw verleden. U boeit ze van het begin tot het einde en maakt ze nieuwsgierig, wat duidelijk blijkt aan de vele vragen die u na afloop van uw verhaal krijgt.

Daarom nogmaals: u bent heel bijzonder.
En daarom wil ik graag dat u uw verhaal blijft vertellen.
In de nabije én verre toekomst.

Ik wil u daarbij graag ondersteunen. Ik blijf dan ook subsidie verlenen aan het Landelijk Steunpunt Gastsprekers. Ik hoop overigens dat de Stichting Gastdocenten Zuid Oost Azië zich spoedig bij het steunpunt voegt. Ik ben van mening dat we geen onderscheid moeten maken tussen Azië en Europa, of welke streek dan ook. Ik vind het van groot belang dat de gastsprekers zo lang mogelijk hun verhaal moeten kunnen vertellen en dat kan het beste gestimuleerd en georganiseerd worden door één organisatie.

Maar het verzorgen van gastlessen is vooral iets voor de korte termijn, voor de nabije toekomst. Ik denk, samen met veel andere mensen, ook na over de verdere toekomst. Als de overlevenden van de Tweede Wereldoorlog zélf hun verhaal niet meer kunnen vertellen.
Om die leemte te vullen, ben ik twee jaar geleden het programma Erfgoed van de Oorlog begonnen. Dat programma is niet alleen bedoeld om belangrijke documenten, kranten, foto’s, films en dagboeken te conserveren en voor iedereen die daarin geïnteresseerd is toegankelijk te maken. Het programma is ook bedoeld om de verhalen van verzetsstrijders, overlevenden van concentratiekampen en ooggetuigen van de oorlog vast te leggen.

Zo is er het project Getuigen Verhalen.
Dat is opgezet om zoveel mogelijk verhalen van overlevenden vast te leggen op film. Verhalen die de oorlogservaringen weergeven van gewone mensen. In de zojuist beëindigde tv- serie De Oorlog, die overigens tot stand is gekomen dankzij het Erfgoedprogramma, is veel gebruik gemaakt van dagboekaantekeningen en interviews met ooggetuigen. Uit het groot aantal kijkers – elke week gemiddeld 1 miljoen mensen, waarvan ruim de helft jonger dan 65 jaar – blijkt dat dat zeer aanspreekt.

En we zijn met meer projecten bezig die bedoeld zijn om uw stem in de toekomst te laten horen. Eén daarvan wil ik nog graag noemen omdat het me erg aanspreekt. Er worden momenteel verhalen van gastsprekers opgenomen die in concentratiekampen hebben gezeten. De verhalen worden als een geluidsbestand op een internetsite geplaatst en wie van plan is naar een voormalig concentratiekamp te gaan, kan het bestand downloaden en op zijn Ipod zetten. Tijdens het bezoek aan het kamp kunnen de bezoekers dan ter plekke het verhaal van ooggetuigen horen, alsof ze naast elkaar staan.
U zult hier later op de middag meer over horen.

Dames en heren, ik ga afsluiten.
Ik zei het al een paar keer, en ik herhaal het graag: u bent allemaal heel bijzonder. U zorgt ervoor, door uw optredens op scholen, dat jongeren geïnteresseerd raken in de oorlogsgeschiedenis. Dusdanig zelfs dat ze de lessen voorbij vinden vliegen en graag nog meer willen horen.
Ik wil u dan ook graag bedanken voor uw inzet om de oorlogsgeschiedenis onder jonge generaties levend te houden. Zodat zij ervan doordrongen raken waartoe onverdraagzaamheid en oorlog kunnen leiden.
Daarom werk ik er ook hard aan om uw verhalen voor de toekomst te bewaren, zodat ook nieuwe generaties de geschiedenis kunnen horen uit de mond van mensen die het zélf hebben meegemaakt. Ik ben er van overtuigd dat deze generaties daar net zo van onder de indruk raken als de huidige jeugd.

Om tot slot het belang van uw verhalen nogmaals te onderstrepen, wil ik graag eindigen met een citaat uit het onlangs verschenen oorlogsdagboek van Klaartje de Zwarte –Walvisch. Zoals u wellicht weet, schreef zij het grootste deel van haar dagboek terwijl ze in Kamp Vucht gevangen zat. Ze overleed in Sobibor. Pas 64 jaar na de oorlog is haar dagboek ontdekt, door de makers van de tv-serie De Oorlog. Vorige maand is het in boekvorm verschenen.

Klaartje schrijft op 8 juni 1943, terwijl de ‘kindertransporten’ vanuit Vught plaatsvinden, het volgende:

“Is het overdreven als ik beweer dat alles wat ik hier schrijf de werkelijkheid nog lang niet nabij komt? Alleen zij die dit leed persoonlijk meegemaakt hebben, zij zullen het begrijpen. En zij die het niet meegemaakt hebben en dit eens zullen lezen, zij moeten het begrijpen. Zij moeten weten het grote leed dat ons is aangedaan. Leed dat nooit meer uit te wissen is. Leed dat haar stempel heeft gedrukt op het Jodendom. Leed dat onnodig veroorzaakt is. Leed waar we allen machteloos tegenover stonden. Leed dat ons moedwillig is aangedaan.”

Ik dank u voor uw aandacht en ik wens u veel succes met uw gastlessen.