Regionale politiekorpsen wisselen onvoldoende informatie uit

De regionale politiekorpsen en het KLPD wisselen via hun ICT-systemen nog steeds onvoldoende informatie met elkaar uit. Landelijke afspraken worden op essentiële punten nog niet nagekomen of anders uitgevoerd. Dit blokkeert een slagvaardige aanpak. Ook hebben knelpunten in de systemen gevolgen voor de betrouwbaarheid van de informatie die de politie heeft en voor het inzicht in de omvang van de criminaliteit. Deze tasten de kwaliteit en effectiviteit van het politiewerk aan.

Dat staat in een rapport van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid. Minister Hirsch Ballin (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Justitie) heeft het rapport naar de Tweede Kamer gestuurd. Hij schrijft dat hij de conclusies van het rapport betrekt bij maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de politiezorg.

In zijn reactie stelt hij dat de rapporten laten zien dat er wel stappen gezet zijn op het terrein van de informatievoorziening van de politie, maar dat er snel maatregelen getroffen moeten worden om de geconstateerde problemen aan te pakken.

Met het oog op verbetering van de samenwerking en het gemeenschappelijk functioneren van de politiekorpsen zijn er medio 2007 afspraken gemaakt met de korpsbeheerders over onder meer ICT en personeel. De Inspectie heeft gekeken naar vier gemeenschappelijke ICT-systemen bij de politiekorpsen: voor de handhaving van de openbare orde en de rechtsorde, voor de opsporing van strafbare feiten, voor het uitwisselen van informatie tussen de korpsen (BlueView) en voor het managen van de personeelsinzet (dienstroosters). Uit het onderzoek blijkt dat korpsen nog steeds onvoldoende informatie uitwisselen en dat de drie ICT-systemen niet goed functioneren. Ook staat de betrouwbaarheid en continuïteit van de informatievoorziening bij de politie op het spel. Daarnaast geeft de Inspectie aan dat een slagvaardige aanpak van landelijke doelstellingen wordt geblokkeerd doordat doorzettingskracht bij de Nederlandse politie ontbreekt. De Inspectie OOV concludeert dat het gemeenschappelijk functioneren van de Nederlandse politie in dit opzicht niet is verbeterd. De ICT-samenwerkingsafspraken zijn nog niet volledig gerealiseerd.

De Inspectie beveelt aan nu zo snel mogelijk de bedrijfszekerheid en de gebruiksvriendelijkheid van de systemen te verbeteren met een technisch stabiele ICT-voorziening om het vertrouwen van de politiemensen in de ICT-systemen te herstelen.
De bereidheid om informatie uit te wisselen is niet bij alle politiemensen even groot. Dit is kenmerkend voor de cultuur bij de politie en maakt verbeterde samenwerking volgens de Inspectie een taai en moeizaam proces. Volgens de Inspectie moeten de korpsbeheerders en de politieleiding nadrukkelijker dan tot nu toe leiding geven en eensgezindheid uitstralen om tot meer samenwerking te komen. Niet als doel op zichzelf maar om beter, effectiever en efficiënter politiewerk te leveren.

Het Korpsbeheerdersberaad (KBB) heeft een aantal maatregelen getroffen om samenwerking tussen de korpsen te verbeteren. Minister Hirsch Ballin acht deze verbeteringen eveneens nodig. Het KBB is gestart met de bedrijfsvoering en de financiële situatie bij de voorziening tot samenwerking Politie Nederland (vts PN) op orde te krijgen. De directie van de vtsPN is vervangen en er wordt er één landelijke Chief Information Officer aangesteld. Bovendien wordt er een substantiële verlaging van het aantal externen bij de vtsPN gerealiseerd. Daarnaast worden de basisvoorzieningen verbeterd en een de veelheid aan applicaties verminderd. Gezien de cruciale functie van de ICT-huishouding voor de uitvoering van het politiewerk en de ernst van de huidige situatie zullen de verbeteringen strikt worden gemonitord. De informatievoorziening bij de politiekorpsen wordt verder verbeterd om snel een einde te maken aan de problemen die dit voor politiemensen én burgers heeft opgeleverd.