Private R&D

Door scherp te kiezen is het mogelijk de investeringen van het bedrijfsleven in onderzoek en ontwikkeling (R&D) omhoog te krijgen.

Dat is de conclusie van een werkgroep van het Innovatieplatform onder leiding van Alexander Rinnooy Kan, voorzitter SER, en Gerard Kleisterlee, president van Philips. Op verzoek van het Innovatieplatform hebben wetenschappers en researchdirecteuren van multinationals zich in Amsterdam gebogen over de rol van R&D en de concurrentiekracht van Nederland.

Het Innovatieplatform is bezorgd over de teruglopende investeringen in zowel publieke als private R&D. Binnen de EU zijn ambitieuze doelen gesteld. Voor Nederland betekent dat in 2016 3% van het bruto nationaal product aan R&D moet worden besteed; 1% komt dan uit publieke middelen en de andere 2% wordt door bedrijven opgebracht. Maar als het zo doorgaat haalt Nederland die doelstelling niet, op dit moment dalen de percentages zelfs. Volgens de meest recente cijfers (voor 2006) zijn de publieke R&D-investeringen 0,71% van het BBP en de private R&D-investeringen 1,03% van het BBP.  Rinnooy Kan: “De aanwezigen zijn het erover eens dat de sectorstructuur van Nederland een belangrijke verklaring is voor het achterblijven van investeringen. We zijn sterk in handel en diensten maar hebben relatief weinig high tech sectoren. Terwijl we wel weten dat we daarin bedrijven hebben van uitmuntende kwaliteit.” Kleisterlee: “Ook waren we het er snel over eens dat R&D een belangrijke aanjager is voor het vergroten van welzijn en welvaart in ons land, het creëert banen”.

De werkgroep wil dat het overheidsbeleid de gekozen sleutelgebieden nog veel sterker ondersteund. Daarbij kan meer gedaan worden in het creëren van zogenaamde lead markets; nieuwe producten die snel worden ingezet. Regionale uitstraling van sleutelgebieden is ook belangrijk. High Tech materialen heeft Eindhoven en Food heeft Wageningen. Dat trekt nieuwe bedrijven aan. Sommige sleutelgebieden missen zo’n regionale uitstraling. Het Science Cities concept kan daarin dienstbaar zijn. Kleisterlee: “De High Tech Campus heeft er toe bijgedragen dat er in en om Eindhoven allerlei activiteiten zijn ontstaan die van Eindhoven langzaamaan een Science City maken: dat varieert van kennisinstituten, een internationale school tot aan nieuwe bedrijven en aantrekkelijke woongebieden. Daarbij moet je er wel voor zorgen dat de bereikbaarheid van regio’s goed blijft.”
De acties die het Innovatieplatform vorige week is gestart ondersteunen het versterken van R&D in Nederland. Bijvoorbeeld de actie om grote internationale bedrijven uit de Fortune 500 naar Nederland te halen. Dit soort bedrijven brengt nieuwe kennis en nieuwe netwerken naar ons land. Ook het aantrekken van 1000 pHd’s, excellente wetenschappers uit het buitenland, versterkt de inzet op het binnenhalen van bedrijven met R&D activiteiten.
De aanwezigen waren het eens dat een consistent lange termijn beleid van de kant van de overheid belangrijker is dan steeds weer wisselende subsidie- of fiscale maatregelen.
Afgesproken is om op 30 oktober aanstaande hierover door te praten op de vijfde Innovatieconferentie van de Netherlands Academy of Technology and Innovation die zal gaan over “Onshoring of R&D Activities” in Den Haag.