Algemene wet inzake rijksbelastingen. Vergoeding heffingsrente over tweede teruggaaf belasting

De staatssecretaris ziet af van cassatie tegen het hofoordeel dat vergoeding van heffingsrente ook moet plaatsvinden over een tweede belastingteruggaaf.

X GmbH is een naar Duits recht opgericht en aldaar gevestigde rechtspersoon die zich bezighoudt met de exploitatie van in Nederland onroerende zaken. X is als zodanig ondernemer in de zin van Wet OB. Op grond van de wet wordt de heffing van OB verlegd naar de afnemers van diensten waardoor de periodieke aangiften OB veelal in een teruggaaf resulteren. Tijdens een controle is geconstateerd dat X een deel van de aan haar in rekening gebrachte OB niet heeft teruggevraagd. Zij heeft vervolgens met succes een verzoek daartoe ingediend. In geschil is of heffingsrente moet worden vergoed, wanneer een eerder verleende teruggave van OB (ambtshalve) wordt gevolgd door een verdere teruggave.


Volgens het hof heeft X recht heeft op vergoeding van heffingsrente. Bij de beoordeling van het geschil mag niet uit het oog worden verloren, dat de verdere teruggave verband houdt met eerder door leveranciers aan de fiscus voldane omzetbelasting. Dit betekent dat die voldoening bezien vanuit doel en opzet van de wettelijke regeling van de heffingsrente, op één lijn moet worden gesteld met de afdracht van voorheffingen zoals loonbelasting. Er mag niet voorbij worden gegaan aan het feit, dat de aan X in rekening gebrachte OB tot op de momenten van teruggave onder de fiscus heeft berust. De fiscus lijdt, zoals de staatssecretaris terecht stelt in zijn Besluit van 7 maart 2008, nr. CPP2007/3267M, in die situatie geen liquiditeitsnadeel. Hij acht daarom het niet vergoeden van heffingsrente wanneer wordt verzocht eerdere teruggaven te corrigeren, niet wenselijk.

De staatssecretaris gaat niet in cassatie en geeft een toelichting, zie onderstaande doorklik

Toelichting staatssecretaris van 8 september 2008, nr. DGB 2008-4414, n.a.v. uitspraak Hof Den Bosch van 29 juli 2008, 2007/00268, Awr 30f