Basis gelegd voor technische school Tarin Kowt

De eerste steen van de nieuwe school voor technisch beroepsonderwijs is maandag door Khoday Rahim, waarnemend gouverneur van Uruzgan, en Jennes de Mol, Civiel Vertegenwoordiger van Task Force Uruzgan, gelegd. Op de school worden straks studenten opgeleid tot onder meer timmerman, automonteur, electricien of loodgieter. Het is de bedoeling dat de school volgende zomer de eerste studenten verwelkomt.

"Dit is een historisch moment voor de provincie, want met deze school krijgen we de vaklui die Uruzgan zo hard nodig heeft" sprak Rahim tijdens de eerste steenlegging. De afgelopen jaren is steeds duidelijker geworden dat in Afghanistan en vooral in Uruzgan een ernstig gebrek is aan geschoolde arbeidskrachten.

Modern en traditioneel

Het schoolontwerp combineert moderne inzichten met traditionele Afghaanse concepten en materialen, zoals een vernuftig natuurlijk ventilatiesysteem om het gebouw te koelen en extra dikke muren van lokale lemen bakstenen om extreme temperaturen buiten te houden. Het schoolgebouw is daarmee meteen een voorbeeld voor de mensen die er straks worden opgeleid.

Wanneer de lagere technische school af is, kunnen er per jaar 500 leerlingen opgeleid worden tot automonteur, tractormonteur, timmerman, elektricien, loodgieter, lasser of metselaar. De meeste studenten zijn geslaagd voor hun middelbare school, maar er is ook een speciaal opleidingsprogramma voor leerlingen die hun middelbare school niet hebben afgemaakt.

De school krijgt alle noodzakelijke faciliteiten zoals een hoofdgebouw, een administratieafdeling, een bibliotheek, een generator, een watertoren en sanitaire voorzieningen. Er is bovendien een apart gedeelte ingericht voor vrouwelijke studenten. Zo worden ook zij in de gelegenheid gesteld een beroepsopleiding te volgen.

Kwaliteitsverbetering

Volgens Jennes de Mol is een investering in de school een indirecte investering in de economie van Uruzgan en een directe verbetering van de bouwsector. Op dit moment zijn er in Uruzgan geen technische beroepsopleidingen. De kwaliteit van het geleverde werk is daarom vaak laag en de technische beroepssector zwak.

Nederland financiert de bouw en de Duitse ontwikkelingsorganisatie GTZ voert samen met de Australische Mentoring Task Force de bouw uit. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van lokale Afghaanse aannemers.

Het Afghaanse ministerie van Onderwijs is ook nauw bij het project betrokken.