300.000 Mensen aan de slag tijdens NL Doet

‘Wie vrijwilligerswerk doet, heeft hier een prettig gevoel bij. Een vrijwilliger heeft zin in het werk dat hij of zij doet. Omdat het werk is dat bij hem past.’ Dat zei mw. drs. A. den Hoed, afdelingshoofd Directie Maatschappelijke Ondersteuning, namens staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten op de bijeenkomst NL DOET in Utrecht op 14 maart 2011.

Dames en heren,

NL DOET is absoluut een actie naar mijn hart. Wat is dit toch een geweldig, jaarlijks terugkerend evenement! Dat NL DOET dit weekend een hoogtepunt gaat worden in het Europese Jaar van het Vrijwilligerswerk, dat is al zeker!
Want het Oranje Fonds, de landelijke organisatie van NL DOET, verwacht dat er zo’n 300.000 mensen aan de slag gaan. Samen zullen zij ruim zesduizend klussen doen. Ik vind het fantastisch! Daar is ook staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten, die verantwoordelijk is voor het vrijwilligersbeleid, ontzéttend trots op. Daar mag u – als uitvoerder en betrokkene van deze actie – ook heel trots op zijn.

Maar het meest trots mogen de 300.000 mensen zijn, die zich hebben aangemeld. De mensen die zich vrijdag of zaterdag vrijwillig in gaan zetten voor hun medemens. In wijkcentra, bij sportverenigingen, in de zorg, op speelplekken en op vele andere locaties.

Dames en heren,
U weet vast dat het culturele erfgoed in Nederland ook vaak in handen is van vrijwilligers. Kleine musea zijn vaak grotendeels afhankelijk van hun inzet. Maar ook bij grote musea, zoals hier in het Spoorwegmuseum met veel betaalde medewerkers, zijn vrijwilligers absoluut onmisbaar.

Wist u trouwens dat het Spoorwegmuseum eind vorig jaar is gekozen tot leukste museum van Nederland? Zonder vrijwilligers was dat zeker niet gelukt!

Ik heb vooraf geïnformeerd hoeveel vrijwilligers hier werken en wat ze precies doen. En vooral, of het museum voldoende vrijwilligers kan vinden. Dat is gelukkig zo: bijna 70 mensen zijn hier als vrijwilliger actief. Musea, en ook bijvoorbeeld dierentuinen, zijn natuurlijk een prachtige locatie voor vrijwilligerswerk, dus het lag ook wel voor de hand dat er hier voldoende mensen actief zijn.

Die vrijwilligers hebben allemaal hun eigen specialiteit. David en Henk bijvoorbeeld: allebei fanatieke vrijwilligers bij de werkgroep Stoom. Zij zorgen ervoor dat de Arend, zo heet de stoomlocomotief, goed onderhouden wordt. En dat er ook mee gereden kan worden!

David en Henk behoren tot de oudere vrijwilligers, maar er is ook een jonge garde. De jongste is Maarten; hij is vrijwilliger bij de werkgroep Diesel en sleutelt graag aan de dieseltreinstellen.
Ook gaat Maarten mee met de Heimwee Express als balkonwacht. In een nostalgische trein maakt hij met zijn passagiers een rondrit om Utrecht.
Anderen rijden in één van de historische treinen met een ouderwetse kniptang op zak om kaartjes van kinderen te knippen. Of nog leuker: het kind mag zelf zijn of haar kaartje knippen.

Weer andere vrijwilligers leiden bezoekers rond. Zij vertellen, gekleed in prachtige historische outfits, de verhalen over en achter de museumstukken. De vrijwilligers zijn oud-spoorwegmedewerkers, hobbyisten of gewoon geïnteresseerden die met enthousiasme alle ins en outs van het museum vertellen.

Enthousiasme, dat is een woord dat zo goed bij vrijwilligerswerk past. Want wie vrijwilligerswerk doet, heeft hier een prettig gevoel bij. Een vrijwilliger heeft zin in het werk dat hij of zij doet. Omdat het werk is dat bij hem past, zoals het sleutelen aan een oude stoomlocomotief, maar vooral ook omdat hij of zij dit belangeloos doet. Om er anderen plezier mee te doen.
Want daar gaat het om: vrijwilligers doen iets in onze maatschappij, onze materiële maatschappij, zonder daar iets voor terug te vragen. Dat is een heel bijzonder element in onze samenleving! Het geven zonder iets terug te vragen, het zoeken in de eigen kracht. Dat is wat ik graag wil stimuleren.
En ik wil graag dat het vrijwilligerswerk een hoger aanzien krijgt. Dat wij, die met vrijwilligers werken, veel vaker zeggen hoeveel waardering wij daarvoor hebben. Hoe belangrijk zij zijn!
Daar spannen ook de andere departementen zich voor in. Bijvoorbeeld het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Daar speelt de vraag: wat is er nodig om te komen tot een kleinere overheid en een steviger civil society? BZK gebruikt ook het Europees jaar van het vrijwilligerswerk om te kijken hoe vrijwillige inzet nóg beter kan worden ondersteund.
Op de terreinen van BZK zijn veel mensen vrijwillig actief. Ik noem even twee voorbeelden:
-    Bewoners van de aandachtwijken en in krimpgebieden maken zélf werk van de leefbaarheid.
-    Ook zijn er in het kader van de integratie veel vrijwilligers bezig met het wegwijs maken van nieuwkomers in onze samenleving. Vrijwilligers van het Hobby-gilde in Horst oefenen met nieuwkomers hun spreekvaardigheid. Maar ook leggen ze hen van alles uit over de Nederlandse cultuur, zoals het Sinterklaasfeest.

Dames en heren,
Iedereen kan vrijwilliger worden. Ik heb natuurlijk op de site van NL DOET gekeken wat voor klussen er worden aangeboden. Want ik ben nieuwsgierig wat die 300.000 mensen komend weekend nu precies gaan doen.
In Haarlem zoekt verpleeghuis De Houttuinen vrijwilligers om mee te gaan met dementerende bewoners in een strandrups. En de Stichting Speeltuinen Roermond zoekt mensen voor de aanleg van een nieuwe verkeerstuin. Twee willekeurige voorbeelden waaruit de grote diversiteit van de klussen blijkt.
Dat is ook een belangrijke boodschap in dit Europees Jaar van het Vrijwilligerswerk. Of je nu oud of jong bent, heel handig bent of juist helemaal niet, of je nu graag samen met anderen iets doet of een einzelgänger bent: het maakt niet uit. Vrijwilligerswerk is zo divers, voor iedereen zit er wel iets bij.
Belangrijk is óók dat mensen zich realiseren dat vrijwilligerswerk niet automatisch inhoudt dat dit heel veel tijd kost. Dat je iedere week opnieuw je halve weekend kwijt bent. Het kán, maar het hoeft helemaal niet!
Natuurlijk is continuïteit vaak belangrijk, maar veel organisaties, clubs en verenigingen zijn óók gebaat bij de flitsvrijwilliger. Iemand die af en toe – op momenten dat het hem of haar uitkomt – vrijwilligerswerk wil doen. Het is een tendens van de laatste jaren. Het zijn vooral mensen die al zwaar belast zijn, met zorg voor ouders, zorg voor kinderen en een baan, die zich liever niet lang willen binden.
Het past ook bij deze tijdgeest: de trend dat steeds meer mensen zich niet meer jarenlang aan dezelfde organisatie verbinden, maar juist meer projectmatig en ad hoc vrijwilligerswerk willen doen.
NL DOET sluit naadloos op die behoefte aan. De aangeboden klussen op 18 en 19 maart zijn uitermate geschikt voor de flitsvrijwilligers.

Tegelijkertijd laat NL DOET zien dat óók dit soort vrijwilligerswerk ontzettend leuk, nuttig en waardevol is.

NL DOET laat nog veel méér zien. Bijvoorbeeld dat bedrijven zich sterk kunnen maken voor vrijwilligerswerk. Er hebben zich een paar honderd bedrijven en gemeentelijke organisaties opgegeven voor NL DOET.

Dit kan tot heel mooie dingen leiden:
- Medewerkers van een bedrijf kunnen samen de handen uit de mouwen steken.
Zo bakten medewerkers van een woningcorporatie vorig jaar pannenkoeken in een verzorgingshuis.
- Of een bedrijf kan zijn kennis inzetten. Zoals het ontwerpbureau dat een nieuwe flyer ontwierp voor de Wereldwinkel.
- Nog een optie voor bedrijf is om gewoon de eigen middelen te gebruiken. Vorig jaar zorgde een touringcarbedrijf voor gratis busvervoer naar een NL-Doet activiteit.

Voor al deze bedrijven was NL DOET een goede aanleiding om via  een laagdrempelige manier hun maatschappelijke betrokkenheid te tonen.

Dames en heren,

Ik subsidieer daarom ook het stimuleringsprogramma maatschappelijk betrokken ondernemen. Want ik vind het belangrijk dat mensen een balans kunnen vinden tussen betaald werk, zorg, mantelzorg en vrijwilligerswerk.
Ik vind het trouwens niet alleen belangrijk dat bedrijven vrijwilligersklussen organiseren, maar ook dat deze bedrijven zich flexibel opstellen.
Zodat de medewerkers hun eigen vrijwilligerswerk gemakkelijker kunnen combineren met hun baan.

Ook op mijn departement zijn mijn ambtenaren maatschappelijk betrokken. Iedere dinsdag- en donderdagmiddag stappen er VWS’ers op de fiets richting twee basisscholen in Den Haag. Daar begeleiden ze kinderen bij het  lezen.

En natuurlijk zijn veel van ambtenaren in het weekend als vrijwilliger actief voor hun sportclub. Iedere maand portretteren we zo iemand in ons personeelsblad Diagonaal. In het maartnummer bijvoorbeeld vertelt beleidsambtenaar Marcel dat hij de penningmeester is van zijn tafeltennisclub.

Ik zie het ook als een blijk van waardering om vrijwilligers regelmatig in de schijnwerper te zetten. Zoals bij VWS achterop het personeelsblad. Ook het Spoorwegmuseum koestert de vrijwilligers en laat dat blijken door ieder jaar een uitstapje te organiseren voor alle vrijwilligers én hun partners.
Daar blijf ik dit hele jaar op hameren: we moeten vooral onze vrijwilligers laten blijken hoe dankbaar wij hen zijn. Wees gul met uw complimenten!
Want dankzij onze vrijwilligers wordt het leven van anderen een beetje leuker!

Dames en heren,

Ik dank u voor uw aandacht en kijk net als u met heel veel plezier uit naar komend weekend, wanneer heel Nederland de handen uit de mouwen gaat steken. Wanneer 300.000 mensen buiten hun eigen belang een steentje gaan bijdragen voor een ander.

Dank u wel!