Persconferentie MP Rutte na ministerraad 8 april 2011

Persconferentie van minister-president Rutte na de wekelijkse ministerraad van 8 april 2011.

Minister-president Rutte:

Laat ik maar eens beginnen, want dit zijn toch ook de weken waarin het heel nadrukkelijk ook in de ministerraad gaat over de staatsfinanciën, nog eens heel kort die noodzaak van de bezuinigingen te schetsen waar we ook vandaag in de ministerraad met elkaar over hebben gesproken. Ik had van de week ook een congres van het FD, afgelopen woensdag hier in de Schouwburg, en ook daar was wel de sfeer van ach, gaat het niet eigenlijk al heel goed met Nederland? En zie je niet eigenlijk dat het optimisme terugkomt? En dat de ontwikkeling van de financiën zodanig is dat er op dit moment geen grote noodzaak is om die overheidsfinanciën op orde te brengen. Ik moet u zeggen: daar ben ik het niet mee eens. Het is natuurlijk zo dat het optimisme weer wat terugkomt en dat inderdaad die groeiramingen eruit zien zoals ze eruit zien. Dat is ook omdat er in verwerkt is wat de kabinetsplannen zijn. En nog steeds is het zo dat ook vandaag de dag zestig miljoen euro per dag aan die staatsschuld wordt toegevoegd. En als we dat niet afbouwen, als we die staatsschuld niet onder controle krijgen, dan leidt dat er toe dat uiteindelijk je andere uitgaven in de weg gaat zitten. Het is ook een soort koekoeksjong wat op een gegeven moment andere welvaartsverhogende maatregelen gaat wegdrukken. Het huishoudboekje van de overheid, met andere woorden, moet op orde. Maar het belangrijkste wat de overheid kan doen, naast goed onderwijs, weinig regels en een goed opgeleide bevolking, en een goede infrastructuur, maar het belangrijkste wat de overheid verder kan doen om ervoor te zorgen dat Nederland weer gaat groeien, is er in ieder geval voor zorgen dat het eigen huis op orde is. En daar hoort dus ook bij dat we er in slagen om die overheidsschuld, die staatsfinanciën, weer onder controle te krijgen. Vandaag is in dat kader onder andere gesproken over Defensie en dan gaat het om een zeer forse operatie. En het is een operatie waarvan ik me realiseer dat die ook deze organisatie raakt. Het is een operatie die niet alleen nodig is in het kader van die staatsfinanciën, de reorganisatie van Defensie is ook nodig om ervoor te zorgen dat deze organisatie zelf weer in staat is om in de toekomst sterk op eigen benen te staan. Om uit de situatie te komen waarin binnen Defensie te vaak ook de zaak van binnenuit dreigt te worden uitgehold. Dat er vliegtuigen aan de grond moeten blijven staan omdat anders andere vliegtuigen niet kunnen vliegen. Een situatie dat er een tekort is aan bijvoorbeeld onderdelen of munitie. Dus ja, het is een operatie, reorganisatie die we doen, deels om ervoor te zorgen dat we ook Defensie een bijdrage laten leveren aan het op orde brengen van de overheidsschuld. Maar tegelijkertijd is het een reorganisatie die nodig is om ervoor te zorgen dat Defensie op langere termijn ook zelf weer sterk op eigen benen kan staan. En dan doen we tegen de achtergrond van de enorme waardering die binnen het hele kabinet en ik denk binnen de hele Nederlandse samenleving bestaat voor wat Defensie in de afgelopen jaren heeft gedaan. Of het nou is in Irak, wat er gebeurd is in Uruzgan, de toekomstige missie naar Kunduz, wat er op dit moment gebeurt in Libië bij het handhaven van het embargo en de no-flyzone. Wij hebben in Nederland een gewoon hele sterke krijgsmacht. Maar we kunnen niet doorgaan met een krijgsmacht te hebben die zichzelf moet uithollen om de belangrijke taken te kunnen doen. Dus dat een belangrijke extra reden om ervoor te zorgen dat Defensie ook voor de toekomst weer sterk op eigen benen kan staan.
En het tweede terrein waar zich dit voordoet is de modernisering van de diplomatie. Ook hier heeft het kabinet ervoor gekozen om aan de ene kant ook Buitenlandse Zaken te laten bijdragen aan de bezuinigingen, onvermijdelijk. Maar tegelijkertijd bij het opnieuw vormgeven van bijvoorbeeld het hele postennetwerk dat zodanig te doen dat de nieuwe accenten van dit kabinet er ook in doorklinken. En ik heb al eerder gezegd: het is iets minder dominee en iets meer koopman. En natuurlijk mensenrechten blijven een belangrijk speerpunt, maar daarnaast zullen we veel meer aandacht ook besteden aan het versterken van de economie, de handelsbetrekkingen etc. Dat klinkt dus door in de herziening van dat hele postennetwerk van Buitenlandse Zaken. En tot slot hebben we vandaag een besluit genomen in het kader van de onderwijssubsidies. Zo oplopend tot 2015 gaat het dan om 230 miljoen euro aan onderwijssubsidies waarvan wij gezegd hebben: deels zijn ze niet nodig, zou je ze anders kunnen invullen en deels zou het ook veel beter zijn als onderwijssubsidies gewoon landen in de normale geldstroom. Het komt nog te vaak voor dat onderwijsbestuurders met de rug naar de instelling staan en de portemonnee in Den Haag om te voldoen aan al die regelingen die gemaakt, als die specifieke regelingetjes die gemaakt zijn om het onderwijs vooruit te helpen en er vaak alleen maar toe hebben geleid dat er binnen het onderwijs een hele hoop bureaucratie ontstond om al die aparte regelingen ook weer te verantwoorden. Dus ook hier aan de ene kant, ik kom er rond voor uit, een bijdrage, bij onderwijs niet zozeer aan de bezuinigingen alleen, maar ook om het geld vrij te spelen om te kunnen investeren in het onderwijs. Maar tegelijkertijd het vorm te geven op een zodanige manier dat je erin slaagt de bureaucratische last, het gedoe, het Den Haag zich laten bemoeien met wat er tot in details binnen de instellingen speelt, om dat terug te dringen. Goed dit zijn een aantal van de besluiten die we vandaag hebben genomen. Er zijn veel persberichten verspreid. Ik sta open voor vragen over zowel wat ik net gezegd heb als over wat er verder aan nieuws naar buiten is gekomen uit deze ministerraad.