Enquêterecht verandert voor aandeelhouder van grote NV en BV

De toegang van aandeelhouders van grote naamloze en besloten vennootschappen (NV's en BV's) tot de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam wordt beperkt. Zij moeten straks meer aandelen vertegenwoordigen voor een onderzoek naar de gang van zaken bij een onderneming. De ministerraad heeft ingestemd met een daartoe strekkend wetsvoorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie.

Op dit moment kunnen aandeelhouders naar de rechter stappen als de nominale waarde van hun aandelen ten minste euro 225.000 bedraagt (of als zij 10 procent van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen). Het kabinet vindt deze grens voor ondernemingen met een groot aandelenkapitaal te laag. Daarom moeten aandeelhouders voortaan minimaal 1 procent kapitaal vertegenwoordigen als de NV of BV een geplaatst kapitaal heeft van 22,5 miljoen euro of meer. Of hun belang moet een beurswaarde hebben van ten minste 20 miljoen euro. Voor vennootschappen met een lager geplaatst kapitaal verandert er niets. De nieuwe grenzen sluiten aan bij het SER-advies 'Evenwichtig ondernemingsbestuur'.

Het enquêterecht is een belangrijk instrument om geschillen in ondernemingen op te lossen. De Ondernemingskamer kan snel en effectief optreden bij geschillen tussen aandeelhouders en problemen tussen aandeelhouders en bestuurders. De rechter kan bijvoorbeeld tijdelijke bestuurders benoemen en besluiten schorsen. Ook is de aanbeveling van de SER overgenomen om de NV of BV - vertegenwoordigd door haar bestuur - in staat te stellen om zelf een enquête te vragen vanwege het beleid van de aandeelhoudersvergadering of het gedrag van individuele aandeelhouders. De positie van de ondernemingsraad verandert niet. De werknemers hebben toegang tot de enquêteprocedure via de vakbonden of afspraken met de rechtspersoon.

De enquêteprocedure wordt op verschillende punten verbeterd. Het gaat ondermeer om de onderbouwing van de toewijzing van onmiddellijke voorzieningen door de rechter, de mogelijkheid om opmerkingen te maken over de verslaglegging door onderzoekers en toezicht op de onderzoeksfase door een raadsheer-commissaris. Daarnaast beperkt het wetsvoorstel het aansprakelijkheidsrisico van onderzoekers en worden tijdelijke bestuurders of commissarissen die op verzoek van de rechter aan de slag zijn gegaan, niet langer belast met de kosten van verweer als zij vanwege hun werkzaamheden aansprakelijk worden gesteld.

De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.