Minister Opstelten pakt criminele jeugdgroepen steviger aan

Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie wil dat alle 89 nu bekende criminele jeugdgroepen in Nederland binnen twee jaar keihard zijn aangepakt. Ook wordt de aandacht gelegd op sleutelfiguren binnen overlastgevende groepen. Dit heeft de minister op 18 mei geschreven in een brief aan de Tweede Kamer.

Eind 2010 waren er in Nederland 1527 problematische jeugdgroepen, waarvan 89 crimineel en 284 overlastgevend. Criminele groepen zorgen voor de meest ernstig vormen van criminaliteit, terwijl overlastgevende groepen vaak een kweekvijver zijn voor crimineel gedrag. Sinds eind 2009 worden alle jeugdgroepen landelijk in kaart gebracht en geregistreerd door de politiekorpsen. De groepen zijn nu in beeld bij de politie, het OM en de gemeenten.

De minister wil dat binnen twee jaar alle 89 criminele jeugdgroepen zijn aangepakt door de politie, het Openbaar Ministerie en de gemeenten. Door een intensievere aanpak en door het vrijmaken van meer capaciteit, wordt ook het aantal groepen teruggedrongen.

Actieprogramma criminele jeugdgroepen

Om de ketenpartners te ondersteunen heeft minister Opstelten het actieprogramma Criminele jeugdgroepen gestart. Dat moet de samenwerking tussen alle betrokken organisaties verbeteren, de onderlinge uitwisseling van informatie versterken en knelpunten in de uitvoering wegnemen.

Er is een landelijk actieteam geformeerd, er worden er 10 regionale coördinatoren aangesteld en per criminele jeugdgroep wordt een plan van aanpak opgesteld. Een dadergerichte aanpak staat daarbij voorop.

Ook richt het programma zich op het bundelen van krachten van de verschillende ketenpartners. Daardoor kan er betere verbinding worden gelegd tussen preventie, straf en zorg. Door het combineren van instrumenten kan ervoor worden gezorgd dat elke jongere een passende straf of maatregel krijgt opgelegd.