Openingstoespraak Landelijke Netwerkdag Relatiebeheer

Openingstoespraak Minister Opstelten ter gelegenheid van de Landelijke Netwerkdag Relatiebeheer in Scheveningen op 18 mei 2011.

Dames en heren,

Welkom allemaal, hier “op Scheveningen”, in dit fraaie hotel, pal aan het strand gelegen. Een toepasselijke plaats voor een Landelijke Netwerkdag, lijkt me. Op een steenworp hier vandaan immers, deden eertijds de befaamde Scheveningse nettenboetsters hun werk. Zij repareerden met grote vaardigheid scheuren en andere schade aan de visnetten, zodat er weer een regelmatig en stevig netwerkpatroon ontstond. Een vergelijkbare functie heeft deze Landelijke Netwerkdag: het onderhoud van ons waardevolle netwerk, bestaande uit strategisch adviseurs van de politie, veiligheidsegio’s, brandweer, GHOR en de veiligheidsafdelingen van de grote gemeenten.

Aan een goede relatie tussen mijn Ministerie van Veiligheid & Justitie en de partners in het uitgestrekte veiligheidsveld hecht ik grote waarde. Immers: waar zouden wij zijn zonder goede uitvoeringsorganisaties? We kunnen hier in Den Haag wel allerlei mooie plannen verzinnen en denken dat we daarmee de maatschappelijke problemen hebben opgelost of verminderd - zonder goede, en goed toegeruste, uitvoeringsorganisaties komt er van al die mooie plannen en oplossingen in de praktijk weinig terecht.

De uitvoering kan ook - ik zou bijna zeggen: als geen ander – goed aangeven wat lokaal/regionaal van belang is en wat de mogelijkheden zijn. Dat is van belang om te weten én om rekening mee te houden bij het ontwikkelen van nieuw beleid. De uitvoering moet daar ook invloed op kunnen uitoefenen. En dan bedoel ik niet alleen formeel - in een adviesrol - of institutioneel - via de regioburgemeesters, de VNG en noem maar op - maar vooral ook vanuit de lokale/regionale praktijk van bestuurders en professionals. Op lokaal niveau zijn tal van voorbeelden aan te wijzen van good practices die zich in de praktijk hebben bewezen. Het Ministerie van Veiligheid & Justitie moet daar zijn voordeel mee doen. En niet alleen met de good practices: ook van bad practices – initiatieven die aantoonbaar niet werken - kunnen we veel leren. Al was het maar dat deze richting, deze manier, heilloos is en dat we daar niet langer kostbare tijd en energie in hoeven te steken.

Om van al deze ontwikkelingen in de uitvoering op de hoogte te zijn én te blijven, is een goede relatie met “het veld” van cruciaal belang. Bij het aangaan, opbouwen en instandhouden daarvan, spelen de accountmanagers van mijn Ministerie uiteraard een belangrijke rol. En niet alleen zij! Ik ben van mening dat elke beleidsmedewerker van Veiligheid & Justitie zich van tijd tot tijd aan de praktijk zou moeten spiegelen. Het belang daarvan – dat ik u niet zal hoeven uitleggen - zal ik in mijn contacten met ambtenaren altijd blijven benadrukken. Ik denk dat deze Landelijke Netwerkdag, waarvan we vandaag de tweede uitvoering beleven, aan die gewenste versteviging van de relatie tussen departement en uitvoering een belangrijke bijdrage levert!

En dat is goed, want we hebben elkaar – zeker ook nu – hard nodig! U weet dat dit kabinet buitengewoon ambitiueus is en heel veel werk op de schop heeft genomen. Ons streven is immers Nederland Veiliger te maken. Dat gaan we doen met behulp van een samenhangend pakket maatregelen, zoals vastgelegd in het werkprogramma “Nederland Veiliger”. En zoals u de afgelopen maanden al hebt kunnen merken: we zijn meteen full swing aan de slag gegaan, zoals u van ons - de staatssecretaris en mij - gewend bent. Gewoon aanpakken!

U zult begrijpen, het voert te ver om in deze openingstoespraak alles te noemen wat we in gang hebben gezet. Een paar – voor u in het bijzonder relevante – ontwikkelingen wil ik hier echter kort toelichten:

• Alleereerst de vorming van de Nationale Politie. U weet, voor het kabinet is dat een heel belangrijke prioriteit. Ik ben ervan overtuigd dat de politie efficiënter en effectiever zal opereren, als het gehele beheer in één hand komt. Ik ben blij dat zowel bestuurders als politieprofessionals onze plannen voor één Nationale Politie steunen. U weet, daar wordt al jarenlang over gesproken; dit kabinet doet het gewoon. Het momentum is er - méér dan ooit tevoren. Nu moeten we dan ook dóórpakken.

• Tegelijkertijd zetten we ook het snoeimes in de bureaucratie. Agenten krijgen daardoor méér ruimte om hun core business goed te doen, de prestaties van de politie gaan omhoog en dienders krijgen weer méér plezier in hun werk. Vanmiddag, in de workshop ‘Aanval op de bureaucratie’ krijgt u nadere uitleg - en kunt u ook meediscussiëren - over de vraag hoe we dat Aanvalsplan tegen de bureaucratie, concreet handen en voeten gaan geven.

• De vorming van de Nationale Politie is een stevige klus; temeer omdat ook tijdens deze verbouwing de “verkoop” gewoon blijft doorgaan. En daarmee bedoel ik niet alleen de bestrijding van criminaliteit en overlast, maar ook de aanpak van rampen en crises. De reorganisatie van de ‘blauwe kolom’ mag niet ten koste gaan van de samenwerking met de ‘rode’ en de ‘witte’ kolom in de Veiligheidsregio’s. Daar zien we dan ook nauwlettend op toe. De buitengrenzen van de tien regionale eenheden van het politiekorps blijven samenvallen met die van één of meer Veiligheidsregio’s. Ook scheppen we de juiste randvoorwaarden waaronder de politie straks, in het nieuwe bestel, haar bijdrage kan blijven leveren aan de taken van de Veiligheidsregio. Zo wil ik de inbreng van de politie in de Veiligheidsregio’s bij aanpassingswet regelen. Bijvoorbeeld waar het gaat om het opstellen van het regionale risicoprofiel, het Beleidsplan Veiligheidsregio en de af te sluiten convenanten. Dat biedt de garantie dat de goede samenwerking tussen politie en veiligheidsregio’s, zoals die de afgelopen jaren is opgebouwd, behouden blijft. Ook de Veiligheidsregio’s komen op deze Netwerkdag prominent aan bod. Zo meteen zult u deskundig worden bijgepraat over de laatste – én toekomstige - ontwikkelingen op dit terrein.

• Verbetering van de rampenbestrijding, dames en heren, vergt ook professionalisering van het Meldkamerproces. Ook daarover wordt u op deze Netwerkdag uitgebreid geïnformeerd. Ik beperk me hier tot de essentie. Ik denk dat we het er met elkaar over eens zijn dat op 25 verschillende manieren het Meldkamerproces inrichten niet efficiënt is. Dat kan goedkoper - én beter. Wij zien het als een uitdaging om van de nood - de taakstelling uit het Regeerakkoord – een deugd te maken: een kwalitatief beter functionerende Meldkamer. Daarbij hanteren we drie uitgangspunten: 1. De burger wordt zoveel mogelijk geholpen in het eerste contact met de meldkamer 2. Een gestandaardiseerde werkwijze maakt uitwijken landelijk mogelijk en 3. De burger kan bij iedere meldkamerlocatie op dezelfde kwaliteit rekenen. Daarnaast vraagt een toekomstbestendige meldkamer ook om organisatorische inbedding. Deze en andere punten worden op dit moment nader uitgewerkt, in nauw overleg – en dat kan ik in dit gezelschap niet genoeg benadrukken – met het veld.

• Dan is er nog één punt dat ik er hier vandaag extra wil uitlichten – en dat is de lokale verankering van het veiligheidsbeleid. Ik weet dat er nog altijd mensen zijn die zich op dit punt wat ongerust maken. Die zich afvragen of de Nationale Politie niet teveel op afstand komt van de burgers en van het lokale bestuur. Als oud-burgemeester heb ik er begrip voor dat dit onderwerp in sommige gemeenten zo beleefd wordt. Ik denk dat het goed is om die ongerustheid – voor zover die hier nog leeft – weg te nemen: het is mijn stellige overtuiging dat de rol van de burgemeester bij het lokale politiewerk - en vooral ook die van de gemeenteraad – in het nieuwe bestel zelfs nog wordt versterkt. Het integrale veiligheidsplan van de gemeente wordt leidend. Burgemeester en politie maken concrete afspraken over de veiligheidsplannen die lokaal, door de gemeenteraad, zijn vastgesteld. De rol van de lokale gezagsdriehoek – burgemeester, officier, districtschef – gaan we nog heel precies vastleggen. Maar één ding staat al vast: in vergelijking met de huidige situatie, krijgt de gemeenteraad een extra handvat, een extra controlemechanisme. De burgemeester moet over de uitoefening van zijn gezag over de politie periodiek verantwoording afleggen aan de gemeenteraad. Dat alles leidt ertoe dat de lokale verankering van het veiligheidsbeleid in de nieuwe constellatie juist sterker wordt. Kortom: het nieuwe politiebestel is niet opgezet vanuit de machtsvraag, maar vanuit de enige vraag die er werkelijk toe doet: wat is de meest geschikte organisatie voor de professional, zodanig dat Nederland ook daadwerkelijk veiliger wordt?

Dames en heren, ik zei het al eerder: dit kabinet is heel ambitieus. Willen we onze hoge ambities – met het oog op een veiliger Nederland – echt kunnen waarmaken, dan hebben we uw medewerking hard nodig. We zullen het samen moeten doen. Te meer nog, omdat samenwerken vaak ook leidt tot slimmer, efficiënter werken. En dat is in een tijd waarin er niet of nauwelijks extra geld is voor intensiveringen, geen overbodige luxe. Het verheugt me bij u eenzelfde drive aan te treffen om de zaken in goede samenwerking aan te pakken. Ik hoop en verwacht dat deze Landelijke Netwerkdag aan die samenwerking een nieuwe, inspirerende impuls kan geven. U staat een interessant en kwalitatief hoogwaardig programma te wachten. Een programma waarvan u veel kunt opsteken en dat u tegelijkertijd óók voldoende ruimte biedt om – we zijn hier tenslotte aan zee - uw netten te boeten en wellicht een aantrekkelijke grote vis binnen te halen. Oftewel: de banden met uw netwerkpartners stevig aan te halen en nieuwe contacten te leggen. Ik wens u een prettige, produktieve netwerkdag!