Persconferentie Rutte na ministerraad 26 augustus 2011

MINISTER-PRESIDENT RUTTE
We hebben vandaag in de ministerraad de begrotingsbesprekingen afgerond voor 2012. Dus dat is goed nieuws. Volgende week zullen we nog één keer de hele plaat langs krijgen om te kijken of alle besluiten goed verwerkt zijn. Dus een laatste technische exercitie, maar alle politieke beslissingen zijn in goede harmonie genomen. En dat betreft ook de belastingtarieven, koopkrachteffecten voor volgend jaar, etc. Nou alles komt natuurlijk op Prinsjesdag naar buiten, of liever gezegd, de vrijdag voor Prinsjesdag. We moeten daar even op wachten nog. Het is wel zo dat als je naar de koopkracht kijkt je moet vaststellen dat in 2012 natuurlijk een behoorlijk aantal maatregelen ook voelbaar zal worden in het beleid, ook voelbaar zal worden in de samenleving, wat natuurlijk ook zijn effect heeft op de koopkracht. Dat is onvermijdelijk, en zullen ook een drukkend effect hebben op de koopkracht. We hebben gestreefd naar een zo evenwichtig mogelijk koopkrachtdeel voor 2012. Ook daar hoort u meer over op de vrijdag voor Prinsjesdag, de precieze cijfers.
Maar ik kan u wel zeggen: het zal duidelijk zijn dat het beeld over de hele linie eerder minnen dan plussen zal laten zien. Wat je nu meemaakt natuurlijk is dat het na de economische crisis van 2008 en het nog lang doorgaan van de overheidsbestedingen daarna, inmiddels ook door de bezuinigingen natuurlijk de effecten van die bezuinigingen, van die ombuigingen ook voelbaar worden in de koopkracht van de Nederlanders. Uiteraard zal ik dolgraag koopkrachtbehoud hier aankondigen, maar dat is onmogelijk. Als je zo’n crisis achter de rug hebt en toen de overheid is doorgegaan met besteden en we nu dus ook die bestedingen aanpassen aan het feit dat inkomsten zijn teruggelopen, de beroemde 18 miljard, dan is het onvermijdelijk dat het ook voelbaar wordt in de koopkrachtcijfers. Je zou kunnen zeggen: de kosten van de crisis zijn een tijdje door de overheid voorgeschoten. Wat we nu aan het doen zijn is dat weer terugdraaien en ervoor zorgen dat de overheid uiteindelijk de inkomsten en uitgaven weer zoveel mogelijk met elkaar in balans gaat brengen.

Tot slot, wij hebben in de ministerraad ook gesproken over de situatie in Libië. Ik denk zoals iedereen zijn ook wij zeer onder de indruk van de beelden uit Tripoli en ook uit de andere delen van het land. Wij volgen die ontwikkelingen op de voet. Er is volgende week donderdag een extra top in Parijs op uitnodiging van Sarkozy, waar ik ook zelf aan gaan deelnemen met veel collega’s, waar we verder zullen praten over de situatie. Het belangrijkste nu is het creëren van veiligheid voor alle Libiërs. Het is ook van belang om nu een bijdrage te leveren uit het Westen, uit West-Europa, uit de hele wereld aan het opbouwen van een zo goed mogelijk functionerend democratisch bestel in Libië. Dat heeft absolute prioriteit: vrije verkiezingen, goed functionerende rechtstaat, het weer op gang brengen vooral van de Libische economie, zodat men ook weer zijn eigen geld kan verdienen. De Overgangsraad zal daarbij een belangrijke rol spelen. En voor deze overgangsfase is deze Overgangsraad wat ons betreft de enige vertegenwoordiger van het volk en de staat Libië. Het is van belang dat er geen politiek vacuüm in dat land ontstaat. Ik kan zeggen: wij laten de Libiërs niet aan hun lot over. Wij hebben er een belangrijke bijdrage geleverd, ook als Nederland, en we zullen ook graag in een volgende fase een behoorlijke bijdrage leveren. En nogmaals, daar zal wel volgende week, misschien dat ik een aantal van u daar weer zal zien, een extra top over plaatsvinden in Parijs. Dat van mijn kant als aftrap.