Startmanifestatie belastingsamenwerking gemeenten en waterschappen

 Toespraak van staatssecretaris Weekers van Financiën bij de startmanifestatie van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen in Limburg op vrijdag 9 september 2011.

Dames en heren,

Het doet me veel genoegen dat ik hier in Roermond de doop kan meemaken van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen in Limburg.

Als staatssecretaris van Financiën ben ik natuurlijk niet direct verantwoordelijk voor dit samenwerkingsverband.

Maar er zijn wel zoveel raakvlakken, dat ik het toch ervaar als een thuiswedstrijd.

Dat heeft alles te maken met:

-      waar we vandaan komen,

-      waar we mee bezig zijn,

-      en waar we naartoe willen.

Dat klinkt wellicht wat cryptisch, maar ik bedoel het heel concreet. Ik licht het graag toe.

Waar we vandaan komen:

Ik ben in deze streek opgegroeid.

Daardoor weet ik in een natte zomer als deze waar het water in de Maas het hardste stijgt en welke beken het eerste overlopen.

Ik heb dus ook zelf gezien hoe het Rijk, gemeenten en waterschappen gezamenlijk de schouders eronder zetten om het Maaswater beheersbaar te houden.

Ik heb meegemaakt hoe Venlo logistiek aan kracht heeft gewonnen,  onder meer door de bouw van een nieuwe binnenvaart-terminal die vorig jaar is geopend.

Ik heb ondervonden hoe Roermond steeds aantrekkelijker is geworden en zelfs is uitgeroepen tot beste winkelstad van het land.

Uit deze voorbeelden blijkt dat dit een streek met toekomst is.

Dankzij de goede verbindingen over de weg en het water is het een logistieke hotspot voor de export naar andere Europese landen.

Dankzij de aantrekkelijke omgeving is het goed wonen en recreëren, hier op mijn geboortegrond en uw werkterrein.

Dan kom ik op ons tweede raakvlak.

Waar we mee bezig zijn:

Het heffen van belastingen.

Het Nederlandse belastingstelsel is in de loop der tijd steeds ingewikkelder geworden.

Zo ingewikkeld dat de belastingbetalers vaak door de bomen het bos niet meer zien.

En daar hebben wij allemaal last van.

Het is mijn inzet om dat te veranderen, meer duidelijkheid te verschaffen en de lastendruk te beperken.

Ik werk in Den Haag aan vernieuwingen ten behoeve van een eenvoudig, robuust en fraudebestendig belastingstelsel.

Dat zal ook tot uitdrukking komen in een aantal maatregelen uit het belastingplan voor 2012 dat op Prinsjesdag tegelijkertijd met de Miljoenennota naar de Tweede Kamer gaat.

We zijn op het moment in Den Haag druk om dat plan ‘persklaar’ te maken.

Ook met dit samenwerkingsverband maakt u het de burger gemakkelijker. 

Zo kan iedereen digitaal en in één keer wijzigingen doorgeven, bezwaar maken en klachten deponeren.

Dat scheelt gedoe en onnodige ergernis.

De aanslagen voor gemeente- en waterschapsbelasting blijven wel gescheiden.

Ik heb begrepen dat het een bewuste keuze is, zodat het voor de burger duidelijk zichtbaar blijft waar die voor betaalt.

Dat klinkt me verstandig in de oren.  

Er zijn nog meer argumenten voor de oprichting van de Belastingsamenwerking Waterschappen en Gemeenten in Limburg.

En dat brengt mij op mijn derde en laatste punt.

Waar we naartoe willen:

De overheid moet in deze turbulente tijden met minder mensen meer mogelijk maken.

Ook bij de Belastingdienst zetten we het kapmes in de uitvoeringskosten; we besparen op den duur structureel 400 miljoen euro.

Het doet me goed om vast te stellen dat u hier in datzelfde spoor zit.

U doet hier precies wat we op veel meer plekken bij de overheid moeten doen.

Ook u zoekt én vindt wegen om te innoveren en tegelijkertijd te besparen.

Deze belastingsamenwerking, van de waterschappen ‘Roer en Overmaas’ en ‘Peel en Maasvallei’ en de gemeente Venlo is een grote stap.

U bespaart flink op de uitvoeringskosten.

En als u de vleugels verder uitslaat, zullen die besparingen alleen nog maar verder toenemen.

Ongetwijfeld was de samenvoeging voor de werknemers even wennen. De mensen uit Roermond kregen er nieuwe collega’s bij.

De mensen uit Venlo konden in de lunchpauze niet meer even naar huis voor een broodje.

Als je dat gewend bent moet je even omschakelen.

Werknemers van de Belastingdienst hebben daar door samenvoeging van regiokantoren ook mee te maken.

Maar ik heb begrepen dat de overgangsperiode maar kort heeft geduurd  en dat men over het algemeen positief is over de nieuwe samenwerking. Het werk wordt er met die belastingspecialisten onder elkaar leuker en interessanter op.

En dat is ook goed voor de kwaliteit.

Ik ben dus enthousiast over samenwerkingsverbanden als deze om lokale belasting te heffen en te innen.

Ik zet me dan ook graag in om onnodige belemmeringen weg te nemen. Dit voorjaar heb ik daar samen met de minister van Binnenlandse Zaken een gesprek over gevoerd met de VNG en de Unie van Waterschappen. Een knelpunt was bijvoorbeeld de bevoegdheden van ambtenaren in een samenwerkingsverband.

Dat heb ik direct geregeld met een wijziging in de Fiscale verzamelwet. Ook de ministeries van Binnenlandse Zaken en Infrastructuur en Milieu werken op hun terrein obstakels weg.

Want dit soort samenwerkingsverbanden verdienen ruim baan!

Dames en heren,

Meer doen met minder middelen, dát is de uitdaging waar het Rijk en lokale overheden voor staat.

U hebt hier een goede basis gelegd voor de toekomst. Ik laat me graag door dit positieve voorbeeld inspireren, daarom wilde ik hier vandaag graag bij zijn.

Ik wens de dopeling graag een lang en vruchtbaar leven en alle betrokkenen bij deze belastingsamenwerking heel veel succes in de toekomst.