Persconferentie Rutte na ministerraad 16 september 2011

Goedemiddag. Vandaag op de agenda veel onderwerpen op het terrein van veiligheid en immigratie. Onder het motie van het kabinet ‘grenzen stellen, grenzen handhaven’, hebben we eigenlijk het grootste deel van de agenda daarvoor ingeruimd, op het gebied van veiligheid, asiel, immigratie. Om ons land veiliger te maken, komen we met een heel pakket aan maatregelen op het terrein bijvoorbeeld van het invoeren van minimumstraffen, het steviger aanpakken van identiteitsfraude, een verbod op gelaatsbedekkende kleding. Op deze manier willen we ook echt invulling geven aan de belangrijke aspecten van het veiligheidsbeleid van het kabinet. Dat doen we ook op het gebied van immigratie en asiel. We komen vandaag met vijf wijzigingsvoorstellen die het vreemdelingenbesluit actualiseren en ook in belangrijke mate aanscherpen. Natuurlijk blijven we als Nederland vluchtelingen opvangen die terecht een beroep doen op onze bescherming, maar helaas, er wordt ook misbruik gemaakt van onze gastvrijheid. Dat moeten we hard aanpakken. We treden harder op tegen criminele vreemdelingen en illegaal verblijf in Nederland wordt strafbaar. Wie zich niet houdt aan onze spelregels is hier niet langer welkom en kan vertrekken. Dat is een duidelijke boodschap in deze maatregelen. Daarnaast gaan we de regels voor gezinsmigratie aanscherpen. Alleen het kerngezin, dus de partner en de minderjarige kinderen komen nog in aanmerking voor gezinsmigratie. Nou, daarmee zetten we eigenlijk in gang een heel belangrijk deel van alle aangekondigde maatregelen uit het regeer- en gedoogakkoord waar het gaat om het migratie- en asielbeleid. Op deze manier denken wij een selectiever en restrictiever beleid ten aanzien van immigratie, asiel en illegaliteit. Ten slotte scherpen we ook de vereisten aan voor wat betreft naturalisatie, ook dat is een belangrijke afspraak uit het regeer- en gedoogakkoord. Personen moeten laten zien dat ze het Nederlanderschap waard zijn en waar mogelijk afstand doen van de andere nationaliteit. Hiermee wordt verkrijging van het Nederlanderschap weer wat het moet zijn: de bekroning van een geslaagde deelname aan de Nederlandse samenleving. Vanochtend, heel vroeg vanochtend, diep vannacht, diep in de avond, is een belangrijke stap gezet op het terrein van de pensioenen. De Tweede Kamer schaarde zich in ruime meerderheid achter het pensioenakkoord dat sociale partners en het kabinet in juni hebben ondertekend. Ik ben oprecht blij dat het akkoord er nu ook is en dat er ook in de Kamer steun voor is. We moeten wel onder ogen zien dat er natuurlijk belangrijke verschillen bestonden aan de ene kant tussen het kabinet en de werknemersbonden, en aan de andere kant tussen het kabinet en een aantal politieke fracties in de Tweede Kamer. Dat hoort ook bij een minderheidskabinet en dan kan je ervoor kiezen om met de rug naar elkaar te blijven staan, of je kunt proberen in het belang van Nederland er toch uit te komen. Gisteravond is dat gelukt en ook op een aantal belangrijke onderdelen hebben we elkaar de hand gereikt, is er constructief samengewerkt en daarmee heeft uiteindelijk ook de PvdA ja gezegd tegen het pensioenakkoord zoals het er ligt, met alle aanpassingen die juist ook door de PvdA zijn bereikt. Ik moet zeggen dat Kamp, minister Kamp zich tot het uiterste heeft ingespannen om dat resultaat te bereiken, hij heeft er verschrikkelijk hard aan getrokken. Dat heeft hij gedaan met heel veel andere mensen, bijvoorbeeld de voorzitters van de bonden en de werkgevers organisaties, ook moet ik zeggen met een aantal grote fracties en kleinere fracties, ook dus de PvdA. Dit is goed voor Nederland. De urgentie om de oudedagsvoorziening toekomstbestendig te maken, om ons pensioenstelsel toekomstbestendig te maken valt niet te onderschatten. Tegelijkertijd valt niet te onderschatten het belang van een goed functionerend overleg tussen kabinet, Tweede Kamer en sociale partners. Het woord waar het om het pensioenakkoord gaat is nu zoals u weet aan de federatieraad van de FNV, en we wachten de conclusies daar af.