Samen de zorg toekomstbestendig maken

‘De bedreigingen voor de betaalbaarheid van de zorg zijn echt geen klein bier meer. En we willen dat ook mensen met een kleine beurs, maar met de pech een ernstige en dure ziekte te hebben, met de beste zorg behandeld moeten kunnen worden. Als we dat willen. Dan moeten de bakens om. Bij ons allemaal!’ Dat zei minister Schippers tijdens de jaarlijkse relatiedag van Zorgverzekeraars Nederland op 27 september 2011, te Den Haag

Dames en heren,

Stelt u zich voor:

U ligt klaar op geopereerd te worden. Net voor u onder narcose gaat, hoort u de arts zeggen dat u geopereerd wordt door een Arts In Opleiding (AIO), die zijn tweede operatie tegemoet gaat. U hoort de AIO tegen een zuster zeggen: ‘Voor de vorige operatie had ik een acht!’ Opgelucht haalt u adem. Het laatste wat u hem echter hoort zeggen is: ‘Om gemiddeld voldoende te blijven staan, heb ik vandaag dus genoeg aan een vier.’

Dames en heren,

Meer en meer zijn we er samen in de zorg van overtuigd dat een gemiddelde van een zesje niet meer volstaat.

Dank u wel voor de uitnodiging. Het is een eer om vandaag te mogen spreken.

Tijdens Prinsjesdag en de politieke beschouwingen is meermalen gesproken over de kosten van zorg. Velen maken zich zorgen over de stijging daarvan. De minister van Financiën gaf zelfs aan er wakker van te liggen. De zorgkosten bedragen nu tegen de vijfduizend euro per volwassene per jaar. Weinig mensen weten dat. En het wordt alleen maar meer.

Dames en heren,

We staan voor tijden waarin er veel van ons wordt verwacht: goede toegankelijke zorg, hoge kwaliteit, transparantie over wat we doen en samenwerking. Dit gaat niet vanzelf. Om dit te realiseren zal het de komende tijd nog wel eens piepen en knarsen. Er komen volgend jaar een aantal vernieuwingen aan.

• De verdeling van de honoraria achter de ziekenhuisdeur is nieuw.

• Werken met DOT, DBC’s op weg naar transparantie, is nieuw.

• 70 procent vrije prijzen voor ziekenhuiszorg is nieuw.

• Vrije prijzen in de farmacie is nieuw en

• vrije prijzen in de mondzorg is nieuw.

Hoezo geen hervormingen in de zorg? U zult er uw handen vol aan hebben.

Nieuw is onbekend en dus is dat wennen. Wennen aan de rolverdeling, wennen aan het risico voor zorgverzekeraars, dat toeneemt in 2012 doordat de macronacalculatie vervalt en de variabele zorgkosten nacalculatie eveneens vervalt. Dat risico zullen zorgverzekeraars vertalen in een scherpere inkoop en dat is wennen voor de zorgaanbieders. En voor dat wennen is weinig tijd.

De kosten van de zorg stijgen echt heel veel harder dan de economie groeit. De zorg groeit, zelfs in deze economisch zware tijden met 15 miljard, waarin 18 miljard moet worden bezuinigd. Steeds meer van de collectieve gelden gaan naar de zorg en daarmee verdringt de zorg die sectoren die bezuinigen: wij groeien en zij krimpen.

De zorg verdringt ook uitgaven uit de huishoudportemonnee: de premie blijft stijgen, terwijl het loon veel minder stijgt of zelfs helemaal niet stijgt. Veel tijd om de bakens te verzetten is er dus niet. En dat stelt ons voor een hele grote gezamenlijke opgave.

Een opgave die alleen kan slagen als een ieder zijn verantwoordelijkheid neemt en zijn schouders er onder zet!

Voor de korte termijn hebben wij de opgave om binnen die 15 miljard groei te blijven. Dat betekent botweg dat overschrijdingen teruggehaald worden waar ze worden gemaakt. Dat is niet leuk: niet voor u en niet voor mij. Maar het is wel nodig om de premiebetaler te beschermen.

Op de middellange termijn heeft dit kabinet een vol programma om de zorg toekomstbestendig te maken. Ik heb dat programma vroeg gemaakt en bij u neergelegd: in de brief Zorg die werkt, die ik eind januari naar de Kamer heb gestuurd. Aan veel van deze maatregelen werken we samen. Ik zie de bereidheid in het veld om over de eigen schaduw heen te stappen. Kijk naar de akkoorden die het laatste jaar tussen de verschillende partijen in het veld zijn afgesloten.

In het najaar van 2010 het akkoord tussen de medisch specialisten, de ziekenhuizen en de overheid. Over de honoraria van de medisch specialisten. Het tweede akkoord is een belangrijk akkoord over het gepast gebruik van zorg. Dit is gesloten tussen de NCPF, DBC onderhoud, NZA, CVZ, KNMG, ZN, ZonMw en Regieraad. En voor de zomer het akkoord tussen de verzekeraars, de algemene ziekenhuizen, de zelfstandige behandelcentra, de academische ziekenhuizen en de overheid. In dit akkoord maken partijen zich ook verantwoordelijk voor het volume van de zorg. Dat zijn belangrijke stappen waarin partijen aangeven hun verantwoordelijkheid daadwerkelijk te willen oppakken. Wat mij betreft is dit niet het laatste akkoord. De bakens moeten snel worden verzet. We hebben elkaar nodig.

Graag zou ik ook met de GGZ een akkoord sluiten waarin wordt geregeld dat ze sneller toegroeien naar de somatiek qua financiering en dat de zorg innovatief wordt verleend en terugkomt in de buurt. Ook over die zorg in de buurt zou ik graag afspraken maken met onze eerste lijn. We moeten de zorg echt zo dichtbij leveren als kan. Dat vinden mensen fijn. Het is kwalitatief beter en goedkoper. We willen dit al jaren. De kunst is dit ook daadwerkelijk te realiseren. Ik zet vol in op samenwerking met de sector, dat moet. Zonder elkaar bereikt niemand iets.

Akkoorden sluiten is dus belangrijk, maar het is pas de eerste stap. Dan moet het ook daadwerkelijk gebeuren.

Dan moet de Raad van Bestuur zijn rol oppakken in het ziekenhuis en in dialoog met de medisch specialisten over hun rol met een eerlijk en efficiënt honorarium systeem te komen.

Dan moeten medisch specialisten leiderschap tonen en deze kans pakken om zaken te verbeteren.

Dan moet het ziekenhuis doen waar het goed in is en laten wat anderen het beter kunnen.

Dan moeten de zorgverzekeraars niet alles overal inkopen maar selectief inkopen, daar waar de zorg het beste is, tegen de scherpste prijs en dat kan heel goed de eerste lijn zijn voor veel voorkomende aandoeningen.

Dan moet die eerste lijn daar klaar voor zijn en dat kunnen leveren.

Dan moet de taakherschikking van de grond komen om die extra nieuwe vraag aan te kunnen en dan moet die nieuwe arbeid financieel worden beloond.

Dan moet een ziekenhuis, instelling of centrum dat geen contract krijgt omdat ze onvoldoende goede zorg leveren of veel te hoge investeringen hebben gedaan zichzelf snel verbeteren om mee te kunnen in de trend die we nu met zijn allen inzetten.

Deze akkoorden zijn dus pas het begin. Maar wel een belangrijk begin want door de stijgende vraag, de voortschrijdende technologische ontwikkeling, de stijging van het aantal chronisch zieken, de krimpende arbeidsmarkt en de economische groei die achterblijft, moeten we de bakens verzetten. Daarbij hoort ook dat we kijken hoe we vernieuwingen kunnen omarmen en toepassen als ze meerwaarde hebben, als ze arbeid besparen, arbeid verlichten of zelfzorg mogelijk maken of medicatietrouw versterken of behandelingen verkorten, of vul maar in.

Daar is ook moed voor nodig. Van U om het onbekende toe te laten, van de overheid om de makkelijke defensieve weg te verlaten en meer te kijken naar hoe het wel kan.

Tot slot, hebben we ook de lange termijn. Ik neem maatregelen zoveel ik kan om de zorg toekomstbestendig te maken. Maar niet alles in één keer. Ook na mijn programma zal de noodzaak blijven om maatregelen te nemen om dit werk voort te zetten.

Ik vind het belangrijk dat het niet alleen een probleem van beleidsmakers is, in hun Haagse beleidstorens. Daarom organiseer ik zoveel mogelijk denkkracht om tot oplossingen te komen voor de toekomst. De SER en het CPB zijn aan het werk gezet om hierover hun licht te laten schijnen. Ook de ministeries van VWS en Financiën zijn al een klein jaar aan het werk. En de OESO denkt vanuit haar rol ook mee.

Maar het is allemaal niet genoeg. Daarom breng ik een nota uit. En ik hoop dat er over dit probleem wordt geschreven. Zodat mensen dit thuis, aan de keukentafel, bespreken.

Beste mensen, eigenlijk heb ik vandaag maar één boodschap:

De bedreigingen voor de betaalbaarheid van de zorg zijn echt geen klein bier meer. En willen we, vanuit de overtuiging dat ook mensen met een kleine beurs, maar met de pech een ernstige en dure ziekte te hebben, willen we deze mensen kunnen blijven behandelen met de beste zorg, dan moeten de bakens om. Bij ons allemaal!

Laten we deze maatschappelijke verantwoordelijkheid oppakken. De eerste hoopvolle stappen zijn gezet. Nu de volgende nog!