Duurzaamheidsconferentie

Staatssecretaris Atsma gaat het duurzaam aanbesteden op een andere leest schoeien. In plaats van het stellen van minimum-eisen voor duurzaamheid en het afvinken van criteria waaraan bedrijven moeten voldoen, wil de staatssecretaris bedrijven uitdagen om zelf met creatieve en innovatieve oplossingen te komen. Dat levert volgens hem extra duurzaamheidswinst op bij infrastructurele projecten. Hij zei dat tijdens een conferentie in Den Haag, op 28 september. Duurzaamheid is volgens Atsma niet een kersje op de taart, maar het bakmeel zelf. De staatssecretaris wil ook de bureaucratie rond aanbesteden terugsnoeien. Bedrijven hoeven straks niet meer allerlei bewijsstukken te overleggen. Dat scheelt ondernemers tientallen miljoenen per jaar.

Dames en heren,

Meer dan 60 miljard euro. Dat is wat wij als gezamenlijke overheden per jaar op de markt besteden. We hebben als Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen samen een enorme inkoopmacht. En die brengt verantwoordelijkheid met zich mee.

We willen het onderste uit de kan voor de belastingbetaler en de burger. De beste kwaliteit tegen een scherpe prijs. Maar we willen ook meewerken aan een zo schoon mogelijk milieu.

Sommige mensen denken dat die twee niet samen gaan. Maar zij hebben ongelijk.
Duurzaam is niet duurder. De ervaring leert dat duurzaam inkopen zelfs wat goedkoper kan uitpakken. Gemiddeld ongeveer één procent goedkoper.

Maar het gaat niet alleen om het geld. Belangrijker is nog dat we onze economie groener helpen maken. En daar worden we allemaal beter van.

Sinds 2007 loopt het programma Duurzaam Inkopen. Met criteria voor duurzaamheid waaraan producten moeten voldoen. Dat programma heeft positieve en minder positieve effecten gehad.

Positief is dat het duurzaamheid in het hart van onze bedrijfsvoering heeft gebracht.
Vorig jaar kocht het Rijk voor 99,8% duurzaam in. Ons doel was 100%. Dat doel is dus op een fractie na gehaald. Provincies kochten voor 96% duurzaam in. Waterschappen voor 85%. Goede cijfers!

Maar cijfers vertellen niet altijd het hele verhaal. Het bedrijfsleven wees er terecht op dat er méér duurzaamheidswinst mogelijk is als we op een andere manier gaan werken. Dat soort signalen nemen ik buitengewoon ernstig. Daarom heb ik het bedrijfsleven gevraagd met een advies te komen hoe het beter kan. Dat advies heb ik voor de zomer gekregen.

De kern ervan is dat onze aanpak te star is. Teveel gericht op het voldoen aan minimum-eisen voor duurzaamheid. En het afvinken van criteria. Daarmee prikkelen we bedrijven niet om creatief en innovatief te zijn. Terwijl we juist de innovatiekracht van onze kleine en grote bedrijven willen uitdagen! Bovendien levert het systeem voor ondernemers veel rompslomp op.

De overheid schrijft precies voor aan welke eisen uw product moet voldoen. Dat motiveert u als ondernemers niet om verder te denken. En met nieuwe oplossingen te komen. Terwijl er zo enorm veel innovatiekracht in ons bedrijfsleven zit! Kijk maar naar onze Topsectoren. Ik vind dat een gemiste kans.

Daarom neem ik uw advies over. Het duurzaam inkopen en aanbesteden wordt op een andere leest geschoeid.
•    Innovatie komt centraal te staan bij het inkopen.
•    We gaan de gewenste resultaten centraal stellen, in plaats van de producteisen.
•    We gaan de bureaucratie verminderen. Ik vereenvoudig de bewijslast waaraan bedrijven moeten voldoen.
•    Dat levert het bedrijfsleven al gauw tientallen miljoenen euro’s op.
•    En we gaan in dialoog met u om samen de beste oplossingen naar boven te halen.

We hebben elkaar dus nodig. Voor een aantal productgroepen, zoals de bouw, wil ik graag snel aan de slag met de nieuwe aanpak. Uw inbreng tijdens deze werkconferentie neem ik graag mee. Dan denk ik onder meer aan de rol die ICT kan spelen.

Met duurzaam aanbesteden slaan we de brug tussen mondiale milieu- en klimaatambities en onze eigen woonomgeving. Van Cancún tot meterkast.
Van Durban tot Den Haag.

Er zijn de nodige voorbeelden uit de praktijk die ons kunnen inspireren.

Een mooi voorbeeld hier niet ver vandaan is de Zandmotor. Een innovatieve, duurzame vorm van kustonderhoud. In plaats van steeds weer extra zand naar de kust te brengen, hebben we in één keer een heel eiland opgespoten. Het zand verspreidt zich op natuurlijke wijze over de kust.

Een ander voorbeeld: de nieuwe brug bij Kampen, over het Ramsdiep. Rijkswaterstaat heeft de markt uitgedaagd een ontwerp te maken voor de eerste energieneutrale brug ter wereld. Een brug die voorziet in zijn eigen energiebehoefte. De energie die vrijkomt bij het neergaan van de klep, wordt opgeslagen en gebruikt om de brug weer te openen.

Nog een voorbeeld: de verbreding van de A12 tussen Utrecht en Veenendaal. Een klus van 260 miljoen euro, waaraan we nu hard werken. Bij de aanbesteding was duurzaamheid een belangrijke factor. Het werk wordt uitgevoerd op een manier die zo min mogelijk milieubelasting oplevert.
•    Zand wordt zoveel mogelijk per schip aangevoerd;
•    Oud asfalt en betonpuin worden hergebruikt.
•    En funderingen worden met zo weinig mogelijk lawaai aangebracht: schroeven en trillen in plaats van heien.

Een vierde voorbeeld van enkele jaren terug komt uit Dordrecht. De gemeente had natuursteen nodig voor de bekleding van taluds in de stad. Daarvoor werden ‘tweedehands’ granietblokken gebruikt, afkomstig van Zeeuwse dijken. Bij dijkversterking in Zeeland was namelijk een grote partij vrijgekomen. Een uitstekend voorbeeld van duurzaam hergebruik!

We willen met voorrang aan de slag op die terreinen waar veel winst te boeken is. En dan kom je al snel uit bij grond-, weg- en waterbouw. En bij rijkskantoren.
Die staan dan ook centraal in de workshops vandaag.

Het is van groot belang dat we duurzaamheid serieus betrekken bij aanbestedingen.
Het gaat om meer dan om een lage prijs! Duurzaamheid is niet het kersje op de taart.
Het is het bakmeel zelf. We zijn al goed op weg. Maar het kan beter.

Een goed voorbeeld is de CO2 Prestatieladder die ProRail gebruikt. Hoe meer een bedrijf zich inspant om CO2 te reduceren, hoe meer kans op gunning.

We hebben meer van dat soort initiatieven nodig. Daartoe hebben we een visiedocument “Duurzaam GWW” opgesteld, samen met marktpartijen en kennisinstituten. Daarin staat hoe we samen kunnen komen tot meer duurzaamheid en innovatie. Een exemplaar van het visiedocument kunt u straks meenemen.
Ik roep iedereen op zich bij ons aan te sluiten.

Vast staat dat overheden en bedrijfsleven samen méér winst kunnen boeken voor de burger, voor het bedrijfsleven en voor het milieu.

De zestig miljard die we als overheden uitgeven, kunnen een hefboom zijn voor een sterker, gezonder en schoner Nederland.

Ik nodig u graag uit die positieve kracht maximaal te benutten.