Proef ‘Betere Start’ succesvol

De proef waarin moeders tijdens en na hun detentie worden geholpen met de opvoeding van hun kinderen werkt. Dat zei staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie vandaag op basis van voorlopige resultaten van wetenschappelijk onderzoek die werden gepresenteerd tijdens het symposium ‘Vrouwen in detentie’ in de Penitentiaire Inrichting Ter Peel. Investeren in kinderen van gedetineerde ouders is van belang omdat uit onderzoek blijkt dat zij een sterk verhoogde kans lopen later ook in aanraking te komen met criminaliteit. Het symposium werd bijgewoond door Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima.

Veel van de vrouwen in detentie zijn alleenstaande moeders, waardoor het effect van de detentie vaak ingrijpender is dan bij mannen.

Omdat uit onderzoek blijkt dat hun kinderen een sterk verhoogde kans lopen later zelf ook met criminaliteit in aanraking te komen, is in samenwerking met de Universiteit Utrecht in 2007 het project 'betere start' begonnen.

Betere start

Betere Start is gericht op opvoedondersteuning in de laatste drie maanden van detentie en daarna en gericht op moeders van kinderen tussen de twee en tien jaar. Uit de voorlopige resultaten van het onderzoek lijkt dat bij de kinderen die hebben deelgenomen aan ‘Betere Start’ de risicofactoren voor later delinquent gedrag afnemen. Ook nemen de gedragsproblemen van deze kinderen af. Bij kinderen die niet hebben deelgenomen nemen deze problemen en factoren juist toe. Tot nu toe hebben 113 moeders en 168 kinderen deelgenomen aan het onderzoek. Medio 2012 worden de definitieve resultaten verwacht.

Betere Start richtte zich in eerste instantie op het effect bij de kinderen van gedetineerde moeders. Tijdens de proef is echter gebleken dat er mogelijk ook sprake is van een vermindering van recidive bij de moeders. Naar dit effect zal nader onderzoek worden gedaan.