Rapportage Kinderpornografie: samenwerking overheid kan beter

De overheid schiet tekort in de aanpak van seksueel geweld tegen kinderen. Dat komt omdat in het huidige beleid de aanpak van kinderpornografie los staat van die van seksueel geweld. Dit is de belangrijkste conclusie uit de eerste Rapportage Kinderpornografie.

Vanaf oktober 2009 rapporteert de Nationaal Rapporteur Mensenhandel (NRM), Corinne Dettmeijer-Vermeulen, niet alleen over de aanpak van mensenhandel maar ook over die van kinderpornografie. De rapportage is aangeboden aan de minister van Veiligheid en Justitie en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Wil de overheid kinderpornografie serieus bestrijden, dan moet dit onderdeel worden van een totaalaanpak ter bescherming van kinderen tegen seksueel geweld. De NRM beveelt aan dat deze totaalaanpak wordt gecoördineerd door de ministeries van Veiligheid en Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Binnen het huidige beleid is vooral justitie actief bij de aanpak van kinderporno. De NRM ziet een grotere rol van VWS omdat een effectieve aanpak naast opsporing en vervolging van daders ook de elementen van preventie, signalering en hulpverlening aan slachtoffers kent. Deze taken liggen  specifiek op het terrein van VWS. 

De NRM vindt dat kinderen zowel online als offline recht hebben op bescherming tegen seksueel geweld. De aanpak van kinderpornografie moet dus geïntegreerd zijn in die van seksueel geweld tegen kinderen in de reële wereld en gecoördineerd worden door de ministeries van Veiligheid en Justitie en VWS. De effectiviteit hiervan moet worden gemonitord door een onafhankelijk rapporteur. Aanpak en monitoring mogen niet afhangen van incidenten, zoals nu het geval is.