Nieuw ontwikkelingsbeleid wordt zorgvuldig uitgevoerd

Zorgvuldigheid staat voorop bij de uitvoering van het nieuwe ontwikkelingsbeleid en de bezuinigingen. Dat stelt staatssecretaris Ben Knapen van Buitenlandse Zaken in reactie op de bijsluiter bij de begroting die de Algemene Rekenkamer naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. 

In die bijsluiter oordeelt de Algemene Rekenkamer dat niet duidelijk blijkt wat de gevolgen zijn van de bezuinigingen op de OS-begroting.  ‘Dat komt omdat we voor alle 15 ontwikkelingslanden en een paar regio’s nieuwe meerjarenplannen aan het maken zijn’, legt de staatssecretaris uit.

Het kabinet heeft met instemming van de Tweede Kamer besloten het ontwikkelingsbeleid van de ambassades te focussen op 15 in plaats van 33 landen en zich meer te richten op vier prioriteiten. Het gaat om veiligheid en rechtsorde, voedselzekerheid, watermanagement en seksuele en reproductieve rechten en gezondheid, met inbegrip van de strijd tegen HIV/Aids. Thema’s als zorg en onderwijs vallen af als prioriteit.

Dat betekent dat de ambassades  voor 15 landen nieuwe meerjarenprogramma’s moeten maken en dat er in 15 andere landen een zogenoemde ‘exitstrategie’ wordt opgesteld. Voor drie landen komt er een overgangsprogramma. Dat zijn landen als Zuid-Afrika en Vietnam, waar Nederland op termijn de ontwikkelingsrelatie mee wil omzetten in een pure handels- en diplomatieke relatie.
Daar waar mogelijk kijkt het ministerie of andere donoren bijvoorbeeld onderwijsprogramma’s kunnen overnemen.